Mijn lijst met blogs

maandag 28 februari 2011

062

We waren niet voor deze tentoonstelling naar het Museum voor Communicatie gereden (wel voor de tentoonstelling over Nederlandse en Duitse verkiezingsaffiches) – we wisten niet eens dat deze expo er ook was – maar pakten ‘m toch even mee. We waren er tóch nietwaar!
Naam van de tentoonstelling: briefgeheimen.
Wie exact de bedenker(s) van het project is (zijn), is mij nog steeds niet duidelijk. En ook is het doel mij ontgaan… gluren bij de buren? mensen de mogelijkheid geven het hart te luchten? Shockeren?

Anyway: iemand heeft ooit de oproep geplaatst (of de mogelijkheid geboden), geheimen – anoniem - in de vorm van een kunstzinnig gepimpte ansichtkaart te sturen naar ‘Briefgeheimen’ in Amsterdam. Die oproep staat nog steeds.
De ingezonden geheimen worden op een website geplaatst, een selectie wordt gepubliceerd in boeken én een selectie is opgehangen aan waslijntjes in het Museum voor Communicatie.

Volgens de beschrijving van de boeken staan de allermooiste, schokkendste en ontroerendste inzendingen er in opgenomen. Aan de beschrijving van de selectie in het museum zou ik willen toevoegen: de perverste, de gênantste, de intiemste, de ongeloofwaardigste zijn opgehangen.
Uit al die ‘categorieën’ ga ik écht geen voorbeeld geven. Wie die geheimen graag wil lezen en zien moet vooral even naar de website http://www.briefgeheimen.nl/ surfen en zelf sneupen in het geheimenarchief.

Maar kijk dan ook tussen het lachen, gieren, brullen, het generen en het roepen van ooh’s & ah’s even naar dit soort geheimen in het archief:
- Ik stuur mezelf kerstkaarten omdat ik bang ben dat ik anders met Kerst geen post krijg
- Iedereen denkt dat mijn vakantie leuk was
- Ik geloof niet in mezelf
- Ik heb een vader nodig
- Ik huil onder de douche zo ziet niemand mijn tranen  

Ik noem deze categorie briefgeheimen: de eenzaamste...
Zó ongemakkelijk.

zondag 27 februari 2011

061

Eindelijk! Het zal niet door mijn blog van een aantal dagen geleden gekomen zijn – nummer 058 – dat RTL Nieuws zaterdagavond een item wijdde aan het onderwerp: waar gaat de provincie eigenlijk over en wat weten kiezers van de provincie? Maar het item was er eindelijk en dat stemde mij vreugdevol!
Samengevat: RTL Nieuws had een quiz met 20 vragen ontwikkeld waaruit bleek dat de kennis over de provincie om te janken was. Voor ‘een ieder’ was dezelfde quiz op de website van RTL Nieuws te maken. Omdat ik er vanuit ging dat alle kijkers direct de website zouden gaan bezoeken, waardoor ‘ie er meteen uit zou klappen, wachtte ik een half uurtje.

Ik zal de spanning niet verder opvoeren: ik had 17 van de 20 vragen goed. Mooie score.
Wie er van op de hoogte is, dat ik ruim 4,5 jaar bij een provincie heb gewerkt, zal misschien denken: “Logisch, lekker makkelijk zo’n quiz.”
Het verdrietige is, dat die werkervaring bij een provincie geen enkele invloed op de einduitslag heeft gehad. De vragen gingen namelijk vrijwel niet over het beleid en de verantwoordelijkheden van het provinciaal bestuur. Toch best belangrijk bij provinciale verkiezingen.

Wie woensdag naar het stembureau gaat hoeft écht niet te weten hoe de vlag van Groningen er uitziet – dat interesseert mij ook volstrekt niet, trouwens. Oók is het niet van belang te weten hoe de Commissaris van de Koningin van Flevoland heet (Leen Verbeek) bij het afwegen van de diverse standpunten van de deelnemende partijen in de eigen provincie. En wie de klassieke fout maakt Amsterdam de hoofdstad van Noord-Holland te noemen, kan nog steeds goed nadenken  over bijvoorbeeld  windmolens, megastallen, jeugdzorg, wegen, opcenten, recreatievoorzieningen en openbaar vervoer. En dat er 11 provincies zijn die spreken van Provinciale Staten, maar één van een Parlement (Limburg)… vooral vergeten in het stemhokje!

Ik had even een héél klein sprankje hoop. Zo snel als het kwam, was het ook weer weg.
Ik zal blij zijn wanneer de verkiezingen voor Provinciale Staten over een aantal dagen achter de rug zijn. Ik word namelijk met de dag verdrietiger…

zaterdag 26 februari 2011

060

Het is mooi, ontroerend, irritant, prikkelend of humoristisch… dat laatste trouwens niet zo vaak, terwijl het dan wel zo bedoeld is. ‘Grappig’ wordt ineens tenenkrommend.
Anyway, zojuist even gekeken op de website van de Fryske Reklamepriis. Ik kwam er terecht via een banner op de website van Omrop Fryslân, dus wat dat betreft had het reclamemiddel ‘banner op de juiste plaats op het juiste moment’ zijn dienst bewezen!
Van de vijf genomineerden in de categorie televisie kende ik er drie. Dat is 60%, en dat zegt helemaal niets!

Het kiezen van wat ik de winnaar vind van de Grutte Pier 2011 bleek nog flink lastig: ik moest een afweging maken tussen vijf heel verschillende reclames voor vijf heel verschillende producten.
De ene commercial was 40 seconden, de andere 15. Maar om nu te zeggen dat lengte het verschil maakt(e). Nou nee.
De reclame die waarschijnlijk het meest als humoristisch bedoeld was… inderdaad, die was in mijn ogen het meest tenenkrommend. Het zou niet zo heel origineel zijn, om in navolging van de Gouden en de Loden Loekie naast de Grutte Pier ook een Grutte Trien uit te kiezen (ja Leeuwarders, dan zijn heel ‘toevallig’ ook de namen van de plaatselijke rugbyclubs), maar ik verzorg met alle liefde een lijst met genomineerden voor de Grutte Trien, hoor! Geen probleem.

Uiteindelijk is bij het kiezen van ‘mijn winnaar’ doorslaggevend geweest: het bedoelde en bereikte effect. Van precies één genomineerde kon en kan ik zeggen, dat ik naar de website van de adverteerder ben gesurft voor meer informatie! Dat lijkt mij in de kern een van de doelen van reclame, en daarom is ‘Watertaxi’ mijn winnaar.

Dit is geen stemadvies.
Maak uw eigen afweging(en) en keuze op de site van de Fryske Reklamepriis.

vrijdag 25 februari 2011

059

Toen ik een sirene hoorde van een brandweerwagen, die verdacht dichtbij stil werd, was mijn allereerste reactie: even op internet kijken of er een 112-melding in de buurt is. Ik was tenslotte met de laptop op schoot verbonden met het worldwideweb. Ik vond zo snel geen melding – wat absoluut iets zegt over mijn ‘zoektechniek’ – en keek toen toch maar gewoon uit het raam… en ik zag vlammen uit het dak slaan van het pand schuin tegenover mij, naast La Venezia.
Ook zag ik een meneer in zwarte jas en paarse sweater (die paarse kleur viel zo enorm op vanwege het trieste, grijze, mistige weer vandaar dat ik het noem), met een tas/koffertje in de ene hand en een hond aan de andere hand, uit de richting van het pand snellen. Hij zette de 'spullen' in de auto en bleef op straat rondlopen.
De landelijke campagne had effect: ik sloot ramen en ventilatieroosters, zette de radio aan op Omrop Fryslân en trok vervolgens toch maar even mijn jas aan, om een agent te vragen of ik mijn auto moest verplaatsen. Dat hoefde niet… en nu staat ‘ie op de foto op de website van Omrop Fryslân. Wat volstrekt niet belangrijk is!

Brand is verschrikkelijk, brand is triest, brand is verwoestend, brand maakt onmachtig en brand maakt onrustig. Vanuit mijn veilige stekkie had ik niet alleen zicht op de brand én het blussen er van. Ik had ook nog steeds zicht op de meneer in de zwarte jas en paarse sweater, die onrustig rondliep, en blijkbaar als enige – naast de brandweerlieden - in het afgezette gebied mocht zijn.

