Mijn lijst met blogs

maandag 18 juli 2011

179

Boven de stad hadden zich donkergrijze (zo niet zwarte) wolken samengepakt, toen ik vanaf de Wâldwei richting Leeuwarden reed. Een keer geparkeerd voor de deur, waren ze gescheurd… en kon ik bijna niet anders dan wachten in de stilstaande auto. Wat een water! Toen het spoelen overging in stevig regenen rende ik naar huis, waar ik in de schemerige kamer op het lichtknopje drukte… en hoorde ‘Poef’. Ook zag ik een klein vonkje, dat boven de vloer al was gedoofd. Van de plafonnière met drie halogeenlampjes, brandde er geen een. De kans op het knappen van drie ‘bolletjes’ tegelijk is ongeveer zo groot als twee branden in twee verschillende tv masten op dezelfde dag, schat ik zo in. Dit kon maar een ding betekenen: geen elektriciteit meer.

Ik ben niet héél goed voorbereid op een ramp. Zo heb ik van hét noodpakket de volgende onderdelen niet in huis: lucifer die tegen water kunnen (wel gewone lucifer), drie liter water per persoon (wel liters Roosvicee in pak, cranberrysap, Dubbel Fris, Coca-Cola en Orangina), radio op batterijen (wel de radio, niet de batterijen), EHBO-spullen om hulp mee te verlenen (ik heb alleen pleisters), reservesleutels van huis (die heb ik her en der in bewaring gegeven), een lijstje met de telefoonnummers en adressen van mogelijke schuiladressen (huh? Schuilkelders zijn er toch niet meer?), desinfecterende handgel (wel gewone handzeep dat ik met cola kan afspoelen…) en een rampenplan….

Maar een zaklampje op batterijen heb ik wel onder handbereik!
En zo bestudeerde ik acht jaar na het betrekken van dit appartement, voor het eerst de meterkast eens echt. Bleek dat er nog écht sprake was van een stoppenkast… met een gesprongen stop…
Een hele stop had ik dus ook niet op voorraad liggen… (Ja ik weet dat de officiëlere naam ‘zekering’ is maar ik vind een ‘stop’ veel mooier!)

Lang leve de bouwmarkt die van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 21.00 uur geopend is en een wereld aan stoppen heeft. Ik had de gesprongen meegenomen, want ik had al gerekend op meerdere varianten, en zocht de juiste uit (Ampère: check! Volt: check!).
Thuis keek ik eerst, met het zaklampje in de mond, de plafonnière na, draaide de nieuwe stop er in, zette de stroom weer op die groep en…
Gelukt!
Elektra én licht!

Toch fijn dat het in een keer goed ging: de theorie meegekregen van thuis en de natuurkundeles, in de praktijk brengen!
Voelde me best een beetje stoer…

zondag 17 juli 2011

178

Daar was ze weer: de restaurantrecensente met slechts een eigen smaak/mening en weinig waren- en wijnkennis!

Gisteravond was het de ‘It’s summer ladies evening’ in Leeuwarden. Dat klinkt misschien als een heel groots evenement, maar het was juist een feestje van een klein gezelschap. Samen met een vriendin (de hoofdtaart) bedacht ik een aantal weken geleden op een jazzfestival, dat we voor de zomer  nog eens ‘op stap’ zouden gaan. Dat is samen heel leuk, maar ook met meerderen. En zo deden we een hyves- en emailbericht uit naar andere meiden, die we kennen van de tijd dat we zeer vaak - zo niet elke dag - naar de sociëteit van studentenvereniging Wolwêze gingen. De een was al op vakantie, de ander was naar de zwarte cross, een derde had al een afspraak staan, waarop de ‘de vangst’ werd: eten met zijn zessen. Een prima aantal! Zo kun je zowel een gesprek met elkaar aan tafel voeren als meerdere tegelijk.

Na wat heen en weer gemail kreeg de hoofdtaart de schone taak om een restaurant uit te zoeken, omdat twee cupcakes niet verder kwamen dan ‘ik vind alles best hoor!’
Sinds enige tijd is eetcafé Het Leven weer open (na een faillissement) en nieuw leven moet een kans krijgen, dus dat werd onze bestemming! Vooraf de menukaart bekijken was niet mogelijk geweest, omdat de vernieuwde website nu nog uit een homepage bestaat met alleen de openingstijden en het adres. Maar tot voor kort, in het pre-internettijdperk keek ik nooit vooraf naar de menukaart en liet ik mij gewoon ter plaatse verrassen, dus dat was helemaal geen probleem.

Het was best vreemd: was het eetcafé voor het faillissement een in de categorie ‘knus, gezellig, veel donker hout, warm aangekleed’. Nu waren de wanden en de toog wit en grijs, en leken de tafels van afvalhout in elkaar getimmerd door een enthousiaste knutselaar. De donkere houten bistrostoelen hadden plaatsgemaakt door gekleurde, kunststof exemplaren. Een van het gezelschap beweerde dat de verbouwing waarschijnlijk nog niet klaar was… maar dat was toch echt niet het geval. Dit is Het Leven nu…

Ondanks dat het natuurlijk om het bijkletsen ging, was de kwaliteit van het eten en drinken ook best belangrijk. Even in het kort:
- de kaart was best uitgebreid. Als niet-vleeseter-maar-wel-vis had ik echt volop keus;
- het aantal spel-, tik-, interlinie-, spatie- en vormgevingsfouten op de kaart is echt ontelbaar. Omdat de kaart tevens placemat is (en andersom) hoeft een gesprek nooit stil te vallen. Het samen zoeken van alle fouten kan altijd nog;  
- witte wijn en rosé horen koud te zijn, en dan is het niet handig (en gebruikelijk) dat de fles na het uitschenken van het eerste glas, ongekoeld op de bar wordt weggezet;
- het brood op het broodplankje was prima, lekker zacht, voelde heel vers aan;
- de zalm van mijn voorgerecht smaakte naar helemaal niets. Het was een bijzonder waterige zalm. Wanneer ik het geblinddoekt had gegeten had ik – bij wijze van spreken – gegokt op watermeloen;
- ondanks dat een tafelgenoot had verzocht, de gefrituurde uiringen weg te laten bij haar hoofdgerecht, zaten ze er gewoon bij;
- een tafelgenoot had een mond vol graten terwijl zij kabeljauwfilet had besteld. Mijn scholfilet was overigens prima;
- bij het afrekenen aan de bar bleek deze helemaal vol te staan met vieze, gebruikte glazen. Dat zag er niet zo netjes uit…

Was er dan helemaal niets goed? Het gezelschap was prima en de jongeman die ons bediende was bijzonder aardig en enthousiast.

Toch denk ik dat ook dit tweede leven niet heel lang zal zijn.
En dat is toch best sneu.

zaterdag 16 juli 2011

177

Het was niet dat er nog geen 100 netten op tv waren en we wel naar dit programma ‘moesten’ kijken. Hait, zus en ik zagen oprecht uit naar de wekelijkse uitzending van ‘Van Gewest Tot Gewest’. Iedere week werd een aantal ‘opmerkelijke’ verhalen uit de regio gebracht, met daarin mensen die de buren zouden kunnen zijn. Op en top de kracht van regionale televisie op landelijk niveau. Een reportage werd ‘aangekondigd’ door langzaam in te zoomen op de kaart van Nederland. Op een gegeven moment verscheen dan de plaatsnaam. De grote vraag, de spanning in het programma was dan ook: zwenkt de camera naar het Noorden, naar een plaats in Fryslân? Een waar wij wel eens waren geweest?

