Mijn lijst met blogs

dinsdag 30 augustus 2011

213

"Wilt u ook uw pakjes <...> mee?"
Ik verstond niet goed wat de kassadame bij de Coop (spreek uit Co-op) zei, maar begreep haar wel: de dingetjes waarvan de Coop hoopt dat het een rage wordt, waardoor de klanten massaal toestromen (en blijven). Dit keer kan er gespaard worden voor triqo-stukjes. Bij besteding van € 10,- krijgt de klant een zakje met wel één (1, uno, ien, one) stukje plastic in de vorm van een vierkant of een driehoek en waarvan een zijde ongeveer zes centimeter is. Door een vernuftig kliksysteem zijn die plasticjes met elkaar te verbinden. Uiteraard zijn er extra, gratis, zakjes met een stukje plastic te krijgen bij actieproducten.
 
Ik wilde wel eens weten wat het nieuwste supermarkt-hebbedingetje inhield en zei: "Ja".
Door het actieproduct 'pak Roosvicee' was ik in een klap de trotse bezitter van drie stukjes plastic: een rood vierkant, een zwart vierkant en een blauwe driehoek. Die heb ik nu aan elkaar geklikt en... heb een compleet nutteloos dingetje liggen...
 
Op promoplaatjes van de triqo - want zo heet zo'n plastic plaatje met drukknopen - zie ik kinderen met enorme bouwwerken staan: piramides, huizen, kubussen zo groot als zichzelf, kerken, kastelen. Zo'n gevaarte is toch zeker goed voor 200 plastic plaatjes. Maar dan moet je ook maar net de juiste vorm en kleur krijgen... Dat betekent boodschapjes ter waarde van € 4000,- min de triqo's voor de actieproducten = ongeveer 20 weken sparen wil je iets leuks kunnen maken en niet een nutteloos driehoekjes zoals nu voor mij op tafel ligt.
Twintig weken sparen, terwijl de actie precies zes weken duurt!
Ik heb geen idee of de triqo aanslaat, misschien zit ik er helemaal naast, maar dit lijkt mij gedoemd te mislukken. Een spaaractie moet naar mijn idee wel een beetje 'realistisch' zijn. Er moet een reële kans zijn om een niet al te buitensporig doel te kunnen behalen. Anders is de lol er snel af. En ja, er zijn triqo's bij te kopen, maar het moet natuurlijk wel gratis zijn.
Sparen = sparen en kopen = kopen. Twee verschillende dingen dus. 
 
Maar misschien zit ik mis...
Iemand nog geïnteresseerd in drie gratis triqo's van mij?

maandag 29 augustus 2011

212

Zoooo, dat maakt hebberig!
Afgelopen zaterdag zag ik een advertentie in de krant, van een veiligsite van (voornamelijk) faillissementen. Dus geen Ebay of Marktplaats met meuk van particulieren, maar een site met goederen van bedrijven die over de kop zijn gegaan. Complete inventarissen en alle goederen die op naam van het bedrijf staan, worden aangeboden en per opbod verkocht. Op de betreffende site zijn op dit moment acht veilingen gaande, waaronder de veiling van een muziekzaak. Een vleugel waarop het hoogste bod nu € 300,- is, een klarinet waarop nu 20 klinkende euro's zijn geboden, een piccolo 'doet' een tientje... verdrietig lage prijzen. Er komen nog 16% veiligkosten bovenop en vervolgens 19% BTW, maar dan nog zijn die prijzen natuurlijk een lachertje.


Ik sneupte door de online-catalogus op internet van deze muziekwinkelveiling en ineens ging mijn hart sneller kloppen. Ik zag afbeeldingen van: Bugels!
Ooit, in een ver, ver verleden zat ik op een fanfarekorps - Aurora, dat door een gebrek aan leden al niet meer bestaat - en speelde ik Bugel. Tot ik ging puberen en het fanfarekorps echt te suf vond... Tot groot verdriet van hait, die de drie dochters doch redelijk gepushed had bij de fanfare te gaan, beëindigde ik het lidmaatschap. De Bugel werd min of meer in de wilgen gehangen. Nog heel enkel blies ik een deuntje op de Bugel van zussie.