Ik dubde, en deed het tóch: jas aan, voordeur uit – en stond daarmee meteen in het afgezette gebied – en rende de straat over naar de meneer.
“Woont u in dat pand? Ik zag u rennen en uw hond in veiligheid brengen!”
Hij keek me aan, en ik zie de blik nog voor me maar kan ‘m niet beschrijven: “Het is m’n winkeltje!”
Ik bood hem een kop koffie aan bij mij thuis, in de warmte.
Hij bleef toch liever buiten op straat.
“Ik moet weten wat er met m’n winkeltje gebeurt!”
Toen hij vervolgens “Bedankt” zei en notabene mij een bemoedigend klopje op de bovenarm gaf, kon ik alleen nog maar uitbrengen: ”Bel gerust aan.”  
Hij was sterker dan ik op dat moment.

Zijn winkeltje was toen al verwoest.

donderdag 24 februari 2011

058

Leeuwarden - woensdag 23 februari, 20.15 uur.
We hangen elk in een fauteuil met de benen op de hocker, kijken naar het NOS-journaal en zitten dan ineens rechtop! Het item gaat over de Provinciale Staten verkiezingen… althans zo kondigt Rob Trip het onderwerp aan. Maar wie en wat komt er vervolgens in beeld?
Geert Wilders doopt een tulp en zegt dat ‘ie Rutte en Verhagen nogal mist in ‘de campagne’.
Rutte antwoordt vervolgens dat hij die opmerking niet snapt. “Als je ziet hoeveel we in beeld zijn geweest de afgelopen weken… én terécht!”
“NEE”, schreeuwt lief naast me. “Helemaal niet terecht. Het zijn provinciale verkiezingen, géén landelijke”.
En Rutte gaat nog even door: “Het gaat ook ergens over. Het gaat over de vraag hoe we Nederland financieel weer gezond krijgen, hoe we Nederland veiliger krijgen, hoe we ervoor zorgen dat die staatsschuld niet ook dit jaar weer met 20 miljard gaat stijgen.”

“NEE!” Nu flipt lief helemaal. “Daar gaat het allemaal juist NIET over.”

Ik ben het helemaal met lief eens, alleen schreeuw ik dat even niet naar de beeldbuis…
We lepelen samen een paar onderwerpen op, waarvoor we komende woensdag wel naar het stembureau gaan:
  • de hoogte van het bedrag dat wordt uitgetrokken voor de jeugdzorg en de organisatie van die zorg op provinciaal niveau;
  • wel of geen verdubbeling van de weg Drachten – Appelscha waar ik iedere werkdag over rijd;
  • wel of geen geld voor Friese taalprojecten (in mijn provincie dan, hè).

En daar wil ik nu nog wel een paar aan toevoegen:
  • wel of geen provinciaal geld steken in de opvang van asielzoekers;
  • de hoogte van de opcenten;
  • milieuvergunningen die wel of niet worden verstrekt;
  • wel of geen windmolens en zo ja geclusterd of solitair;
  • wel of geen megastallen in de provincie;
  • wel of geen meren en kanalen uitbaggeren en zo ja welke wel en welke niet.
Er is geen sprake van enige - slechts een subtiele, hoor - verdraaiing van de waarheid. Er wordt niet een flard van een mistgordijntje opgetrokken… Al weken worden we overspoeld met klinkklare onzin over de komende verkiezingen. Schande!

Sommige kiezers denken dat ze op Roger van Boxtel kunnen stemmen en het huidige kabinet kunnen laten vallen… Zegt misschien óók iets over het IQ, de mate van interesse in de (regionale) politiek of over de kennis van de staatsinrichting bij die kiesgerechtigden.
Maar toch: al die onzin in de media helpt niet echt…

Tijdens Kunst & Kitsch zakten de op hol geslagen hartslag en de gestegen bloeddruk weer enigszins.

woensdag 23 februari 2011

057

Vanochtend reed ik naar het werk en dacht: “Als ik niet beter zou weten, dan zou ik kunnen denken dat de Provinciale Staten verkiezingen in Fryslân gaan tussen de FNP, de SP, de VVD en Sjoerd!” De eerste twee hebben elk een groot spandoek langs de N381 staan, de derde een bescheiden poster op een soort stoepbord in het weiland. Tsja en dan de vierde… natuurlijk kunnen we niet stemmen op de partij ‘Sjoerd’, maar het CDA heeft op de campagneposters een enorme foto staan van de lijsttrekker met daaronder zijn voornaam. Inderdaad, hij heet Sjoerd (achternaam: Galema) en ik kom hem op weg naar mijn werk minstens vier keer tegen.
Naast deze vier uitingen heb ik in Fryslân alleen afgelopen zaterdag de traditionele marktkraampjes op een winderig plein in de binnenstad gezien. Een verdrietig, maar ook wel weer vertrouwd beeld. Dat ik verder geen idee heb hoe de PS-campagne in Fryslân wordt gevoerd door de deelnemende partijen, en of er vanuit de provinciale overheid nog een overkoepelende campagne ontwikkeld is, wil nog niet zeggen dat er verder ‘niks’ wordt gedaan…

De provincie Overijssel heeft zeker wél een overkoepelende campagne ontwikkeld. Voor wie daar nog altijd niets van heeft meegekregen:

Kijk eens op de website  www.ikbesliswel.nl en/of aanschouw eens het volgende You Tubefilmpje: http://www.youtube.com/watch?v=ke-2M6fqVwM
En oordeel zelf.

Mijn oordeel voor wie daar in geïnteresseerd is: crap, weggegooid geld, banaal.

Maar natuurlijk, een campagne hoeft niet alleen (saai) voorlichtend te zijn en mag best een leuke ‘twist’ hebben. Mensen prikkelen door de boodschap niet heel direct in hapklare brokken voor te schotelen, is een prima idee. Stemmers uitdagen door hen enigszins op het verkeerde been te zetten, kan effectief zijn. Maar uiteindelijk moeten die stemmers wel zó geprikkeld worden dat ze a. blijven kijken, lezen, luisteren, denken, meedoen en gebruik maken van hun kiesrecht. En dat ze b. aan het eind tóch hebben begrepen wat een provincie wel en niet doet en waarover ze stemmen wanneer ze naar het stembureau gaan met hun stempas.

Beste bedenkers van de Overijssel-campagne: had maar liever ‘niks’ gedaan.

dinsdag 22 februari 2011

056

Een keer per jaar valt ‘ie op de mat.
Het handschrift herken ik uit duizenden. Nou ja, duizenden. Bij wijze van spreken dan. Misschien is het trouwens nog niet eens zozeer het handschrift op de envelop dat voor de herkenning zorgt. Het is bij nader inzien denk ik de plaats van de complete afzender op de envelop: naam, straat, postcode en plaats staan namelijk op de voorzijde, linksonder de adressering. ‘Meester Kas’ is de enige die de gegevens van de afzender daar schrijft.
In de envelop zit ieder jaar de vertrouwde gevouwen A4, met daarop een uitnodiging en een agenda voor de ‘weromkomaven’.
Wie het Bildts beheerst, weet dat er geen tikfouten in dat gekke woord zit!
Voor wie het Bildts überhaupt niet kent, eerst een kort leescollege (van Wikipedia):

Het Bildts is een streektaal die wordt gesproken in de Friese gemeente en polderstreek het Bildt in de dorpen St.-Annaparochie (Bildts: Sint-Anne), St.-Jacobiparochie (Sint-Jabik), Vrouwenparochie (Froubuurt), Oudebildtzijl (Ouwe-Syl), Westhoek (De Westhoek) en Nij Altoenae.
In 1505 werd de noordelijke Middelzee ingepolderd door Hollandse heren, die hun werkkrachten uit de omgeving van Werkendam in de tegenwoordige provincie Zuid-Holland haalden. Deze inpolderaars zijn in de streek blijven wonen en waren de eerste Bildtkerts. Algemeen wordt aangenomen dat het Bildts een vermenging is van Zuid-Hollandse dialecten met het Fries van de polderbewoners uit de omliggende gebieden.
Er is enige controverse over de precieze afkomst van de eerste Bildtkerts en over de mate van beïnvloeding van het Bildts door het Fries.
Naar schatting waren er in 2006 ongeveer 6000 mensen die het Bildts beheersen.

Ik ben een van die 6000 mensen. Ik kan het Bildts niet alleen spreken, verstaan en lezen. Ik kan het ook schrijven, dankzij een cursus gevolgd bij de gepensioneerde leraar ‘Meester Kas’ uit Sint-Anne. De cursus werd gegeven op dinsdagavond van september tot april, en ik mistte geen les. Het was het klasje met maar acht leerlingen, waarin het altijd leuk en gezellig was. Maar het was vooral de kwaliteit van de leraar én de door hem ontwikkelde lesmethode. De Bildtse cursus was en is een uitstekende taalcursus.