Mijn liefde voor Van Gewest van Gewest ontbrandde in 1976. Ik moest nog vijf worden… Het waren de beelden van het vallen van de torenspits van de Bonifatiuskerk tijdens een orkaan, die enorme indruk maakten.
Gisteren moest ik ineens aan die beelden denken en aan Van Gewest tot Gewest door het vallen van de spriet van de televisiemast bij Hoogersmilde. In no-time stonden er gisteren beelden op internet.

Vandaag ben ik op zoek geweest naar de beelden van 3 januari 1976. Helaas geen tientallen hits, maar uiteindelijk vond ik een item op de site van het Fries Film Archief. Jammer de bammer... net niet de juiste software om het filmpje te bewonderen, en om die nu aan te schaffen voor drie en een halve minuut… nou nee.
Maar het is ook geen ramp. Ik heb de beelden die 35 jaar geleden door Van Gewest tot Gewest werden uitgezonden, nog wel voor ogen. Samen met het goede gevoel van samen tv-kijken.

vrijdag 15 juli 2011

176

Al een aantal weken ga ik iedere vrijdagmiddag (vakantie uitgezonderd) naar een lieve mevrouw in een woonzorgcentrum. Zij is ‘alweer’ mijn derde ‘cliënte’ sinds ik mij als vrijwilliger heb aangemeld bij het bezoekproject van het Rode Kruis. De eerste ‘cliënt’ werd zo actief dat hij eigenlijk niet meer binnen de doelgroep van het project viel; er waren grof gezegd ‘schrijnender gevallen’ die bezoek zouden moeten krijgen. Mijn tweede cliënte overleed (93, een respectabele leeftijd), waarna ik kennismaakte met mijn huidige ‘cliënte’. Een hele lieve, schattige mevrouw die al behoorlijk dementerend is, maar iedere week weer bijzonder blij is wanneer ik er ben. Mijn naam kan en zal ze niet onthouden, maar ze herkent mij (nog) wel.

Besef van tijd heeft ze niet, maar één ding weet ze wel: iedere dag om 14.30 uur komt er iemand van de verzorging langs om haar naar toilet te brengen. Iedere week vertelt ze dat ze dat verschrikkelijk vindt. De eerste keer dat ze vertelde dat ze het zó verschrikkelijk vindt, dacht ik dat ze bedoelde dat het op vaste tijd / commando naar toilet gaan zo verschrikkelijk is. Of: het afhankelijk zijn van de verzorging en niet naar toilet kunnen gaan wanneer ze dat zelf wil. Of: het moeten dragen van inleggers vanwege die combinatie ‘vast tijdstip’ en ‘hulp nodig hebben’. 
Maar nee, dat was niet het vervolg van haar opmerking: “Daardoor kom ik altijd zó laat in de zaal (voor het theedrinken) en dan kijkt iedereen mij aan. Denken ze dat ik zo laat ben omdat ik lang op bed heb gelegen. Maar zo lang ik hier woon ben ik ’s middags niet naar bed geweest.”
En dat klopt, deze 80-plusser doet niet aan middagdutjes!

En zo blijven de gedachten van de lieve, schattige mevrouw mij verrassen.
En blijft het verdrietig dat ze iets erg naar vindt.

175

Vorige week blogde ik in nummer 170 over het opzeggen van het lidmaatschap van boekenclub ECI en voorspelde dat ik nog wel eens hierover zou kunnen gaan bloggen. Of om te vertellen over het mislukken van de opzegging óf juist over het – tegen alle verwachtingen in – gladjes verlopen van de opzegging. Op blog 170 kreeg ik één reactie – gelukkig schrijf ik voor mezelf en niet voor het bereiken van een vooraf gesteld aantal lezers, want dan was ik misschien allang gestopt – en die was als volgt:

D'r folge nag minstens 10 pogingen om dy dochs weer as lid te krijen, met extra beloaningen omdatst soa lang lid weest bist en oh ja se telle dyn jaren gewoan deur ast dochs weer lid worst. Maar na 'n paar jaar geve se 't op en bist frij om overal, foor feul minder geld, te kiezen út feul meer boeken....
  
Ook voor niet-Bildtstaligen is volgens mij die reactie gewoon te lezen.
Precies een week later: tatteretaaa! De eerste witte envelop in de bus met de rode letters ‘ECI’ er op.
Ik mag écht altijd weer terugkeren bij de club. Ik mag zelfs ook zonder lid te zijn (tegenwoordig heet dat VIP) gewoon boeken, cd’s en dvd’s bij ECI bestellen op de website. Maarja, dan mis ik inderdaad wel die enórme korting die VIP’s kunnen opbouwen…

Nou ik heb even gekeken, maar nu de ECI-winkel in Leeuwarden is gesloten, zou ik boeken inderdaad moeten bestellen op de website en dat betekent dat er verzendkosten bij de bestelling komen… die hoger zijn dan de – in 14 jaar – opgebouwde korting! Met andere woorden: ik loop wel even naar de binnenstad waar ik in minstens twee heel grote boekenzaken véél meer keus heb én goedkoper uit ben. Ik heb toch niet zomaar het lidmaatschap opgezegd! Daar heb ik toch over nagedacht!

Anyways, de eerste van minstens tien pogingen is binnen!
Wordt vervolgd.

woensdag 13 juli 2011

174

Ja, ook ik ga het vandaag even over het weer hebben. Want tsjonge jonge wat een water afgelopen nacht en de hele dag! Ik heb op het werk een mooie plek aan het raam – dat is bij mij op het werk niet voor iedereen weggelegd, want er is een ‘binnen- en een buitenring’ en ik zit aan de buitenkant – en het is volgens mij geen seconde droog geweest! Overigens, dat ambtenaren de hele dag koffie drinken en naar buiten kijken is écht een fabel (ik drink namelijk de hele dag kruidenthee, oh wat een flauwe grap), dus het zou kunnen dat het toch heel even niet heeft geregend…
Ergens hoorde ik vandaag twee mensen over het weer praten – wie heeft het er vandaag niet over gehad – en ze zeiden iets over de hondsdagen. Vanavond tóch maar eens op Wikipedia gekeken naar wat die hondsdagen nu precies inhouden, want ik kom niet verder dan dat wanneer het op een bepaalde datum mooi weer is, de hondsdagen ook mooi zijn. Maar… is het op een bepaalde datum slecht weer, dan blijft dat een bepaalde periode aanhouden. Maar wat is nu precies die datum? En hoe lang is die periode van mooi/slecht weer precies?

Uiteraard kan iedereen die het voorgaande heeft gelezen nu zelf even naar Wikipedia surfen, maar als een soort van service heb ik de tekst al even gekopieerd én ingekort. Tussen haakjes mijn ‘commentaar’.

Hondsdagen
De hondsdagen is een aanduiding van de periode van ongeveer 20 juli tot 20 augustus, gerelateerd aan het sterrenbeeld Grote Hond. In Nederland en België is deze periode gemiddeld de warmste van het jaar. (Ik associeer de term hondsdagen juist met 'dikke kans op een frisse en natte periode' en niet met 'de gemiddeld warmste periode'. Het zal de ‘hond’ van ‘hondenweer’ wel zijn die die kortsluiting in mijn hoofd veroorzaakt…)

De term hondsdag vindt zijn oorsprong in een astronomisch gegeven, als dag in de periode van de hondsdagen. Echter, vanwege het karakter van de hondsdagen als typisch warmste periode van de zomer, zijn er bijkomend ook meteorologische betekenissen ontstaan. In Nederland duidt men met hondsdag wel eens informeel een hete dag aan, typisch voor de periode van de hondsdagen. (Sorry, maar ik blijf bij een hondsdag denken aan slagregens, storm, wegwaaiende parasols en scheurende zonneschermen…)