Inmiddels zal het lastig zijn om een noot hoger dan de hoge C er uit te persen, want de lippen aanspannen voor het toveren van een heldere noot uit de hoorn vraagt nogal wat oefening... toen ik op de fanfare zat zo'n uur per dag repeteren in het hok. De halve buurt kon meegenieten door het niet-geïsoleerde dak van golfplaten. Zover ik weet vond buurvrouw Wagenaar het prachtig wanneer we muziek maakten (hait op orgel of Es-bas, zus op alt-sax, zussie en ik op Bugel)... ik denk dat het mij mateloos zou irriteren...
En dus zal ik de Bugel waar ik op geboden heb, en waarvan ik hoop dat het mijn bezit wordt, niet bespelen in mijn appartement in de binnenstad. Zoals daar ook een piano onaangeroerd staat, uit medeleven met de onder- en bovenburen... De woning van schoonmoeders biedt echter wel kansen voor een tweede muzikale carriere. Ik ga alvast oefenen op 'iemand héél lief aankijken' :-)

zondag 28 augustus 2011

211

Hè, hè, eindelijk weet ik wat het is...
Fietsend door het Drentse landschap - nou ja, kleine rondjes in de buurt van Dwingeloo dan - zag ik ze steeds vaker staan. Altijd in de buurt van paarden - meestal in een paardenbak - maar de functie er van was mij volstrekt onduidelijk.
Zo'n ding hangend aan een stok, bestaande uit een zwarte bal met een witte puntmuts. Een groot uitgevallen kabouterhoofd...
Vandaag wilde ik het weten! En had vervolgens naar de overburen van schoonmoeders kunnen wandelen om te vragen watvoor bijzondere niet-lichtgevende-schemerlamp ze in het weiland hadden staan... waar dat vond ik toch wel heel erg knullig.
Internet bood uitkomst en ik zocht op 'paarden' en 'artikelen' maar dat leverde een webshop op met wel heel veel pagina's om door te vlooien... Na tientallen borstels, oornetjes, eczeemmaskers, halsters, neusriemen en -kooien had ik nog altijd geen foto gezien van de bemutste skippybal. Aan de zoektermen voegde ik dan ook heel simpel 'zwarte bal' toe en kwam in Koekange terecht bij Kuiper!

De dazenval

De val lokt dazen weg bij mens of dier
de daas 'denkt'
(dat vind ik bijzonder geestig beschreven)
1 dat de zwarte bal een prooi is
2 vliegt er naar toe
3 landt op de bal
4 kruipt over de bal
5 vliegt 'teleurgesteld' weg (omhoog)
6 komt via de kunststof fuik boven
7 in het opvangreservoir


Nah, wat een uitvinding! Dat heeft die Frank van den Dungen maar goed bedacht. Ja, ook dat heb ik op internet gevonden, samen met nog veel meer info over de dazenval. Best interessant, hoe die val zich door de jaren heen, vanaf 2007, heeft ontwikkeld tot onder andere de variant die inmiddels tot Zuidwest-Drenthe is doorgedrongen. En dat met alleen maar mond-tot-mondreclame. Als iets goed is, verkoopt het zich (van)zelf?

zaterdag 27 augustus 2011

210

'Sinds jaar en dag' is zwaar overdreven, maar al wel een aantal jaren gaat mijn lief eens in de week, meestal op een vaste dag, oefenen met de band. Dat vindt plaats in de oefenruimte, en die is daar waar een oefenruimte hoort te zijn: in the middle of nowhere in de schuur van een agrarisch bedrijf. Kunnen ze helemaal 'los' gaan.

Er zijn van die dingen, die je niet moet willen delen, omdat dan 'de magie' weg is.
Bij optredens moet niet altijd de wederhelft aanwezig zijn. Slechts af en toe belangstelling tonen en genieten van een avond muziek gemaakt door lief en consorten is prima. Maar altijd aanwezig zijn en daarmee de band van de bandleden doorkruisen, is niet oké. Met andere woorden: voorkom het Yoko Ono effect.
Daarnaast: bij het repeteren van een band horen geen anderen aanwezig te zijn, dan de bandleden! Of het nu een kennis, familielid, vriend of wederhelft is: het laat de magie met een knip met de vingers verdwijnen.
En dus was ik nog nooit in de oefenruimte geweest en 'kende' ik deze alleen van verhalen.
Inderdaad: 'was' en 'kende', want vanmiddag moest mijn lief een versterker ophalen uit de oefenruimte en ging ik mee. Gewoon omdat het gezellig was om er even samen naar toe te rijden, en om een beeld te krijgen van de plek waar lief musiceert. Het bijwonen van een repetitie is dus not done, maar het bekijken van de ruimte op een geheel ander moment, is prima. Een goede verstaander, snapt dat verschil.
Tsja en wie dat niet snapt... dat is waarschijnlijk degene die als enige zijn vriendin meeneemt naar een pokeravond van 'de mannen', of is degene die haar vriend meeneemt naar een avond met 'de meiden' in de bioscoop...

Het was een mooie oefenruimte! Niet alleen op een plek waar deze hoort te zijn (in the middle of nowhere in de schuur van een agrarisch bedrijf), maar ook ingericht 'zoals dat hoort', met naast de benodigde instrumenten en apparatuur een concertposter, aandenkens (vlag, briefje, kaartje, spiegel), een barretje én... setlists! Ze lagen er op een muziekbox, als stille getuigen van optredens.