Bildts schrijven doe ik niet iedere dag. Af en toe een sms naar zussie, mijn boodschappenbriefje schrijf ik in het Bildts, tijdens de jaarlijkse weekendcursus prozaschrijven maak ik mijn teksten in het Bildts en tot 1 september jl. schreef ik regelmatig een blog in het Bildts op mijn hyvessite.
Juist voor de mensen die het Bildts schrijven niet (kunnen) onderhouden, maar dat wél graag willen, organiseert ‘Meester Kas’ ieder jaar een opfriscursus van twee uurtjes. Een avond op herhaling, een avond terug naar de schoolbankjes. Weromkomaven is letterlijk vertaald: terugkomavond.

Binnen een maand mag ik weer even lekker een avond met Bildtkerts, in de bibliotheek in Sint-Anne Bildts praten en schrijven, oefeningen maken, lachen en geconcentreerd een altijd pittig dictee maken…

Maar de weromkomaven is niet alleen een avond op herhaling en de kennis van de taaltheorie opfrissen.  
Bildts is mijn moedertaal.
Een avondje Bildts is een avondje thuiskomen.

maandag 21 februari 2011

055

Wie jarig was, mocht kiezen wat er werd gegeten!
Ik heb geen idee tot welke leeftijd die regel gold ‘vroeger’ bij ons thuis. Maar dat het altijd dubben was tussen pannenkoeken en patat (frietjes voor niet Noorderlingen), dat weet ik wel.

Nog steeds vind ik pannenkoeken een lekkernij, een feestje. Wanneer neefje J. (nu 10 jaar) in een vakantie logeert, eten we de eerste logeeravond steevast pannenkoeken (met het bord op schoot voor tv). De liefde voor patat is lang geleden in een glijvlucht gekomen. Het is niet dat ik de gefrituurde aardappel vies vind. Bij een visje met salade misstaan de frietjes niet. Maar wanneer ik de keus heb tussen de gefrituurde of de gebakken aardappel, ga ik nu voor de laatste.

(…)

Zondagmiddag, zonnetje scheen, lief had afgesproken met andere muziekmannen…
Voor mij een goed moment om even bij oma langs te gaan, die niet mijn oma is maar die ik wel zo noem!
Twee koppies thee met een sprits, wandelingetje om de serviceflat (frisse oostenwind, dus niet te lang en te ver), kopje koffie met een droge marie (waar we samen erg om hebben gelachen, maar daar had je bij moeten zijn om het ook leuk te vinden) en maar samen babbelen. Met oma is het namelijk nog érg leuk babbelen ondanks haar 94-jarige leeftijd: de komende verkiezingen voor Provinciale Staten, de getrapte Eerste Kamer verkiezingen. Ze is er van op de hoogte en heeft er een gefundeerde mening over.

Aan het eind van de middag voegde mijn lief zich bij ons en namen we nog een bakkie. Tsja, en toen was het even de vraag… wat doen we met eten? Nog drie kwartier naar huis rijden en ruim drie kwartier wachten op de ovenschotel, dat trok ik niet meer.
Oma opperde dat we wel op weg naar huis konden eten bij het cafetaria in de buurt. Ze wist niet te vertellen of de patat goed is en wat er exact te bestellen is… want het was alweer héél lang geleden dat ze er was geweest. Een aantal jaren geleden kwam ze er nog met vriendinnen, maar de vriendinnen zijn inmiddels heengegaan en oma kan de route niet meer alleen afleggen in verband met slechte ogen. Jammer.

En zo reden we samen naar het cafetaria, bestelden drie patat, twee kroketten, een kaassoufflé en een hamburger én reden met een tas voor vette happen terug naar de serviceflat. We lieten de lift en de gangen naar oma’s appartement in de serviceflat lekker geuren naar een cafetaria!

En oma at na jaren weer eens patat mayo met een enorme kroket met mosterd!

Patat was weer even een écht feestje!

zondag 20 februari 2011

054

Van mijn hele VWO-periode kan ik mij precies twee schoolavonden herinneren. De eerste was een filmavond in de kantine. Die werd vertoond in de ‘oude’ school aan het Zaailand, in het centrum van Leeuwarden. Een prachtig statig gebouw, met een trap voor de ingang en boven de toegangsdeur: Rijks Hogere Burgerschool. Toen ik daar halverwege de tachtiger jaren op school kwam, heette de school al niet meer de ‘HBS’ maar de Rijksscholengemeenschap (RSG). Zó oud ben ik nu ook weer niet.
Binnen leidde een dubbele marmeren trap naar de eerste etage. Omdat de school véél te klein was lagen er achter school arken in de gracht met noodlokalen. Een mooiere school op een mooiere plek heb ik nooit meer gezien.
Inmiddels heeft ‘ie plaatsgemaakt voor een gebouw van Justitie en is de school naar de rand van de stad verhuisd. Ik vond het echt jammer, dat we na bijna twee jaar uit de binnenstad vertrokken .
In ieder geval: in die ‘oude’ school maakte ik mijn eerste schoolavond mee en dat was geen succes wat betreft de film: Friday 13th…
De tweede schoolavond was in stadsschouwburg de Harmonie. Vóór de pauze toneel/cabaret door leerlingen en docenten en na de pauze muziek. Volgens mij gespeeld door een ingehuurde band. Verder kan ik mij géén feestavonden, muziekavonden herinneren tijdens mijn VWO-periode. Of ik deed er niet aan mee, of ze waren er niet. En ik ben bang dat er toch sprake was van dat laatste…

Maar binnenkort ga ik het ‘inhalen’!
Die RSG die naar de rand van de stad verhuisde is er nog steeds. Na een poosje de naam Slauerhoff College gedragen te hebben, heet ‘ie nu Piter Jelles Montessori.

En laat ik nu twee neven hebben, 16 en 15, op het Piter Jelles Montessori!
En laat de oudste de basgitaar ontdekt te hebben!
En laat hij nu binnenkort met zijn bandje spelen op een schoolavond!
En laten tantes daar óók welkom zijn!

Dus ik heb de bestelling voor twee kaartjes al geplaatst (partner van tante is ook welkom. Het moet niet gekker worden).

Uiteraard weet ik dat ik geen 17 meer ben, en ik mij dien te gedragen als ‘ouwe tante’: dat is rustig achterin de zaal luisteren en bescheiden klappen. Niet joelen, gillen, vooraan staan en al helemáál niet dansen!
Dat ga ik allemaal stiekem in mijn hoofd doen.

zaterdag 19 februari 2011

053

Vlak na de start van een voetbalplaatjesactie staan ze er steevast: bedelende kinderen voor de ingang van de supermarkt. Vandaag zag ik vlak voor de ingang van de Super de Boer een jongetje staan, met de capuchon van zijn jas flink over het hoofd getrokken. Hij stond tegen een grote prullenbak geleund en had het duidelijk koud. Ik wilde bij het binnenstappen van de winkel nog tegen hem zeggen: “Ga toch lekker aan de andere kant van de schuifdeuren staan, daar is het lekker warm!” Maar ik deed het niet. Misschien had hij zich wel vreselijk misdragen in de winkel. Had ‘ie zijn vader of moeder aan de kop lopen zeuren over chips en lollies. En over alle groenten die hij niet lust. Om de opvoeding van zijn ouder(s) te ondermijnen… dat is niet aan mij.

Ik liep na het afrekenen achter een meneer de winkel uit. Het jongetje stond nog steeds tegen de prullenbak geleund. Hij richtte het hoofd op en vroeg heel zacht aan de man voor mij: “Heeft u kraskaartjes?” De man stak hem zeker drie toe.

Ik schrok. Ik was ontsteld.