De Grieken en Romeinen zagen de hondsdagen als de periode van de grote hitte. Ook voor Nederland gaat dat op: de tijd van de hondsdagen is typisch de warmste van het jaar. Het etmaalgemiddelde van de temperatuur is dan 17°C en 's middags is 19 tot 24 graden heel normaal. Ook komen tijdens deze dagen de meeste hittegolven voor. De warmte kan gemakkelijk leiden tot onweersbuien met veel regen in korte tijd en lokale wateroverlast. Een vochtig, warm en broeierig weertype met zo nu en dan een paar stevige buien is karakteristiek voor de hondsdagen. Voor onze voorouders, die nog niet over koelkasten beschikten, was dat ook de tijd waarin voedsel en melk sneller bedierven. (Kijk, dat komt al een beetje in de buurt van mijn associatie met de hondsdagen)

In verscheidene landen had men vroeger de gewoonte om honden tijdens de hondsdagen een muilkorf om te doen uit vrees voor hondsdolheid. Maar de hondsdagen hebben verder niets te maken met honden, al kan het tijdens een onweer hondenweer zijn. Het woord hondenweer is afgeleid van het oud-Nederlandse woord ondeweer, dat slecht weer betekent. In het Fries bestaat het woord 'ûngetiid', dat is de zomerperiode tijdens de hooioogst.

Vroeger ging men ervan uit dat het weer tijdens de hondsdagen het weer tijdens de nazomer en herfst zou kunnen voorspellen. Zo is er een gezegde dat zegt:
Komen de Hondsdagen met veel regen, dan gaan we slechte tijden tegen, maar komen de Hondsdagen helder en klaar, verwacht dan maar een gunstig jaar
(Kijk, nu komen we ergens!)
De eerste dag van de hondsdagen, 20 juli, wordt ook wel pisgriet genoemd.
<einde Wikipedia>

Pardon! Pisgriet? Wat is dat nou? Ik weet niet, maar het begint nu toch een wat onsmakelijke blog te worden… Maar nieuwsgierig als ik ben, heb ik het blauwgekleurde woordje toch maar even aangeklikt. Wie net zo nieuwsgierig is, moet onderaan deze blog ook maar even op dat rare woord klikken, want ik heb er een linkje onder gelegd.

Anyways,
precies over een week, woensdag 20 juli, wordt een allesbeslissende dag!
Om dan niet te vergeten, heel bewust naar buiten te kijken, heb ik alvast PISGRIET in mijn agenda in de telefoon gezet!

dinsdag 12 juli 2011

173

Vanmiddag viel het bord mij ineens op, rechts in de berm naast de N31. Nou ja, eigenlijk viel ‘ie helemaal niet op… De hoofdkleur van het bord - donkergroen – viel behoorlijk weg op de achtergrond van gras en struiken. Het was de opmerking van mijn lief van een aantal weken geleden, die ervoor zorgde dat ik het bord ook daadwerkelijk registreerde toen mijn ogen er vanmiddag langs gleden. De opmerking was in de trant van: “McDonalds heeft het rood voor groen ingewisseld.” En hij had gelijk! Bij de McDonalds in Zwolle hingen hoge groene vlaggen aan de masten te wapperen met bovenaan op de donkere kleur de bekende gele M. Tot voor kort stond de gele M op knalrood!

Ik heb weinig met McDonalds. Als niet-vleeseter (maar wel vis) heb ik de keus uit:
- Filet-O-Fish. Visfilet met kaas en saus op een gestoomd broodje. Ik vind de combinatie ‘plastic’ kaas – grote visstick niet oké en het gestoomde broodje is VIES.
- Frietjes
- McSalad Shaker tonijn
- Appeltaart
- Donut
- Muffin
- Sundae ijs of McFlurry
Met andere woorden: het assortiment van McDonalds valt bij mij allemaal niet onder de noemer ‘eten’. Enige dat ik lekker vind van McDonalds is de bananenmilkshake, maar om daar nu speciaal voor naar deze keten te lopen of te rijden… nee.

Ondanks dat ik dus weinig met deze fastfoodketen heb, ben ik wel gefascineerd door de andere achtergrondkleur. Het was mij bijvoorbeeld helemaal ontgaan dat de McDonalds een nieuwe huisstijl zou gaan invoeren. Dat bevreemdt mij. Zo’n groot concern, zo’n grote wijziging (knalrood-donkergroen), ik heb wel een beetje met reclame/huisstijlen (ontvang bijvoorbeeld de nieuwsbrief van Adformatie), en anders word ik wel door mijn lief geattendeerd op dit soort dingen… maar hierover: niets meegekregen!
Daarnaast denk ik dan: waarom die opvallende, herkenbare, in het oog springende rode kleur verlaten en inwisselen voor het donkere, sombere, saaie, onopvallende groen?
Ik kan maar één reden bedenken voor het gebruik van donkergroen en dat is: ‘duurzaamheid’ en ‘verantwoord produceren’ uitstralen.

Vanavond maar eens gesurft naar de Nederlandse site van McDonalds maar daarop kon ik helemaal niets vinden over een nieuwe huisstijl en het ‘waarom’ daarvan. Niet dat ze dat moeten vertellen en uitleggen, maar het had gekund nietwaar! Verder gezocht en stuitte op een berichtje op de site van het AD (dat zou een verklaring kunnen zijn voor het missen van het nieuws) van november 2009 (!):
Het bekende logo van McDonald's, met de kleur rood als achtergrond, verdwijnt in Europa. De fastfoodketen verandert de kleur achter de grote gele M in groen. McDonald's hoopt met de wijziging een meer milieuvriendelijkere imago te krijgen. De restaurants worden al jaren bekritiseerd door milieu- en dierenactivisten.
Bij ongeveer honderd Duitse vestigingen verdwijnt het oude logo nog voor het einde van 2009. Enkele Britse en Franse winkels zijn al overgestapt.
"Met de nieuwe uitstraling willen we overbrengen dat we onze verantwoordelijk omgaan met natuurlijke bronnen. In de toekomst zal hier steeds meer de nadruk op gaan liggen," vertelt Hoger Beek van McDonald's Duitsland aan het persbureau AP.
Het is niet bekend wanneer Nederlandse vestigingen een nieuw logo krijgen.
(die taal- en schrijffouten staan in het AD-bericht en heb ik laten staan) 

Ik ben ‘bang’ voor McDonalds dat de genoemde milieu- en dierenactivisten niet ineens heel anders zullen denken over de producten en de manier van produceren door het veranderen van de huisstijlkleur. Na het hardop zeggen van dit, denk ik dat dat al helemaal niet gaat gebeuren.

Anyways...

Zoals gezegd, ik heb niks met McDonalds, maar ik had wel wat met die rode kleur. Ik ga 'm best een beetje missen...

maandag 11 juli 2011

172

Volgens mij was het in het jaar dat ik een verkeerde studie had gekozen, en het bezoeken van de colleges na circa een half voor gezien hield. Het tweede half jaar deed ik dus niet zo heel veel…
Zus belde op een ochtend of ik alsjeblieft bij haar en haar man thuis de boel aan kant wilde maken… Ze hadden toen twee schatten van Hollandse herders, maar die waren die nacht niet zo schattig geweest. De kamer lag bezaaid met allerlei dingen waar ze heerlijk op hadden zitten kauwen, aan hadden liggen trekken en slepen. Ik had volgens mij ook een sleutel van hun huis om zo nu en dan tussen de middag de honden uit te laten. Ik ben geen superpoetser, maar bij anderen of voor anderen vind ik dat geen probleem. Zelfs tijdens de volgende studie een schoonmaakbaantje als bijbaantje gehad: vijf dagen in de week anderhalf uur schoonmaken in het kantoor van een verzekeringsmaatschappij die nu al niet meer bestaat. Anyway, zus had even een poetser nodig en zo ruimde ik de troep op, ging ik met de stofzuiger door het huis, haalde ik een natte lap over tafel en bank en schilde ik alvast de aardappelen.