Dog eat Dog
Say Those Words
Songs For The Broken Hearted
Tougher Than The Rest
Quality Time
Moving On
I Don't Need You Anymore
Ready For The Ride
What Do You Want Me To Say
A Little Bit

Van de eerste set herkende ik twee titels niet. Tijd om weer eens naar een optreden te gaan! Medio november spelen ze weer op redelijke rijafstand, dus dan moest het er maar weer eens 'van komen'!

Graag tot ziens in Café de Sluys in Munnikezijl.

vrijdag 26 augustus 2011

209

Vandaag was het weer raak.
Ik liet de hond van schoonmoeders uit en dat kan op verschillende manieren. De twee manieren waar ik uit kon kiezen: de riem met slipketting om zijn hals en dan met hem lopen óf hem het knalrode tuigje aantrekken en hem vastmaken aan de speciale Walkydog aan de fiets. Bij de tweede methode laat ik de hond dus uit naast de fiets. Door hem in een tuigje te hijsen en hem vast te maken aan een speciale stang met korte riem (met veer) kan er niets misgaan onder het fietsen. De hond kan namelijk maar één kant op en dat is vooruit. En dus niet links de spaken van de fiets in, tegen de trappers, rechts het veld in of achteruit. Door het tuigje kan hij zichzelf ook niet ophangen. Ook kan er eigenlijk niets misgaan, omdat de hond aan de fiets vast zit en ik dus twee handen aan het stuur kan houden! Prachtige uitvinding zo'n Walkydog!
De meeste mensen die ik dan tegenkom tijdens de fietsronde, kennen geloof ik het systeem niet... want de opmerkingen zijn vaak niet van de lucht. Ook vandaag een aantal opmerkingen over hoe mooi het gaat, en wat een handige fietsstang! En altijd weer die ene die moet roepen: "Ja, zo kan ik ook fietsen. Je laat je gewoon door die hond vooruit trekken!" (Op z'n Drents dan wel te verstaan)
Dit alles met zo'n ondertoontje van: dierenbeul!
In het geval van deze hond durf ik mijn hand er voor in het vuur te steken: hij vindt het helemaal leuk en het is niet zielig.
De hond van schoonmoeders lijkt op een Border Collie (zal het niet zuiver zijn) en die staan bekend om hun harde werken en hoge energielevel. Het zijn niet voor niks schapendrijvers. Border Collies kunnen wel 100 kilometer per dag lopen en ze zijn onvermoeibaar (wikipedia). Wanneer ik naar de hal loop om dan wel de slipketting en riem te pakken, dan wel het rode tuigje, gaat de hond helemaal uit zijn plaat van blijdschap. Hij is met beide even blij. En wanneer hij in zijn rode tuigje zit gaat hij netjes naast de fiets zitten om aangelijnd te worden. Vervolgens gaat hij fullspeed in galop naast de fiets rennen... dat gaat mij gewoon te snel! Ik kan het met de trappers, ook op het grootste blad, niet eens meetrappen. Dus als een amazone te paard moet ik de hond in een soort draf zien te krijgen. Met andere woorden: ik moet hem gewoon afremmen. Hij vindt het echt geweldig; even lekker rennen naast de fiets! En nee, ik geloof niet dat hij zo hard loopt omdat hij constant probeert voor mij of voor de fiets te komen. Ik zie dat hij het echt heel leuk vindt.
Ik ben wel een beetje klaar met mensen die er iets over denken te moeten zeggen!

woensdag 24 augustus 2011

208

Verborgen gebreken zijn een bekende term, verborgen talenten schijnen te bestaan, er was een televisieprogramma dat 'verborgen verleden' heette... en ik wil daar graag een nieuwe variant aan toevoegen!
 
Gisteren waren mijn lief en ik op visite bij oma die mijn oma niet is, maar die ik wel zo noem. Laatst is ze gevallen, heeft ze haar heup gebroken en is ze geopereerd. Binnen twee weken keerde oma weer terug naar de eigen serviceflat, waar ze nu haar dagen 'slijt' in een gemakkelijke stoel. Het is niet de heup die ervoor zorgt dat ze weinig mobiel is en de dag vooral zittend doorbrengt. Het zijn de slechte ogen. Het valt niet mee om na 90 jaar te hebben gezien waar ze liep, te leren op de tast te lopen en te vertrouwen op bijvoorbeeld een verzorger naast haar. Even een rondje met de rollator rond de tafel, maakt oma dus niet. Stel ze raakt halverwege de oriëntatie kwijt... dan is het mis, dan is er paniek!
Reden genoeg om oma wat extra aandacht te geven, door haar wat vaker te bezoeken. En we zijn niet de enigen. Zo komen bijvoorbeeld de zoon en schoondochter van oma (bijna) elke dag langs én toen we er gisteren waren werd er gebeld! Oma hield de telefoon op twee centimeter voor haar oog, drukte op een knop en vervolgens had ze haar zusje aan de lijn. Het grappige is, dat we het dan over een vrouw hebben van iets over de 80. Een jonger zusje, is en blijft een jonger zusje, natuurlijk.
 