Voor wie de kraskaartenactie van de Super de Boer niet kent:
Bij besteding van € 10,- krijgt de klant een kraskaart met drie krasvakjes. Wie drie keer hetzelfde plaatje krast, heeft het product op dat plaatje gewonnen. Het gaat om producten in de winkel – ik durf niet te zeggen of het nu ter promotie van A-artikelen of van eigen merk-artikelen is, maar het zal wel het laatste zijn – én er zijn luxe producten te winnen, die absoluut niet in de supermarkt te koop zijn:
  • een Chevrolet Spark (zou ik weigeren)
  • een Gazelle Cabby (soort lelijke bakfiets)
  • een Sunweb reischeque (gezellig een all-inclusive boeken… dacht het niet)
  • een Smeg koelkast (die is écht wel heel mooi)
  • een Goossens interieurcheque (zou ik mijn zus geven. Niet dat haar interieur een facelift nodig heeft, maar omdat ze nu eenmaal interieurveranderingsplannen heeft)
  • een Illy espressomachine (denk dat mijn lief deze met gejuich zal gebruiken)
  • een weekend in hotel Zuiderduin (wedden dat wij dan precies in een weekend zouden gaan dat het onophoudelijk regent)
  • een Gazelle omafiets (leuk!)
  • een Gero bestekset (heb bestek én bestek uit de caravan dus ‘no thanks’)
  • een weekend Duinrell (is allang gepland door zus, en ik mag mee!!!)
  • een gas-BBQ (lastig op een balkon)
  • een trolleyset (ik vind mijn roze trolley en knalgele Samsonitekoffer véél leuker dan deze saaie zwarte set)
  • een Gero pannenset (niet echt nodig, maar ach, sla ‘m niet af)
  • een Mio navigatie (voor die ene keer per jaar kan ‘ie handig zijn)
  • Indoor skydiven (lijkt me tof!)
  • bezoek aan een welnessresort (héérlijk)
  • een antislipcursus (is nooit weg)
  • een bijzettafeltje (mag aan mij voorbij gaan)
  • een steamer (ik ben niet zo’n keukenprinses…)
  • een set kinderbestek (ik ben en blijf graag kindloos)
Niet echt prijzen waar een jongetje van een jaar of 8 iets mee kan.
Ook boterhamzakjes, frituurvet, bokkepootjes, rozijnen, hagelslagmix, roomkaas, pepermunt, boerencake, fusilli, tum tum, slagroomijs, ontbijtkoek, kletskoppen, schoonmaakazijn, krabsalade, bladerdeeg, paneermeel, chocolademousse, muntdrop en erwtensoep lijken mij geen droomprijzen voor een kind.

Ik schrok niet alleen van de gedachte dat ‘ie misschien naar de Super de Boer was gestuurd om te bedelen. Ik schrok vooral van het smalle, bleke koppie met roodomrande ogen in de capuchon.

Ik hoop dat hij heel veel prijs had vandaag…

052

De wind leek op het plein uit alle hoeken tegelijk te komen. Het was er waterkoud en leeg. Nou ja, op een podium na dan, dat niet misstaan zou hebben op een gemiddeld festival. En op het duo Die Twa na, dat met een geluidsband meezong voor laat ik zeggen tien mens publiek. Zo behaal je in Fryslân relatief hoge verkoopcijfers, ben je een topper wat betreft ‘Fryske’ airplay, ben je opgemerkt door zenders die vooral het Hollandse lied laten horen, sta je vijf keer in de Fryske top 100 van 2010 (nr. 88, 38, 27, 21 en 2)… en zo sta je op 19 februari 2011 voor een halve paardenkop op te treden op een leeg winderig plein midden in Leeuwarden.
Voldoende volk op straat, maar dat liep winkel-in winkel-uit, en liep vooral voorbij aan het podium.

Nadat ik in mijn rugzak had waarvoor ik de binnenstad ingelopen was – drie keer raden wat, inderdaad een boek – liep ik achter het podium langs terug naar huis. Die Twa was alweer vertrokken, en een meneer had de microfoon tot zijn beschikking. Hij ‘predikte’ voor de natuur…
Het bleek een manifestatie te zijn in het kader van Hart voor Natuur!

Het publiek bestond vooral uit mensen in boswachterspakjes en mensen van het actieteam / campagneteam, te herkennen aan een muts in een vreselijke groene kleur. De kleur: verwassen appeltjesgroen. Het team had het flyeren en aanspreken van het winkelend publiek even onderbroken voor de spreker. Helaas voor de spreker, waren de luisteraars dus vooral mensen die niet meer overtuigd hoefden te worden.

Wat een treurigheid.

Koud van het shoppen stookte ik thuis de CV even flink op.

vrijdag 18 februari 2011

051

Op mijn telefoon stond vanmiddag Leeuwarden 1°C, dus ik was voorbereid op kou. Twee sjaals, handschoenen, ‘dekbed-jas’. Die handschoenen hadden iets dikker gekund, maar het was te doen. Zo ver was het nu ook weer niet van mijn huis op de fiets naar het verzorgingshuis.
Het leek mij nogal koud om stil te zitten buiten, maar Jumeau wilde het toch graag proberen. Dus weer helemaal ingepakt en met een nog dikkere plaid dan vorige week over de benen, vertrokken we voor een rondje langs de Potmarge. Een route met veel bruggetjes… dus dat werd voor mij achter de rolstoel, een flinke work-out. Ik kreeg het er lekker warm van.

Neemt niet weg dat het wel gewoon 1°C was vanmiddag.
Buitengewoon verbaasd was ik op de terugweg naar huis. Het verkeerslicht voor de fietsers stond op rood. Van rechts kwamen auto’s… en een viel in het bijzonder op. Vanwege de groene kleur, én… het open dak!
Nu kan het natuurlijk zijn dat het knopje waarmee hij het dak wilde sluiten kapot was, en hij een telefoontje had gehad, dat zijn moeder met gillende sirenes naar het ziekenhuis was weggevoerd en er niet 1-2-3 een andere auto tot zijn beschikking stond. Dus dan in dit noodgeval maar even met open dak door Leeuwarden, ondanks de temperatuur rond het vriespunt.

Ik houd het echter toch maar op: ziellug!

dinsdag 15 februari 2011

050

Vanavond is ‘bye, bye try before you die’ op Nederland 3. Met andere woorden: de tv kan om 20.30 uur óf op een andere zender óf uit. Ik heb wel eens een stukje van het programma gezien, maar het kon mij weinig – beter gezegd niet – boeien. Waarom iets doen wat niet mag? Zoals aan een noodrem in de trein trekken… Ik zie er de lol en al helemaal het nut niet van in. Iemand omverrijden die op een voetgangersoversteekplaats loopt mag ook niet, maar ik moet er toch niet aan denken dat men het in het programma tóch had gedaan. Voor de kick en voor de kijkcijfers.
Naast de categorie ‘stiekem doen wat niet mag’ was er geloof ik de categorie: een persoonlijke angst overwinnen. Ik zag dacht ik een keer iemand die zei het niet te durven, toch van de Euromast naar beneden suizen. So what! Was haar leven zoveel anders geworden, wanneer ze er toch vanaf had gezien? Geloof er niets van. En al was dat wel het geval, hoef(de) ik daar geen getuige van gemaakt te worden. Boejuh.

Lang geleden toen ik net mijn rijbewijs had en mijn eerste eigen auto – sorry, bij vrouwen schijn je te moeten spreken van haar autootje – had ik samen met een vriendin het plan om naar Antwerpen te rijden. Dat idee kwam niet zomaar uit de lucht vallen, hoor. Bij de studentenvereniging werd een liftwedstrijd gehouden: in tweetallen liftend van Leeuwarden naar Antwerpen. Het duo dat zich als eerste op de gemeentecamping aan de Linkeroever van de Schelde meldde bij de trekkershut, was winnaar. Wij hadden geen zin in liften: gewoon met de auto naar Antwerpen rijden, was wel zo snel, comfortabel en zeker.
Nu was ik zo’n kersverse eigenaar van het roze papiertje en witte Ford Fiesta, dat ik nog niet verder was geweest dan Wolvega (of zo) en een paar keer op en neer Leeuwarden – ouders op Het Bildt. Dus ik vond het best spannend om door Antwerpen te moeten rijden.
De avond vóór de liftwedstrijd zaten we in de studentensoos en zei ik tegen iemand dat ik best tegenop het rijden in Antwerpen zag en zelfs wat eng vond. En toen zei hij: “Dan doe je het toch niet!? Dan neemt je vriendin op een gegeven moment het stuur over. Waarom zou je persé iets moeten overwinnen morgen!? En voor wie!?”
Tsja… waarom eigenlijk. Dus het wisselen van stoel-bijrijderstoel spraken we af en ik had een zorg minder.

Het werd nogal laat die avond in de soos en de volgende dag hadden we beide een enorme kater… Mijn kater was ietsiepietsie kleiner dan die van mijn vriendin. Zij was überhaupt niet in staat om te rijden… En dus reed ik van Leeuwarden naar Antwerpen, door de Kennedytunnel en in één streep door naar de camping aan de Linkeroever van de Schelde.
Geen centje pijn nu de druk van ‘iets móeten overwinnen omdat dat zo ontzettend goed zou zijn voor mijn verdere leven’ er af was.