Afgelopen weekend zou ik even flink aan de slag in mijn eigen appartement… maar werd geveld door migraine. Twee dagen poetsen werd twee dagen in het donker op bed liggen. Grrr. Vanochtend nog half scheelkijkend (voor m’n gevoel) en een beetje dizzy stapte ik toch weer in de auto naar het werk. De deur van het appartement dat nog steeds niet opgeruimd en gepoetst was trok ik achter me dicht… In de auto smste ik zus: of ze me alsjeblieft wilde helpen met wat poetswerk.
Dat wilde ze wel. Vandaag geen tijd, maar morgen wel.

Het gaat misschien ‘nergens’ over – poetsen – maar ik ben zó blij!  
That’s what sisters are for.
(vrij naar de Dionne Warwick)

vrijdag 8 juli 2011

171

Misschien heb ik het wel eens vaker gezegd, maar de bezoekjes op vrijdagmiddag aan de mevrouw in het woonzorgcentrum zijn altijd leuk. En een hele goede geduldigheidstest. Op de een of andere manier kan ik dat heel goed hebben van de mevrouw.
Ze is nogal warrig dus ze kan heel vaak niet op woorden komen of ze raakt halverwege haar verhaal helemaal de draad kwijt. Moet ze even nadenken, en moet ik haar vooral even de tijd geven. Een los woord vinden lukt dan vaak nog wel, maar een verhaal afmaken meestal niet. Dan is steevast de opmerking: “Ach, het is natuurlijk ook helemaal niet belangrijk.”
Daarnaast hoor ik iedere week bijna hetzelfde, en het liefst ook nog twee keer per middag. Maar ook dat hoort gewoon bij haar en ik blijf luisteren, reageren en vervolgvragen stellen. Het bijzondere is, dat ze ook echt exact hetzelfde vertelt. Ze gebruikt bij het vertellen van een bepaalde anekdote iedere keer exact dezelfde zinnen en woorden. Echt wat je noemt een repeterend bandje of plaat.
Psychologen of mensen die deskundig zijn in de ouder wordende hersenen, zullen dit misschien helemaal niet opmerkelijk vinden en zullen hier ook vast een heel goede verklaring voor hebben, maar ik blijf het opvallend en bijzonder vinden.

Vanmiddag hebben we een halve kruiswoordpuzzel gemaakt en dat viel voor de mevrouw absoluut niet mee. Geen idee wat bedoeld werd met het achtarmige zeedier. Dus ik gaf eerst de eerste letter (i). Toen ze stiekem om de tweede letter vroeg, gaf ik die ook cadeau. Vervolgens probeerde ik het eerste deel van het woord uit te leggen aan de hand van een beschrijving van vloeistof waarmee we schrijven… maar dat maakte het er niet gemakkelijker op. Tenslotte probeerde ik het met een tekening. Nu zou het kunnen dat ik héél slecht teken, maar in dit geval durf ik wel te beweren dat het overduidelijk een inktvis was. Maar het antwoord kwam niet.
Woorden als ‘fortuin’, ‘routine’ en ‘affiche’ rolden dan toch weer wonderbaarlijk vlot uit haar mond.

Van de Duitse plaats met vijf letters was het overgrote deel al bekend: W..EL
Op een gegeven moment probeerde ik het dan toch maar met het flauwe ‘rijmpje’:
Wie is de burgemeester van….
“Dat is toch met een echoput?”
“Jaaa!”
Maar ze bleef hangen in ‘Bremen’ en dat paste niet…
De hersenen maakten wel een lijntje naar de echoput… maar welke letters er nu toch in die twee lege vakjes moesten staan…

Hersenen zijn maar rare dingen.

170

Deze week viel nummer vijf op de mat en bedacht ik dat ik het lidmaatschap nog steeds niet had opgezegd zoals voorgenomen. Een vrije dag is hét moment om dat soort dingen eens op te pakken. In het ontvangen  magazine van de ECI zocht ik op hoe ik mijn lidmaatschap na bijna 14 jaar kon beëindigen, maar uiteraard vond ik daar geen concrete informatie over. Het bevestigde het imago dat bij mij leeft: van een boekenclub (nu volgens mij alleen nog ECI, maar in het verleden ook de Nederlandse boekenclub en Boek&Plaat) kom je bijna niet meer af. In no-time lid maar pas na maanden en diverse aangetekende brieven verlost van de verplichting tot het aanschaffen van een boek, cd of dvd per kwartaal. Zoals gezegd: imago, ervaring met opzeggen had ik tot voor kort nog niet.

Ik verwachtte op de site van ECI ook geen goed vindbare informatie over opzeggen, dus belde ik de klantenservice. Na de mededeling over twintig cent per minuut plus de gewone kosten van het telefoonabonnement, een halve minuut reclame en een keuzemenu (1 voor bestellen en 2 voor álle andere zaken) kreeg ik de wachtmuziek te horen. Er werd niet af en toe gezegd: “Deze muziek kunt u bestellen en staat op cd X van artiest Y”. Gratis tip voor ECI J
Na drie minuten – wachten duurt altijd lang maar drie minuten is voor een klantenservice best netjes – kreeg ik een vriendelijke mevrouw aan de lijn.
De Pavlov-reactie op “Ik wil graag mijn lidmaatschap opzeggen” was uiteraard “Mag ik vragen waarom?”
“Uiteraard mag u dat vragen maar ik heb niet de behoefte dat te delen”.
Dat was prima en mijn klantnummer, straat en huisnummer werden door haar ingevoerd in de computer. Alle gegeven klopten, en opzeggen per 1 oktober was mogelijk. Moest ik nog wel een keer een product bestellen. De bevestiging van de opzegging zou schriftelijk volgen, maar… “Het systeem vraagt toch écht om een reden en wanneer dat niet wordt ingevuld gaat het computerprogramma niet verder”.
Dat lijkt mij echt dikke onzin. Wanneer ik hier ‘een zaak’ van zou maken denk ik dat ik die glansrijk zou winnen, maar ach. Het is geen halszaak, dus ik gaf als reden op: “Het verdwijnen van de ECI-winkel in Leeuwarden en het beperkte assortiment in de dumpwinkel Boekenvoordeel.” Ik had ook kunnen zeggen: “Ik ben mijn baan kwijt en heb nu geen geld meer om boeken te kopen” of “Ik heb een kind geworpen en kom helemaal niet meer aan lezen toe”.  Maar dan zou ik gelogen hebben, en dat mag niet.

Het lijkt gelukt te zijn. Ik wacht met spanning de schriftelijke bevestiging af. Zou het dan écht alleen een imagoprobleem zijn?
Wanneer het allemaal in één keer goed komt, ga ik er zeker weer over bloggen, want dat mag dan ook wel eens gezegd worden. En wanneer het niet in één keer goed komt zal ik er waarschijnlijk niet over uitgepraat raken op ‘365’ J

169

Ach gossie.
Vanochtend luisterde ik om 09.00 uur naar de nieuwsberichten op Radio 1 en het was de afsluiting van de uitzending: Hendrik van der Steenhoven (52) is overleden. De antiquair is gevonden in de gracht rond zijn kasteel. Nou ja kasteel… dan denk ik aan torens en kantelen en zo was zijn onderkomen nou ook weer niet opgebouwd, maar het was een leuk optrekje. Nu klinkt het alsof ik exact weet waar deze meneer in Culemborg woonde en dat ik er kind aan huis was, maar dat is natuurlijk niet het geval. Ook ik ‘kende’ meneer Van der Steenhoven van het programma ‘Bij ons in de PC’. En ik vind (of moet ik nu al schrijven ‘vond’) hem geweldig!

Toen ik de laptop had opgestart omdat ik dan toch wel weer zo slecht ben dat ik meer wil lezen over de plotselinge dood van deze zeer welbespraakte meneer, kon ik vrijwel niets vinden over zijn overlijden. Vreemd, wél in het journaal van Radio 1 maar (bijna) niet terug te vinden op nieuwssites op internet… Zou het dan toch niet waar zijn? Ik kon mij niet voorstellen dat er zo’n enorme fout was gemaakt en zocht nog even verder.
Wat ik vrij snel vond was de website van ‘chef met lef’ waarop een Uitzonderlijke kookworkshop bij Hendrik van der Steenhoven, werd aangeprezen. Het aanmeldingsformulier (voor een offerte) was nog gewoon in te vullen…
Daar krijg ik een heel rare smaak van in de mond, om maar even in de sfeer van de kookworkshop te blijven. Uit eigen werkervaring weet ik dat ‘de website aanpassen’ soms niet ‘top of mind’ is, maar in het geval van een overlijden… Tenzij degene achter de website bij de intimi hoort, zou ik zeggen: wat een sloom gedoe, wat een laksheid, wat respectloos!
Meneer Van der Steenhoven zou zich daar op een veel mooiere en ‘rakere’ manier over uitgelaten hebben, want dat vond ik dus vooral zo geweldig aan hem: zijn manier van spreken én zijn woordkeuze. Ik ga niet eens een poging doen om zinnen te maken die hij had kunnen formuleren, want dat kan ik gewoonweg niet.

Ik heb geen idee of meneer Van der Steenhoven familie en vrienden achter laat. Uit de uitzendingen op televisie herinner ik mij wel een hond, personeel en kennissen. Hoe dan ook: zij die Van der Steenhoven moeten missen, wens ik sterkte toe. Zo op afstand zou ik zeggen: zij moeten een kleurrijke en bijzonder man missen.

donderdag 7 juli 2011

168

Een paar jaar geleden kreeg ik via Hyves de vraag of ik iemand wilde sponsoren voor de wielertocht de Mont Ventoux op. De opbrengst van dit sportieve evenement ging naar het Koningin Wilhelminafonds. Met andere woorden: een tocht in de strijd tegen kanker. Uiteraard wilde ik hem sponsoren en ik stortte een bedrag op zijn rekening en hij stortte het verzamelde geld op de rekening van de Stichting Mont Ventoux (slogan: Groot verzet tegen kanker). En zo hadden we – weliswaar via Hyves – even persoonlijk contact.

Inmiddels wordt de tocht naar de top van de Mont Ventoux voor de vijfde keer verreden, op 3 september aanstaande. Streven is, dat in het vijfde jaar, vijfhonderd sportievelingen de berg bedwingen en dat er € 500.000,- op de rekening van het KWF kan worden bijgeschreven. Althans dat begrijp ik uit de ‘sticker’ op de website www.grootverzettegenkanker.nl
Tsja, waarom leg ik dit eigenlijk allemaal nog uit… De Stichting Mont Ventoux heeft naar mijn idee al zo ontzettend veel bekendheid weten te genereren in Meppel en omstreken. Die bekendheidscirkel (zelf bedacht woord dacht ik, maar toch nog 1 hit op google) is in de loop van de jaren groter en groter geworden. En nu De Trektocht van RTV Drenthe geld inzamelt voor Stichting Mont Ventoux, heeft dat zelfs een behoorlijk vlucht genomen, kan ik mij zo voorstellen.

Anyway.
Gisteren trof ik bij een bijeenkomst voor Drentse gemeenten een ‘oude bekende’ (niet oud in leeftijd) en hij vertelde dat hij zou deelnemen aan ‘de Mont Ventoux’. Ik had de vraag ‘Hé, wil je mij sponsoren?’ verwacht. Maar die vraag kwam niet. Ook werd er niet op subtiele wijze een formulier op tafel gelegd waarop ik mij zou kunnen intekenen als sponsor. Een gevouwen papiertje met allemaal verschillende handschriften er op dat al wat zou slijten op de vouwranden. En dan zelf als eerste een fictief, hoog bedrag op de lijst zetten, zodat de rest niet kan en wil achterblijven… Dat werk.

Vandaag ben ik er achter gekomen, dat die charmante manier zoals hierboven beschreven helemaal niet meer bestaat. Tegenwoordig surf je naar een site (in dit geval dus www.grootverzettegenkanker.nl), kun je in de deelnemerslijst zoeken naar degene(n) die je financieel wilt steunen, meld je je digitaal aan als donateur en maak je meteen het geld over via Ideal. Tsja, het is wel snel, volledig, veilig en makkelijk. Maar charmant… nee, absoluut niet.

Moet ik nummer 008 nu ook via weblog en Twitter laten weten dat ik ‘m sowieso mentaal steun én sinds een aantal minuten ook financieel? Of zal ik ‘m binnenkort maar gewoon even bellen. Wel zo charmant.

167

Gisteren dacht ik alleen ‘opmerkelijk’, ‘wat moet dat heerlijk zijn’, ‘wonderen bestaan wel’ en ‘waarom heeft ze een helm op?’
Heel veel verder kwamen mijn gedachten niet, afgeleid door computer en tv. Hoewel ik nu al niet meer kan zeggen wat ik gisteravond verder op tv heb gezien… dus indrukwekkend is dat niet geweest. De vraag over de helm kwam trouwens nog wel een paar keer terug in gedachten.

Vanochtend hakte het er ineens in! Zomaar als een soort bliksemschicht kwam het binnen. In de auto kreeg ik een brok in mijn keel en tranen in mijn ogen. Op Radio 2 werd live in de uitzending gebeld met de zoon van Mary-Anne Goossens. Hij zat inmiddels in Spanje en had zijn moeder alweer gezien, gesproken en vastgehouden.

Toen gisteren in de media was, dat mevrouw Goossens was gevonden in de bergen bij Nerja (vorig jaar onze vakantiebestemming, dus die plaatsnaam sprak meteen tot de verbeelding) ging er bij mij helemaal geen lampje branden. Ik wist helemaal niet dat ze vermist was! Toen gezegd werd dat ze 18 dagen vermist was geweest, snapte ik hoe ik het had kunnen missen: een dag na haar vermissing gingen we op vakantie. Aangezien op de vakantiebestemming alleen de Telegraaf te koop was, betekende dat: geen Nederlands nieuws. Er zijn grenzen, nietwaar!
In het radio-interview van vanochtend kwam naar voren dat er de afgelopen tijd vaker met de zoon was gebeld tijdens het ochtendprogramma, maar ook dat had ik door de vakantie gemist.

De zoon raakte mij. Ik voelde het enorme missen van zijn moeder toen ze haar maar niet konden vinden en niet wisten waar ze was en wat er was gebeurd. Ik voelde de enorme opluchting na een periode van grote onzekerheid en radeloosheid. Ik voelde de sprong die een hart kan maken. Wie heeft niet bij het horen over een overlijden heel even gedacht: wat als het niet waar blijkt te zijn! Ik wel. Toen ik hait zal liggen vlak nadat hij was overleden, flitste uit ongeloof en door het niet kunnen bevatten, heel even door mijn hoofd: en nú doet ‘ie zijn ogen gewoon weer open. Maar dat wonder bleek niet te bestaan. Vanochtend schoot ik niet vol om hait. Het waren vreugdetranen voor de zoon.