Zonder móeten overwinnen, is het leven een stuk aangenamer!   

maandag 14 februari 2011

049

Nee…natuurlijk doen wij niet aan Valentijnsdag!
Dat is immers een bedachte dag door de commercie. Een dag waarop we attent lijken, maar het helemaal niet zijn. Wie ineens op 14 februari een bos bloemen, doosje Belgische pralines of een flesje parfum aan een dierbare geeft, bewijst juist het tegendeel van ‘het-komt-heel-spontaan-recht-uit-mijn-hart’.

Maar toch…

Na viereneenhalf uur ‘beuken’ achter de computer – ik heb mij de hele dag volledig afgesloten omdat ik écht eens moest beginnen met het schrijven van heel veel tekst – moest ik even een frisse neus halen.
En ach, dan is de Etos best een aardig doel van een wandelingetje.
Eenmaal binnen is dat favoriete geurtje dan ook zomaar weer gekocht.
Waarom wachten met geven. Zie ‘m toch vanavond…
Ik krijg een goed gevoel van een cadeautje geven, dus wat nou, Valentijnsdag is een commercieel feestje!

Ondanks mijn onderduikactie om te kunnen schrijven, wist de receptioniste mij vandaag toch te vinden. Of ik héél snel iets wilde afhalen bij de balie. Het was geen ijs – had gekund toch, wanneer iemand vraagt iets héél snel te doen – maar wel iets soortgelijks. Er stond een roze mandje in de vorm van een hart gevuld met bonbons voor mij. Bedrag viel in de categorie: ‘mag geaccepteerd worden’.
Vervolgens langs vele collega’s gelopen en – met bonbons in de hand – gevraagd: “Do you wanna be my Valentine?”
Vrouw, man, jong, oud: allemaal wilden ze mijn Valentijn zijn en accepteerden een bonbon (het geschenk verdeeld over circa 30 mensen valt helemáál in de categorie: ‘mag geaccepteerd worden’).
Dat gaf wederom een goed gevoel, dus wat nou, Valentijnsdag is een commercieel feestje!

Ik zeg: Valentijnsdag… niks mis mee!  

NB. net pralines van mijn lief gehad.  Woehoe!

zondag 13 februari 2011

048

Het was meer dat ik niet wilde opgaan in de grote grijze massa, dan dat het recalcitrantie was.
Ik denk tenminste dat velen mijn haar- en klederdracht als recalcitrant pubergedrag afdeden, toen ik op mijn vijftiende er als een ‘hardrocker’ bij liep. Het was geen afzetten, het was de wens gezien te worden. Misschien was toen wel het grootste compliment dat iemand maakte, de opmerking dat ik niet meer in het dorp thuishoorde, omdat ik geen dorpsmeisje was!

Mijn lange haar was getoupeerd tot een enorme wilde bos, ik droeg strakke panterbroeken of streepjesbroeken (zwart-wit, zwart-rood), een zwarte sweater, leren jas met spijkerbodywarmer erover… Dat werk. Accessoires waren zo’n vijfentwintig jaar geleden: spelden, oorbellen in de vorm van een slang, een ring met slang, vele zwarte veters, koorden en riemen om de nek en pols, een riem met spijkernoppen om de enkel en een riem met spijkernoppen om de middel. Make-up: zwart oogpotlood.

Destijds wist ik exact twee winkels waar ik mijn kleding kon kopen: Dick’s Dumpstore en Ursula In Leeuwarden. ‘Large popmerchandising’ was mij niet bekend… als het toen al bestond, maar dat denk ik nu eigenlijk wel. Weliswaar nog niet met een handige webshop, maar vast en zeker al wel met een dikke catalogus vol bandshirts, stoere kleding en heftige sierraden.
Eerlijk gezegd ken ik Large nog maar een maand of drie… via een neef van ruim 16 die met zijn halflange haar en snoeiharde muziek superstoer is. Toen ik in november vroeg wat ‘ie voor Sinterklaas wilde van zijn ’tante’ (ik wil niet dat mijn oudste neven mij tante noemen – en dat doen ze ook niet – dus vandaar de aanhalingstekens), kwam de catalogus van Large op tafel.

Mijn tante vroeg vijfentwintig jaar geleden of ze voor mij misschien een collecte moest gaan houden, zodat ik een nieuwe broek zou kunnen kopen voor de gestreepte broek met gescheurde knieën die ik toen droeg…
Ik kocht afgelopen november voor mijn neef een herenarmband van zwart leer en metaal bij Large en een shirt van Metallica.
Weer even lekker anders dan vele anderen.

zaterdag 12 februari 2011

047

Moest echt even bijkomen bij de aftiteling. En dat bijkomen heeft nog bijna de hele nacht geduurd. Misschien ben ik daar trouwens nog wel steeds mee bezig.

Gisteravond samen met mijn lief naar de Cinema geweest.
Voordat wij een filmzaal binnenstappen, bekijken we thuis de trailer, lezen we over een film en raadplegen we de recensies.
We wisten dus dat we niet naar een gemakkelijke film gingen; geen achterover leunen met in de ene hand een zak popcorn en in de andere een beker cola met teveel ijsblokjes, en maar consumeren.
Dit zou een film worden in de categorie: op het puntje van de stoel en af en toe even het gezicht wegdraaien of de ogen sluiten. Hij zou ons onder de huid kruipen, stond in een recensie te lezen.
En dat was ook het geval.

Misschien dat de giebelmeiden naast ons op de een na laatste rij, zich óók even vooraf hadden moeten verdiepen in de film en het verhaal. Het irritante gegiebel werd steeds minder; na de pauze hebben we ze helemaal niet meer gehoord.
Ze waren waarschijnlijk in de veronderstelling dat ze naar een gezellige, meiden-balletfilm gingen.
Nou dat is Black Swan in de verste verte niet.

Maar wat een grandioos goede film.

Aanrader!

vrijdag 11 februari 2011

046

Het liefst zou ze even gaan rusten, zei Jumeau (zie ook blog 037) toen ik voorstelde om even naar buiten te gaan. Ze zag er ook erg moe uit en nog brozer dan anderhalve week geleden toen ik met haar kennismaakte in het verpleeghuis. Nadat ik zei dat als ze dat het allerliefste wilde, ze dat absoluut moest gaan doen, stelde ze voor om het toch even te proberen: in de rolstoel naar buiten. De wandeling van de woonkamer in het verpleeghuis naar de slaapkamer was bijna te ver. Halverwege moest ze even rusten, terwijl ze anderhalve week geleden nog helemaal mee liep naar de hoofdingang én weer terug. En dat toen in een redelijk tempo. Weliswaar achter een rollator, maar nog best kwiek voor een 94-jarige.

Anderhalve week geleden werd ik ontzettend verdrietig toen ik zag hoe wij met onze (oudere) medemens in het verpleeghuis omgaan: de kleine kamertjes waar wildvreemden bij elkaar gestopt worden op circa 24 m2, de weinig persoonlijke spulletjes die iedere bewoner van thuis mee kan nemen, het gebrek aan een rustig leeshoekje met een lekkere fauteuil, het gebrek aan privacy vooral.

Het ontbrak vanmiddag absoluut niet aan lieve verplegers die met toewijding voor de bewoners zorgen. Dat moet ook gezegd worden. Ik zag ook mooie dingen. Althans dingen die mij als gezonde bezoekster die maar anderhalf uur in het verpleeghuis aanwezig hoeft te zijn, opvallen als mooi: de verpleger die een rolstoel voor Jumeau zocht – ze heeft zelf niet een dus we moesten een lenen, en dat was geen probleem - en nog even de bandjes oppompte. Vervolgens hielp hij haar met veel humor in de jas. Ik zag ook hoe een bewoonster rijles kreeg in een elektrische rolstoel: grote L op de achterzijde, een geduldige instructeur die met haar meeliep en haar aanwijzingen gaf.

Jumeau wilde geen muts op en handschoenen aan… Nee, het haar moest zelfs nog gekamd worden voordat we de deur uitgingen. Even was de vrouw terug die er verzorgd uit wilde zien. Top!  
Ik had er rekening mee gehouden, dat ze het toch te koud zou vinden, stil zittend in de rolstoel. Nog geen vijf meter buiten de deur kon ik alsnog de rugzak leegtrekken: ik had een fleecedeken voor over de benen, handschoenen en een muts meegenomen, en die waren nodig. Toch liever een warme muts over het gekamde haar, dan een verzorgde coupe.