De vraag ‘waarom droeg ze nog steeds een helm toen ze uit de helikopter stapte’ was niet meer relevant en hoeft ook niet meer beantwoord te worden.

woensdag 6 juli 2011

166

Het is bijzonder kinderachtig, maar ik heb er maar mooi last van.
Vroeger, heel, heel lang geleden kon ik de nacht voor mijn verjaardag bijna niet slapen van opwinding. En natuurlijk was de nieuwsgierigheid naar de cadeautjes voor een groot deel de oorzaak van de korte nacht. Uiteraard heb ik daar nu geen last meer van. Wat! Ik vier mijn verjaardag niet eens meer, en wie de verjaardag niet viert, krijgt natuurlijk geen presentjes.

Dit jaar heb ik ineens weer enorme last van onrust rond een verjaardagscadeautje. Nee, niet een cadeautje dat ik zou kunnen krijgen. Ik vier ook dit jaar niet mijn verjaardag dus van cadeautjes is in principe geen sprake en dat is wederom prima (hoewel ik ieder jaar van bepaalde mensen wel een cadeautje ontvang hoor, wat ik bijzonder lief vind).
De onrust is er vanwege een cadeautje dat ik ga geven. En wel aan mijn lief.
Ik wil het zo ontzettend graag geven! Ik vind het – al zeg ik het zelf – een goed bedacht cadeautje en daar maak ik hem erg graag blij mee. Tenminste, ik ga er vanuit dat hij er blij mee zal zijn. Ik kan het bijna niet voor me houden wat ik bedacht heb…

Ik heb al een paar keer gevraagd of hij écht niet alvast wil weten wat ik bedacht heb, maar hij is onverbiddelijk! Ik blijf maar een keihard ‘Nee’ op die vraag krijgen.
Omdat hij trouwe lezer is van mijn bloggies, kan ik het ook niet aan het ‘papier’ toevertrouwen!
Het zijn dus bijzonder zware tijden voor mij.
Gelukkig duurt het nog maar een paar weken en dat is ‘ie jarig.

Hiep hiep hoera!

maandag 4 juli 2011

165

Vandaag heb ik mijzelf op de kaart gezet. Dat had uiteraard op diverse manieren gekund, maar ik heb het gedaan op de site www.jaofnee.nl . Dat is de site over donorregistratie. Ik was naar de site gesurft om te kijken hoeveel mensen in Leeuwarden (al) geregistreerd zijn als donor, en las:

Leeuwarden heeft 75.135 inwoners van 15 jaar en ouder. In totaal legden 29.859 inwoners hun keuze vast en staat daarmee op de 1609e plaats in de donorstand van Nederland.
In Leeuwarden zegt 24,7% JA
In Leeuwarden zegt 15,0% NEE

Ik hoor bij de categorie ‘JA’ sinds 14 november 2007. Ik weet die datum nog zo exact omdat ik op die dag een Bildtstalige tekst heb geschreven op mijn hyvespagina. Een vertaling:

Ik had er nooit meer echt over nagedacht en dat terwijl het om een zaak van leven en dood gaat. Tot gisteravond. We zaten onderuit en keken met een half oog naar de televisie. Er was een commercial voor: in het filmpje werd al het verkeer stilgelegd, er moest vrijbaan worden gemaakt. Ik gokte op een vrachtwagen van een biermerk. Maar dat was niet het geval: de weg werd schoongeveegd voor een postbode op de fiets. Die had iets belangrijks te bezorgen bij mensen tussen de 50 en 55 jaar.
Misschien hadden we het verkeerd verstaan… we vielen allebei over die beperkte groep. Waarom 50-55? Waarom niet iedereen? Of misschien van 18 tot 88? Ik kon alleen maar bedenken dat van die groep in verhouding het minste aantal mensen zich heeft laten registreren. Want dat zat in het belangrijke poststuk: een formulier voor donorregistratie.   

En toen kwamen we op het onderwerp: ben jij geregistreerd en hoe? Ik moest toegeven dat ik jaren geleden toen die donorregistratie werd ingevoerd, ik mogelijkheid 2 had aangekruist: ‘U stelt uw organen en weefsels na uw overlijden niet beschikbaar voor transplantatie’.
Op de vraag “Waarom?” had ik geen goed antwoord.
Ik ga er helemaal van uit dat het echt helemaal afgelopen is, wanneer ik dood ben. Dus wat merk ik er van wanneer ze dan nog iets uit mij halen waar iemand anders écht op zit te wachten? Ook hang ik niet een bepaald geloof aan dat recycling van weefsel of organen afkeurt. In gedachten ging ik terug naar het jaar waarin ik mijn keuze op ‘Nee’ had doorgegeven: 1998 staat op het pasje dat ik altijd in mijn beurs bij me draag. Ik kon geen bijzondere omstandigheden in 1998 terughalen en dus geen verklaring. Wat mijn keuze van toen nog vreemder maakt is dat ik voor die landelijke registratie altijd een ingevuld, rood codicil had (en dat had ik al op jonge leeftijd want mem had deze meeondertekend omdat ik nog geen 18 of 21 was geweest). Dus voor 1998 mochten ze alles van mij hebben na mijn dood voor transplantatie, maar toen mij dat nogmaals werd gevraagd, mocht het ineens niet meer. Ik had gisteravond – en ook in de afgelopen jaren – geen enkel argument voor het invullen van een ‘Nee’ en ik had minstens vier argumenten voor ‘Ja’.

Vanochtend heb ik een nieuw registratieformulier ingevuld. Deze keer is keuze 1 aangekruist: ‘U stelt uw organen en weefsels na uw overlijden beschikbaar voor transplantatie’.
Toch jammer om nu ook vast te stellen dat alle folders, boekjes, advertenties, televisie- en radiospots in de afgelopen negen jaar mij nooit hebben aangezet, nog eens na te denken over mijn keuze…

(einde)

Tot zover een vertaalde tekst van een kleine vier jaar geleden. Ik sta nog steeds achter mijn keus van 2007 en mijn huidige registratie. Wel jammer dat nog geen 40% van de Leeuwarden 15+ers niet een keus heeft gemaakt. Ik ga niet zeggen wat ze moeten kiezen en moeten laten registreren, maar denk er in ieder geval even bewust over na!
Misschien dat bij hen ook een goed gesprek met hun lief het beste werkt (ondanks al het campagnemateriaal…). Dus laat ik daartoe oproepen: ga het er met elkaar over hebben!

164

Vandaag voelde ik mij een beetje Lennart. Lennart? Ja, Lennart!
Lennart komt uit de reclame van XS4all over de internetvraagbaak. Wie een website wil bouwen en daarbij hulp nodig heeft kan de internetvraagbaak van XS4all bellen (0900-9342) of de site XS4ALL.nl raadplegen. Maar ook alle andere vragen over internet kunnen door klanten gesteld worden aan de hippe Marije, David, Marjon, Edwin, Siep, Monika, Redel, Brian en Jan – als ik de namen op de witte t-shirts met gele bies goed heb gelezen. Na de zin dat echt alles gevraagd kan worden aan de medewerkers krijgt Lennart de vraag: “Wat ik van het hedendaags feministe vind…”
Ja, ga er maar even aan staan, of ‘heb je even?’

Sinds kort ben ik dus lid van het Een Vandaag opiniepanel (blog 145) en vandaag kreeg ik voor de tweede keer een vragenlijst voorgeschoteld over de huizenmarkt, hypotheken en de overdrachtsbelasting.
Of ik vind dat de huizenmarkt in de afgelopen maanden beter of slechter is geworden of hetzelfde is gebleven…
Of ik verwacht dat de huizenmarkt de komende tijd verbetert, verslechtert of hetzelfde blijft…
Jemig, dat vind ik dus heel moeilijke vragen.
Ik heb namelijk helemaal niets met koophuizen en hypotheken. Ooit, heel, heel lang geleden wel eens in een koopwoning verpoost. Daar stond ik in de zomer de kozijnen allemaal te schuren en te verven. Was dat klaar dan lekte de dakkapel wel of was er een onderdorpel verrot. Dat werk. Heb ik helemaal niets mee!

Ik woon alweer jaren in een huurappartement en dan krijg ik zo nu en dan een brief met de vraag de deur te openen, wanneer het mannetje op de stoep staat voor de jaarlijkse controle van de CV. Of voor het mannetje van de woningbouwvereniging die een hele checklist gaat nalopen. Zelfs al het hang- en sluitwerk werd de laatste keer gesmeerd. En ik kreeg zomaar een waterbesparende douchekop aan de slang geschroefd! Een paar jaar geleden werd er zomaar héél dik glas geplaatst en werden de kozijnen geverfd! Helemaal niet een zomervakantie op de steiger!
En is het doucheputje weer eens verstopt ondanks dat ik extra fijne afvoerroosters heb vanwege mijn lange haar, dan bel ik een mannetje en die komt deze gratis ontstoppen. Nou ja gratis, dat zit natuurlijk wel bij de huur inbegrepen. Maar dan heb je dus geen rompslomp en geen klusdagen.

Huren is héérlijk! Als Een Vandaag dáár nu eens vragen over ging stellen!

Hé die slogan – huren is héérlijk – ga ik maar eens even claimen. Wie-weet is mijn volgende werkgever (over héél lang, want ik ben erg blij met mijn huidige werk) wel een woningbouwcorporatie…

zondag 3 juli 2011

163

Het wordt misschien een beetje een herhaling van zetten, maar er is ‘iets’ dat mij blijft opvallen, wat ik leuk blijf vinden en waar ik dan toch graag even wat over op ‘papier’ zet. Dus dit zal de laatste keer ook wel niet zijn…

Vandaag was een grijzige dag. Zondag, grijs… museumdag! Onlangs had ik voor Hemelvaartdag een mooie museumbestemming gevonden, maar toen was het weer veel te mooi om in de auto en in een museum te vertoeven. Het werd toen fietsen naar Wyns, en dus hadden we nog een museum ‘in voorraad’: Museum Joure.

Wie Joure zegt, die zegt uiteraard Douwe Egberts! En in museum Joure is dan ook het geboortehuis van de stichter van de koffie-, thee- en tabaksfabriek te zien (huisje is steen voor steen elders afgebroken en in Joure weer opgebouwd als museumstuk), bescheiden tentoonstellingen over koffie, thee en tabak. Daarnaast een oude bakkerij, een aantal oude Friese klokken, een geelgieterij en een oude drukkerij. Dat laatste was wat ons betreft de reden om naar Museum Joure af te reizen. Toch blijft al die andere ‘oude meuk’ ook leuk om te zien. Wéér stonden we bij vitrines waarbij we konden zeggen “dat had oma thuis”, of “dat hadden mijn ouders ook” of “wij hadden al een elektrische koffiemolen”. Met andere woorden: er zijn altijd momenten van nostalgische herinnering in die ‘oudheidskamers’ en die momenten geven een goed gevoel en zijn leuk om met elkaar te delen.
De geelgieterij – oftewel de kopergieterij – was ronduit leerzaam en interessant en de bakkerij aandoenlijk. Wat was namelijk het geval: in de grote oven was een plasmascherm geplaatst en daarop was een interview te zien met de oude bakker. De meneer vertelde enthousiast over het oude ambacht, vertelde een aantal anekdotes en daar sprak liefde voor zijn vak uit. Af en toe keek hij even de camera in, of keek hij de camera- of geluidsman aan… alsof hij wilde vragen: “doe ik het zo goed? Heb je dit zo goed kunnen filmen?”  Ronduit schattig.
In de drukkerij zagen we rijen kasten met letterbakken. Op iedere bak stond het lettertype en de corpsgrootte aangegeven… eigenlijk is er helemaal niet zoveel veranderd. Ter plaatse konden bezoekers een eigen boekenlegger drukken, en dat hebben we uiteraard even gedaan! Op een deels voorbedrukte boekenlegger drukten we zelf de tekst nog even: Vrienden zie je niet, die staan achter je. Een mooi ‘stichtelijk’ woord op de zondagmiddag J

Toen we het hele museum hadden gehad, staken we de weg over naar een soort van museumcafé: de plek waar koffie en thee werd geschonken van uiteraard Douwe Egberts! We hadden mazzel want in de doos van de echte bakker zaten nog net twee stukjes oranjekoek. Heerlijk bakkie gehad!

En nu hetgeen ik wéér ga zeggen, ondanks dat ik het eerder in blogs heb geschreven… de dames en heer in het museum en in het museumcafé waren – met 99% zekerheid – vrijwilligers. Dat staat niet op hun voorhoofd, dan merk je aan een aantal dingen: de gemiddelde leeftijd, de enorme klantvriendelijkheid en hun enthousiasme. Zij zien er naar uit om elkaar weer te ontmoeten en met elkaar het museum levendig en in de benen te houden. Bezoekers worden warm onthaald en uitgebreid geïnformeerd. Ook in Museum Joure waren de dames en heer-vrijwilligers weer top!

Naar de site van Museum Joure

zaterdag 2 juli 2011

162

Afgelopen donderdag kregen twee neven (tantesêgers) het behaalde diploma van het voortgezet onderwijs dan daadwerkelijk in handen. De een om 13.30 uur en de ander om 18.30 uur. Lekker handig: twee keer naar dezelfde plek afreizen, maar het was niet anders.
Mijn neven zaten de afgelopen jaren op dezelfde school waar ik ooit het VWO volgde en afsloot. In de kantine – de Kuil – waar ik in 1991 het podium betrad om de cijferlijst te controleren en het diploma te ondertekenen, zat ik nu achterin met mijn fototoestel in de aanslag. Precies vijf docenten herkende ik die avond of middag, omdat ik zelf les van hen had gehad: mevrouw Borgman, mevrouw Bos en de tekenleraren René, Peter en Theo. Ik denk niet dat dat heel verrassend is: alle docenten heetten ‘meneer’ en ‘mevrouw’ behalve de tekenleraren.

 Theo was niet te missen afgelopen donderdag: zoals ik hem herinnerde, zag hij er nu nog steeds uit, namelijk ik opvallend fleurig gekleurde kleding. Op deze dag van de diploma-uitreiking was hij volledig in het knalrood: van schoenen tot en met shirt. Omdat ik tekenen/kunstgeschiedenis als eindexamenvak had gekozen zat ik de laatste drie jaren van school iedere vrijdagmiddag in het tekenlokaal bij Theo. Hij was dan ook de enige donderdagavond waar ik van dacht: die kan ik nog wel aanspreken want die zou mij eventueel nog kunnen herkennen… Tsja, laten we realistisch zijn: docenten zien tijdens hun loopbaan zo ontzettend veel leerlingen komen en gaan, dat het onmogelijk is om iedereen te onthouden en te blijven herkennen.
“Hé Theo,” riep ik toen hij op een gegeven moment langs liep, gaf hem een hand en zei voor de zekerheid: “Forina”.
“Ik heb jou les gegeven!” was de reactie en we gingen uitrekenen wanneer het ook alweer was.
In 1991 geslaagd… dus dat is dit jaar precies 20 jaar geleden!
Ik schrok er van. Zo lang geleden alweer.
Maar de schok en verbazing was pas compleet toen Theo vertelde dat hij volgend jaar met pensioen gaat.
Op het moment Peter de diploma’s aan zijn mentorkinderen had uitgedeeld werd er een applaus voor Peter gevraagd… omdat het zijn laatste diploma-uitreiking was geweest. Peter wordt nog eerder 65.

Oh, wat heb ik een last van mijn leeftijd.

Verder was het leuk om weer even terug te zijn.