Jumeau had een boodschap bedacht: ze wilde bij de drogist een regenkapje kopen. Ze komt dan weliswaar bijna niet meer buiten, en al helemaal niet wanneer het slecht weer is. Maarja, als zij een regenkapje wil kopen, dan kopen we een regenkapje. Dus ik heb haar naar de drogist geduwd.
Daarna wilde ze ergens koffie drinken! Toen ik de koffie wilde afrekenen en zei dat zij de volgende keer mocht trakteren, stond ze er op dat zij dit keer trakteerde. Het broze vrouwtje dat ruim een half uur eerder zo moe aan de tafel zat en het liefst op bed was gaan liggen, was weer even opgekikkerd en stond op haar strepen. Prachtig.

Wat een wandelingetje van nog geen uur kan doen.

dinsdag 8 februari 2011

045

Vanochtend liep ‘ie bij alle collega’s op de gang meteen de werkkamer binnen, zodra de collega de jas had opgehangen en op de stoel aan het bureau zat. Iedereen reageerde blij en geïnteresseerd. De directe collega aan het bureau tegenover hem, had vlaggetjes opgehangen: op de deur en op zijn computerbeeldscherm.

Vanmiddag trakteerde hij en waren de eerste foto’s beschikbaar. Dus dezelfde enthousiaste collega’s kwamen nu een voor een op zijn versierde computerbeeldscherm de kiekjes bewonderen.
Daar zat ‘ie, helemaal verlegen en onder de indruk, met een klein pakketje op de arm, wegkijkend van de camera.

De trotse opa met de beschuit met blauwe muisjes was zó aandoenlijk.

044

Terwijl ik de ene na de andere liter diesel in de bijna lege tank liet stromen, keek ik wat om me heen zonder echt te kijken. In de zomer liggen er nog wel eens bootjes in de Drentse Hoofdvaart naast het tankstation. Maar nu lag er niets om naar te kijken.
Van het ene op het andere moment was ik alert. Het was de voorbijrijdende vrachtwagen; hij was enorm groot en ontzettend rood. Maar het was de reclame die mij wakker schudde.

In blog 20 schreef ik: Van sommige ‘nieuwe dingen in mijn leven’ weet ik nog precies waar en hoe ik ermee in aanraking kwam.

Vanmiddag besefte ik: voor de allereerste keer in mijn leven zie ik reclame voor dit product.

Op de zijkant van de truck stond een heel grote Indische cake, afgebeeld in verpakking. Nieuw was voor mij de dame met traditioneel Indische hoofdtooi, maar de rest van de verpakking was gesneden koek (oh, wat een trieste woordgrap toch weer). Toen ik trouwens zojuist op zoek was naar een afbeelding van een Indische cake stuitte ik op een blogje waarin de schrijver sprak over de verplakking van Indische cake. Geweldige vondst. Wie wel eens Indische cake heeft willen aansnijden snapt meteen wat bedoeld wordt met verplakking.

Er zijn vast diverse producenten van Indische cake. Ik ga daar tenminste vanuit, omdat ik mij niet kan voorstellen dat er maar één producent is. But correct my if I’m wrong. Ik kan mij in ieder geval maar één verplakking voor de geest halen: deels rood, deels doorzichtig, met lichtbruine letters. Sinds een aantal seconden weet ik dat de producent ‘Lindemulder’ is. Dat ga ik absoluut snel weer vergeten.

Maar niet: dinsdag 8 februari 2011 rond 13.00 uur bij het tankstation aan Rijksweg 1 in Dieverbrug!

zondag 6 februari 2011

043

Wat mij betreft hoefde er nog niet een eind aan te komen, maar een vriendelijke stem verzocht alle bezoekers het museum te verlaten, omdat het bijna 17.00 uur was. Dus ik moest mijn documentairemarathon wel afbreken. ‘Alle’ bezoekers kon ik overigens in de garderobe bijstellen tot: wil de laatste bezoeker het museum verlaten? Want er hing nog één jas aan de kapstok – de mijne – en alle kluisjes stonden wagenwijd open.

Regelmatig loop ik even op zondag de straat uit, steek ik over, sla ik een keer links- en een keer rechtsaf, en loop ik bij het Fries Museum naar binnen. De vaste tentoonstelling ken ik onderhand wel; het gaat om de tijdelijke tentoonstellingen. Helaas (voor het Fries Museum), van de tijdelijke tentoonstellingen ‘Windows’ en ‘Grutte Pier’ heb ik proefondervindelijk kunnen vaststellen, dat ze niets voorstellen, flut zijn… Daarbij opgeteld dat meer dan de helft van het museum gesloten is, vooruitlopend op de verhuizing in 2013, maakt op dit moment het museum geen bezoek waard.

Maar… op de bovenste etage van het Kanselarijgebouw is het Verzetmuseum Friesland gevestigd!
Op dit moment is er een tijdelijke tentoonstelling ‘Oorlog in Beweging’ over (amateur)films gedraaid in WOII én films die over WOII gaan. Er is een filmzaaltje ingericht met vier rijen bioscoopstoelen van elk drie plaatsen breed. Op een touchscreen kan de ‘bioscoopbezoeker’ kiezen uit vele documentaires over de Tweede Wereldoorlog in Fryslân en Leeuwarden. Het was moeilijk kiezen uit de circa 15 documentaires.

Ik zag bewegende beelden van de Joodse familie De Jongh uit de Spanjaardslaan: vader en kinderen worden door een politieagent uit het huis gehaald. Ze lopen de straat uit, elk met een aantal koffers en tassen onder de arm. De overbuurman, tandarts Rodenburg heeft het vanachter het gordijn gefilmd. Ik heb deze beelden eerder gezien in dit Verzetsmuseum en ze blijven indrukwekkend.
Na de zwart-witbeelden komen twee heren op leeftijd in beeld. Zij waren jochies in de oorlog en weten nog dat de familie De Jongh op straat werd gezet. “Meneer de Jongh wilde zijn bagage meenemen op een wagentje, maar dat wagentje ging kapot. Ik wist van mijn vader die huisarts was, dat meneer De Jongh hartpatiënt was. Ik wilde meneer De Jongh helpen en toen heb ik zijn bagage op de autoped vervoerd. Ik ben helemaal meegelopen naar het treinstation. ”
Bijna 70 jaar later vertelt hij het verhaal met tranen in de ogen.
Hij wilde alleen maar helpen.

zaterdag 5 februari 2011

042

Gisterenochtend hoorde ik de zoveelste variant en dat was wat mij betreft de allerlaatste keer! Ik wil het niet meer horen!

Volgens mij was Geert W. de eerste die met een variant kwam. Maar die heeft dan ook een patent op  slecht gekozen benamingen. Ik verdenk die club er van dat ze heidagen hebben, waarbij de benen op tafel gaan en een persoon naast een flipover staat. En dan maar brainstormend en elkaar prikkelend, vooral héél ‘out of the box’ de meest kwetsende benamingen bedenken.


Anyway, in 2006 sprak hij over ‘een tsunami van islamisering’. Daarna volgde onder andere in de media:
- een tsunami aan echtscheidingen
- een tsunami aan liquiditeiten
- een Republikeinse tsunami aan overwinningen in het Congres
- een tsunami aan faillissementen
- een tsunami aan parlementaire vragen
- een tsunami aan beleggingsklachten
- een tsunami aan nieuwe studenten in Rotterdam
- een tsunami aan feiten
- een tsunami aan nepartikelen
- “We hebben de tsunami aan kinderen overleefd”
- een ware tsunami van urine
- een tsunami aan grote en kleine weetjes
- een tsunami aan theateramusement
- de tsunami aan overvallen
- de tsunami aan babi pangang en bami goreng is ten einde
- een ware tsunami aan productintroducties
- een tsunami aan tegenacties
- een tsunami aan 3DS-isatie (geen idee wat hiermee bedoeld wordt!)
- een tsunami van Polen

En dan gisterochtend in het NOS Journaal: “Het aantal veel te dikke mensen is sinds 1980 wereldwijd bijna verdubbeld. Onderzoekers spreken over een tsunami van obesitas”.

Hoe vaker ik het woord tsunami hoor in een heel andere betekenis dan een grote zeegolf veroorzaakt door een aardbeving, een aardverschuiving of een meteorietinslag, hoe kleiner de impact van het woord wordt. Door het gebruik van het woord tsunami in de meest vreemde samenstellingen, waarbij men wil aangeven dat er sprake is van ‘een enorme toename’ of ‘een enorme hoeveelheid’, hoe meer het woord aan een devaluatie onderhevig blijkt te zijn.

We zouden door al die flauwekul-tsunami’s bijna vergeten wat dé tsunami ook alweer inhield: 237.000 doden in Indonesië, 38.000 doden op Sri Lanka, 16.000 doden in India, 5395 doden in Thailand, tussen de 400 en 600 doden in Myanmar, 82 doden op de Maladiven, naar schatting 600 doden in Maleisië, er zouden honderden mensen die voor de kust van Somalië in een boten zaten zijn omgekomen…  En daar mogen we dan nog vele gewonden en een enorme materiële schade bij optellen. En dat niet in een tijdsspanne van een aantal (tientallen) jaren maar in een paar minuten!

Ik snap heus wel dat het aantal mensen met dermate veel overgewicht dat het een levensbedreigende vorm aanneemt, groter en groter wordt. Ik snap heus wel dat onderzoekers, specialisten, voedingsdeskundigen en wetenschappers de ernst daarvan willen onderstrepen.

Maar alsjeblieft… gebruik bij het uitdrukken van een grote hoeveelheid of een grote toename uit respect voor de slachtoffers het woord tsunami niet meer!

041

Wanneer ik nu een huisdier zou hebben, dan zou dat een hond zijn. Maar ik heb geen huisdier, want dat zou ronduit zielig zijn: ’s ochtends stap ik rond 07.00 uur de deur uit en het is meestal rond  18.00 uur, wanneer ik de sleutel weer in het slot van de voordeur steek. Dat betekent dat een huisdier zich op werkdagen elf uren zelf moet vermaken én in het geval van een hond of kat, dat ‘ie zichzelf naar buiten en weer naar binnen moet laten. Dat kan een kat of hond niet. Hoewel...
Nu een huisdier nemen zou een ronduit egoïstische, domme, ondoordachte, dierenmishandelende daad zijn. Toch jammer dat er nog altijd werkende singles en tweeverdieners zijn, die dit niet beseffen…

Het ‘bijzondere’ is, is dat ik niet uit een hondengezin kom, maar uit een kattengezin. Vanaf mijn eerste herinnering was lapjeskat Sunny in huis. Zij kreeg zeer regelmatig jongen, en ik heb werkelijk geen idee, waarom het beest niet gesteriliseerd was. Misschien was dat in de jaren ’70 nog niet vanzelfsprekend, en was het normaler dat de jonkies in een emmer met een doek met ether werden gestopt en daarna begraven werden in de tuin.
Op zeker moment bleef de zwangere Sunny een poos weg en kwam ze met twee kittens thuis die al te groot waren om in een etheremmer te stoppen. Sunny was mijn ouders te slim afgeweest, en de twee jonkies kregen een naam: Motty en Peter. De rode Motty kreeg een ander thuis en de rood-witte kater Peter bleef. (Later kwam er ook nog ene Bartje bij en hadden we drie katten, maar dat is nu even niet relevant.)

Peter was een bijzondere kat: hij opende alle deuren zelf, door op de kruk te springen. Dat was ‘m niet aangeleerd, dat had ‘ie zelf bedacht. De kruk in de deur tussen de keuken en de gang heeft volgens mij zelfs een poos een kwartslag gedraaid gestaan, alsof er nog kleine kinderen in huis waren. Maar dat was dus om te voorkomen dat Peter naar boven zou toffelen. Katten mochten niet naar boven, oftewel niet op de bedden slapen.

Op een dag was Peter weg…

Maar dat is gelukkig niet een dramatisch eind aan dit verhaaltje of aan het leven van Peter.

Verdomd als het niet waar was: weken (of maanden) later fietsten zussies, vriendin S. en ik over de oude zeedijk (paar kilometer ten noorden van het dorp waarin we woonden) en waren we absoluut zeker dat we Peter zagen! We belden aan bij het dichtstbijzijnde huis, maar de mevrouw die opendeed was niet bepaald vriendelijk of blij voor ons…
We raceten helemaal overstuur op onze fietsen naar huis en smeekten hait om met de auto naar de plek te rijden. Hij deed het. Eenmaal ter plaatse zette hait de kat achterin de auto en volgens mij heeft hij de onvriendelijke mevrouw daarna alleen medegedeeld dat hij de kat mee nam naar huis. Tof.

Thuis deden we de ultieme test: de kat werd in de keuken gezet en in de bijkeuken opende ik het deurtje van het kastje waarin het kattenvoer stond. De deur tussen keuken en bijkeuken was goed gesloten.

Voor het verhaal was het nu best aardig geweest dat de kat de deur niet opende…

Maar het was niet eens nodig om met het pak Felix te rammelen, want de kat stond al naast me. Hij had op de zijn vertrouwde wijze, de deur tussen keuken en bijkeuken zélf geopend! Het was 100% zeker, zonder DNA-test, Peter!

vrijdag 4 februari 2011

040

De supermarkt heeft twee schuifdeuren. Ik denk dat het de bedoeling is, dat ik door de rechter schuifdeur de supermarkt binnen stap, vervolgens langs alle schappen loop, en dan bij de linker  schuifdeuren (het dichtst bij de kassa) de supermarkt weer verlaat. Maar de linker deuren zijn het dichtst bij mijn voordeur én bij de plek in de supermarkt waar ik moet zijn, dus door die deuren ga ik zowel naar binnen als naar buiten. De aardige eigenaar vindt dat ook prima; hij weet waar ik voor kom, en zegt altijd heel vriendelijke goedendag. Hij heeft nog nooit gezegd, dat ik om moet lopen.
Trouwens, wanneer ik in deze supermarkt kom, ben ik meestal de enige klant, dus om nou te zeggen dat ik tegen een ‘stroom’ inloop, nou nee.

Anyway, vandaag liep ik weer even binnen en vervolgens recht op mijn doel af: de koeling waarvan de bovenste plank gevuld is met emmertjes yoghurt. Niet van die zure, dunne ‘Hollandse’ brij die je in een kommetje of bord schenkt. Nee, van die stevige, romige yoghurt die bij wijze van spreken in het emmertje blijft, wanneer je ‘m zonder deksel op de kop houdt. Yoghurt die je niet in een schaaltje schenkt, maar schept! Er staat dan ook niet alleen yoghurt op het emmertje, maar ook yoğurt. Het vlaggetje op de verpakking is niet opgebouwd uit drie banen (rood-wit-blauw), maar bestaat uit een witte wassende maan en een witte ster in een rood veld. Oftewel, de Turkse supermarkt hiernaast is mijn yoghurt-‘hofleverancier’.
Omdat ik niet de enige ben die verslingerd is aan deze yoghurt, maar ook zus alleen nog maar de maaltijd kan afsluiten met een kommetje Turkse yoghurt, koop ik altijd vier emmertjes tegelijk. De buurman kijkt er niet meer van op, wanneer ik het halve schap in een keer leeg koop.

Nu heeft zich iets bijzonders voorgedaan de afgelopen maanden…

Bijna twee jaar geleden werd bij mij CU gediagnosticeerd. CU staat in dit geval niet voor de Christen Unie, maar voor Colitis Ulcerosa. Dat zegt vele mensen niets (mij ook niet tot twee jaar geleden), maar het is enigszins te vergelijken met Crohn, waar velen wel eens iets over hebben gehoord. Het zou trouwens kunnen dat door een uitzending van ‘Je zal het maar hebben’ van ongeveer twee weken geleden, CU nu ook iets bekender is. Ik heb zelf die uitzending niet gezien, heb er alleen iets over gehoord. Zeer kort omschreven: CU is een chronische darmontsteking.

Na de diagnose kreeg ik diverse poeders, pillen en vloeistoffen die ik trouw iedere dag innam en mezelf toediende. Toen alles goed onder controle was, bouwde ik het aantal iets af, maar nul werd het nooit. Al met al bleef de CU ruim een jaar goed onder controle: bijna nergens last van, ik leidde een ‘gewoon’ leven. Tot vorig jaar mei: het was mis en het was niet onder controle te krijgen. Overigens geen dag werk gemist, maar privé was het best zwaar…
Onderzoeken, medicijnen opschroeven… het hielp allemaal niets. Toen zei de specialist: “Prednison”. En dat was schrikken.
De dag dat ik de Prednison in huis had, ging het best wel aardig, dus ik stelde het starten van de kuur een dag uit. Ook de volgende dag ging het best goed. Om een lang verhaal kort te maken: de Prednisonkuur heb ik nooit gehad. Op wonderbaarlijke wijze ging het steeds beter.