161

Het was misschien niet de letterlijke verbeelding van een lied van Herman van Veen, maar ik moest er wel meteen aan denken. Eerst de tekst maar even en dan het beeld. Overigens een tekst die geschreven is door Simon Carmiggelt. Wat mij enerzijds blij verraste toen ik dat las, en wat anderzijds ook meteen heel logisch was.

Later gaan we naast elkaar
wandelen op de Overtoom
drinken zoete melk met room
strijken door ons grijze haar

Zie je ons daar samen lopen?
naast elkaar - zo diep bedaard
jij een lieve, oude taart
ik nog kras - dat is te hopen

maar al worden we ook wrakken
al dat vreselijke snoeven
zal tenminste niet meer hoeven
gaar of muf, we zijn gebakken

en we zeggen: "kijk, de tram"
of: "hoor jij die vogel zingen?"
al die nutteloze dingen
want het hoeft niet meer ad rem

en het hoeft niet meer zo rap
want we moeten nergens heen
ach, we wonen toch alleen
in zo'n rothuis met een trap

ik beloof je dat ik dan
het attent zijn aan zal leren
en ik zal ook vaak proberen
of je nog wel lachen kan

lachen als een oude dame
die haar zegje heeft gezegd
die, als zij wordt afgelegd,
zich voor niemand hoeft te schamen

wel, wel, wel, zo zal dat gaan
en we sterven, heel bedaard,
op een donderdag in maart
tegelijk - daar hecht ik aan

en als onze aardse last
met de wereld gaat vergroeien
zal uit jou een bloempje bloeien
een viooltje, dat staat vast

Laatst keek ik uit het raam en zag ik ze zitten: twee wat oudere mensen, beide zittend op een rollator. Het lijkt mij best zuur, wanneer je een stel in hetzelfde windjack op hetzelfde merk fiets voorbij ziet komen, en jij moet constateren dat je samen met je partner dezelfde soort rollator deelt. Anderzijds: ze kunnen er zo wel samen op uit, samen ergens gaan zitten, samen voorbijgangers spotten en bespreken, samen een borrel drinken of ijsje eten. Dat laatste klinkt misschien wat ‘kinderachtig’ maar ze zaten drie panden verwijderd van Leeuwardens beroemdste ijssalon La Venezia, dus de kans dat ze samen een ijsje uit een bekertje zouden gaan lepelen, is best groot.

Ik moest het tafereel vastleggen, zo mooi vond ik het.
De foto intrigeert mij sindsdien, ondanks dat er op het eerste gezicht niet heel veel op staat. Na het openen van de foto op de laptop, zoom ik in: maar… ze kijken helemaal niet blij! Hun blikken lijken elkaar niet eens te kruisen! Deze twee hebben helemaal niet dat onzichtbaar zichtbare contact!
Mijn romantische beeld bij het lied ‘Later’ is misschien toch niet helemaal op dit duo van toepassing…
De bij nader inzien niet zo romantische kiek, blijft wel heel grappig door de stickers en bordjes achter het raam:
Niet parkeren
Uitrit vrijlaten dag en nacht
Parkeren op eigen risico
U wordt weggesleept


160

Tijdens de vakantie ging het schrijven gewoon door, alleen dan op de old school manier met pen en papier. De blogs 146 tot en met 160 (-152) zijn dan ook later overgetikt als ‘vakantieblogs’

25 juni 2011 (2)
De grote billboard bij Campos waren we al een aantal keren gepasseerd, maar gisteren schreven we dan ook werkelijk eens het webadres op dat onder de megagrote cowboyboots stond: www.tonymora.com
In Aleró bleek de fabriek te staan van cowboylaarzen die over de hele wereld worden verstuurd: python-, leguaan-, krokodil- maar ook ‘gewoon koeienhuid’ wordt er verwerkt in de factory op Mallorca. Boots met figuurtjes, met mooie gestikte bloemen, boots met geverfd leer (rood, blauw, groen, paars etc.), boots met puntneus en stompe neus: alles is er te koop of volledig naar eigen wens en smaak te laten maken. Oké, de prijs van een stel laarzen ligt dan ook ergens tussen € 250,- en € 2500,- ‘maar dan heb je ook wat’ (zullen we maar zeggen).
Bij de factory is een kleine store met ongeveer zes planken met laarzen voor dames en twee voor de heren. Maar ach, als op een van die twee planken nou nét die geweldige laarzen staan, maakt het niet uit of er nu twee of twintig planken gevuld zijn.
We kregen koffie aangeboden door ‘Tony’ (die zelf op redelijk doorleefde leguanenlerenlaarzen liep) en mijn lief vond de perfecte boot voor onder zijn spijkerbroek: het was bijna 30 graden maar speciaal voor het bezoek aan de cowboylaarzenfabriek droeg hij een spijkerbroek!
Afrekenen kon alleen maar contant, dus dat werd eerst een rit naar de plaatselijke bank. Daar had ‘Tony’ al op gerekend: uit een map kregen we een kopie mee met daarop een tekening van straten, twee blokje – ‘factory’ en ‘banco’ – en een route in pijltjes. Alsof we de bank zouden gaan overvallen en een vluchtroute op zak hadden!
Terug in de winkel lagen de nieuwe slofjes al klaar in een katoenen tas samen met een ‘present’: een houten plankje met het merk ‘Tony Mora’ er op en een uitsparing voor de hak. Oftewel: een ‘laarzen-uittrek-hulpplankje’.

Het is zaterdag en dan staan de naai-, lijm-, snij- en stikmachines in de cowboylaarzenfabriek stil, maar we mochten uiteraard een kijkje nemen.
Geweldig!
Allemaal rollen leer, bakken met hakken (hakkenbar), mallen en boots-in-wording op een rij.

We kregen een hand van de baas en zeiden graçias en adios.
Alleen een bezoek aan de factory van Tony Mora op een doordeweekse dag, is al reden genoeg om nog eens terug te komen op Mallorca!








vrijdag 1 juli 2011

159

Tijdens de vakantie ging het schrijven gewoon door, alleen dan op de old school manier met pen en papier. De blogs 146 tot en met 160 (-152) zijn dan ook later overgetikt als ‘vakantieblogs’

25 juni 2011 (1)
Ze zijn er in een kleur, maar ook met een motiefje zoals stippen, Schotse ruit, bloemen, strepen en blokjes. Echte fashionista’s hebben een bijkleurende blouse aan maar bij de meesten is er niet gematched met de kleding.

Het is zaterdagochtend en dan treffen de vrouwen van Aleró elkaar op de markt achter de kerk. De manier waarop lijkt aan ongeschreven regels gebonden. Alle vrouwen van Aleró trekken namelijk een boodschappentas op wieltjes achter zich aan wanneer ze naar het plein gaan. Bij de groentekraam die enigszins beschut is met een geblokt kleed, worden de rijdende boodschappentassen naast elkaar gezet en pakken de wat oudere dames een waaier uit de tas. Zo kunnen ze zeker een kwartier in de kraam vertoeven en het leven even bespreken.

Heel af en toe loopt er een man met een trektas achter zich aan, maar die heeft het dan niet begrepen. Die doet écht boodschappen, maar daar gáát het helemaal niet om!

Met de camera in de aanslag gaan we ongeveer een kwartier op een strategische plek zitten en kieken zo een dertig dames met allemaal een andere roltas.
Zouden de tassen onder de vrouwen van Aleró een prestigeobject zijn?
In de mijne kan wel 25 liter en in die van jou maar 20!
Of: die van mij kan door drie vernuftige wieltjes aan beide zijden ‘traplopen’ en die van jou niet!
Of: ik heb de nieuwste Louis Vuitton en jij maar een Eastpak!
Ik geloof het vast.
Ik ken vrouwen en dat ‘trekje’ is internationaal!