Inmiddels eet en drink ik weer alles, heb ik geen last van de CU, voel ik me prima en gebruik ik al circa vijf weken nul-komma-nul medicijnen! Die wonderbaarlijke ‘genezing’ begon ongeveer op het moment ik véél minder water ging drinken (ik denk dat ik wel bijna drie liter per dag dronk), ik het water verving voor de oplosthee van Zonnatura én… ik ‘verslaafd’ raakte aan de Turkse yoghurt.

De Turkse yoghurt als wondermiddel…
Het is absoluut op geen enkel onderzoek of op enige wetenschap gebaseerd.
Mensen met CU, Crohn, PDS etc. moeten ook vooral naar hun specialist blijven luisteren en niets zelfstandig veranderen in de medicatie, naar aanleiding van deze blog.
Maar zolang ik niet weet waardoor mijn CU wél zo’n enorme positieve ommezwaai heeft gemaakt, vind ik het een mooie gedachte dat het de inhoud van de emmertjes is, die ik voor € 2,- per stuk bij de buurman koop!

donderdag 3 februari 2011

039

Een aantal weken stonden de stoelen op de tafel, de planten in een hoek gedreven, waren de tl-lampen uit en de deur op slot. Op een A4-tje op de deur stond met duidelijke schreefloze, zwarte letters geprint dat ze de hele maand januari gesloten waren. In die maand werd de zaak niet verbouwd… Nee, het bleef er gewoon een maand lang ontzettend stil. Hoe kom ik trouwens überhaupt op de gedachte ‘verbouwen’! De meest recente verbouwing van de inrichting dateert van 1981… dertig jaar heeft de tijd er stil gestaan.

Op één front werd twee jaar geleden een kleine verandering doorgevoerd, en dat was misschien wél de spectaculairste: de vriezers met melkbussen werden verwijderd en er kwamen vitrines met ‘gewone bakken’ voor terug.

Wie in Leeuwarden woont, moet weten over welke zaak ik het nu heb: ijssalon La Venezia, gevestigd in het opvallende witte, hoge pand aan de Nieuweburen. Het pand is ooit wel eens uitgeroepen tot het lelijkste pand, maar zo zou ik het niet willen noemen. Wél is het pand (volgens mij) gevuld met het lelijkste ijssaloninterieur.

Ach, wat zit ik nu te bazelen over de muren, de vloer, de planten, de tafels en stoelen, kortom over de zielloze dingen! Het gaat bij La Venezia om het ambachtelijke, Italiaanse ijs. En dat is het aller-, aller-, allerlekkerste dat er te vinden is in Leeuwarden en in de omgeving met een straal van laat ik zeggen 983 kilometer.

Het is altijd verschrikkelijk moeilijk kiezen uit de 12 standaard smaken - vanille, aardbeien, banaan, stracciatella, citroen, chocola, pistache, mokka, hazelnoot, tartufo bianco, bloedsinaasappel en yoghurt - en vier specials. Iedere week worden vier bijzondere smaken uit een enorme lijst aangebonden. Laat het water maar in de mond lopen:  zuppa inglese, amarena, gianduia, pina colada, ananas, schwarzwalder kirsch, anijs, framboos, kiwi, appel, chocola, kwark, kokos, amaretto, meloen, tiramisu, marsepein, rum-krokant, mint, after-eight, whiskey-cream, cola, drop, tropical, bramen, peer, bosvruchten, sinaasappel, panna cotta, kaneel, torrone, abrikoos, mandarijn, bosbes, mango, pruim, cappuccino, kwark, kers en druif.

Vandaag is het 3 februari en dus is de ijssalon ‘alweer’ drie dagen geopend en was het de hoogste tijd om uit te proberen of het ijs ná de wintervakantie nog net zo lekker is als ervoor. Daar stond ik als een twijfelend kind. Dat het een beker van € 2,40 moest worden, had ik thuis al bedacht… en gelukkig had ik dat bedrag niet gepast meegenomen, want in de wintervakantie waren de prijzen voor de diverse maten ijsbekers, met tien cent verhoogd.
Anyway, moeite met kiezen dus.

Vanmiddag had ik het nog over Twitterberichten die niet interessant zijn, en niet geschreven hadden hoeven worden… Tweets over eten, bijvoorbeeld. Dat geldt ook voor blogs. Dus wat zou het, welke smaken ijs ik heb gegeten!

Het was gewoon weer ‘ouderwets’ genieten.

woensdag 2 februari 2011

038

(Blog op 22 augustus 2008 in het Bildts geschreven en op 2 februari 2011 vertaald naar het Nederlands. Sinds de verkoop van de Otten Zwerver overigens nog niet weer impulsief iets vergelijkbaars gekocht…)

Ik zag het voor me, in 2000. Ik was single en wilde graag op vakantie buiten Nederland. Ik zag mezelf alleen niet, met een tentje in Spanje of Italië staan. Gevoel van onveiligheid, terwijl dat misschien alleen maar gevoel was, en geen werkelijkheid was geworden. En ik vond en vind een tentje best aardig wanneer het schitterend mooi weer is en het tentje alleen een slaapplek is. De lol is werkelijk meteen héél ver te zoeken wanneer er ook maar één druppel regen valt!
En gehurkt of op knieën eten koken op een twee-pits-fornuisje? No way!
Maar ik zag het ook niet gebeuren, dat ik iedere avond in mijn uppie uit eten zou gaan. Kortom: met een tentje naar het buitenland, zag ik niet zitten.
En toen zag ik ‘m staan bij de sleurhuttenboer: een Otten Zwerver. Een oldtimercaravan uit hetzelfde bouwjaar als ik! Zo’n deurtje met slot leek mij wel zo veilig. Een bescheiden aanrecht met wasbak en fornuisje zou het eten koken net iets minder primitief maken én bij een regenbuitje zou ik niet languit op een luchtbed hoeven liggen, maar ik zou gewoon op een bank aan een tafeltje kunnen zitten. De oldtimercaravan was ook nog eens zo klein dat mijn Ford Fiesta ‘m kon trekken en hij was zó licht dat ik ‘m zelf zou mogen sleuren zonder aanhangerrijbewijs. Dé oplossing!!!
Hoe groter de aankoop, hoe sneller ik beslis, dus een paar dagen na die eerste ‘ontmoeting’ bij de sleurhuttenboer was de caravan contant betaald, stond ‘ie bij hait op de oprit, verfde ik de kastjes en kocht ik keukenspullen.

Wat ik héél even was vergeten: overdenken of een caravan wel iets voor mij is. Houd ik van kamperen? Vind ik het leuk om met maximaal 80 km/uur door Europa te rijden? Vind ik het leuk om op een camping tussen andere caravans te staan? Het was vrij snel duidelijk: ik ben helemaal geen (gepassioneerde) kampeerder (in caravan).
Oftewel: het is beperkt gebleven tot een keer een Pinksterweekend naar Ruinerwold.
De auto’s die ik na de Ford Fiesta kocht, hadden niet eens een trekhaak!

Eigenlijk heeft de caravan gewoon acht jaar in een stalling gestaan.
Prima plek, maar weinig zinvol.

Vorige week heb ik de Otten Zwerver net zo impulsief verkocht als dat ik ‘m acht jaar eerder kocht. Alle keukenspullen heb ik er ongebruikt weer uitgesjouwd. Wat ik nu moet met de extra thee-, wijn-, bier- en whiskyglazen, mokken, kurkentrekker, kaasschaaf, vorken, messen, lepels, borden, koffielepeltjes, gebakvorkjes, afwasteiltje, emmer, badmintonset, garde, pollepels, thermosfles, fluitketel (de fluitketel thuis was al werkloos want ik heb een waterkoker dus twee fluitketels overbodig), suikerpot, koffie-, thee- en suikerbus en vergiet, weet ik even niet. Het staat nu allemaal bij het inpakte servies en glazenassortiment van hait en mem (wat eigenlijk ook al over is). Wat 'n luxeprobleem. Beetje schande...

Maar spijt? Nee. De lol die ik had toen ik de kastjes verfde en de keukenspullen uitzocht weegt absoluut op tegen het stallinggeld en het negatieve verschil tussen aankoop- en verkoopprijs.
Als het financieel kan zou ik zo wéér impulsief iets vergelijkbaars kunnen kopen. Je moet zo nu en dan ook iets proberen!

Zou een boot iets voor mij zijn? Hmm