Van het een op het andere moment sprak oma vloeiend Fries! Dat was wel heel erg verrassend, nog nooit eerder gehoord, maar eigenlijk ook weer niet zo raar. Oma woont dan al wel minstens 70 jaar in Overijssel, ze kwam ooit in Fryslân ter wereld waar in het gezin Fries werd gesproken. Het is bijna onmogelijk om na jaren ineens een andere taal met elkaar te spreken. Daar waar ooit 'in' begonnen is, dat blijft over het algemeen de voertaal. Wanneer ik nu ineens Nederlands zou moeten spreken met zus en zussie... nee, dat wordt 'm niet. Wij spreken Bildts met elkaar. Dat zal altijd zo blijven, ook wanneer ik 94 ben, zus 95 en zussie 93. Als ik over 50 jaar de telefoon opneem terwijl er visite bij mij in de kamer zit, denkt de visite misschien wel: "Hé, verborgen Bildts!" Zoals ik gisteren dacht: "Hé, verborgen Fries!"

dinsdag 23 augustus 2011

207

Vandaag was ik op de fiets naar het werk. Ja, dat betekent inderdaad dat ik niet thuis was, want anders zou die fietstocht - enkele reis - zo'n 70 kilometer geweest zijn. Nu wil ik graag afvallen maar vier uren heen en vier uren terug fietsen per dag, en tussendoor nog even acht uren werken, is mij iets te gortig. Na het werk kon ik dus voor de verandering eens op de fiets naar de plaatselijke supermarkt voor wat dingetjes voor het avondeten. Het kleine pakketje deed ik onder de snelbinders op de bagagedrager; mijn schoudertas liet ik op het pakketje rusten.
Een keer 'thuis' zag ik dat mijn boodschappenpakketje redelijk naar het uiteinde van de bagagedrager was geschoven door de druk van de schoudertas. Van er af vallen was (nog) geen sprake, maar een echt heel slimme constructie was het niet (geweest).
 
Hoe ging dat verhaaltje ook alweer dat juf Van Gelder vertelde in de eerste klas?
Het was iets met een jongen, een speld, een hooivork en een pot stroop...
 
Het duurde even voordat ik het verhaaltje vond op internet, maar het stond en staat op de website van het Meertens instituut onder 'grappige verhalen'.
 
122. Dat had je niet moeten doen (1892)
Pieterke moest een stopnaald halen voor zijn moeder. Toen stak hij de naald in een wagen met hooi. Toen hij thuis kwam, was de stopnaald zoek.
Zijn moeder zei: "Ach Pieterke, hoe kon je ook zo doen? Je had hem op je jasje moeten steken!"
"Als ‘t weer gebeurt, zal ik het doen," zei Pieterke.
Toen moest hij een hooivork gaan halen, en die stak hij op zijn jasje.
Toen hij thuis kwam, zei zijn moeder: "Dat had je niet moeten doen, je had hem achter je aan moeten slepen!"
"Als ‘t weer gebeurt, zal ik het doen," zei Pieterke.
Toen moest hij een spekham halen, en die liet hij achter zich aan slepen. Toen aten de honden hem op.
Toen kwam hij thuis, waarop zijn moeder zei: "Zo had je niet mogen doen, je had hem op ‘t hoofd moeten nemen!"
"Als ‘t weer gebeurt, zal ik het doen!" zei Pieterke.
Toen moest hij stroop halen. Hij nam de stroop op zijn hoofd. Toen hij thuis kwam, zat zijn hele gezicht vol stroop.
Zijn moeder zei: "Zo kan ‘t niet langer!"
Toen ging zijn moeder hem achterna en ze zag dat Pieterke in een vat vol veren kroop. Maar nu kleefden alle veren aan zijn hoofd vast.
Toen hij thuis kwam, was hij een haan en riep: "Kukeleku, kukeleku."
 
Op de een of andere manier heeft dit verhaaltje diepe indruk op mij gemaakt toen ik een jaar of zes - zeven was, want ik (her)kende het tot de laatste vier regels.
Maar of ik het eind nu zo ontzettend grappig vind...

206

Het kon ook bijna niet anders, met 'blues' in de titel: gevoel van weemoed en sentimenteel verlangen naar 'vroeger'.
Tijdens de Drentse bluesopera was het niet alleen genieten van het wijdse uitzicht, de muziek, het weer, de humor (in gesproken tekst, songtekst, attributen, suggestie van decor... Nou ja, eigenlijk in alles), maar ook van het eigen sentiment. Voor mij persoonlijk niet het sentiment van het boerenbedrijf... want ik ben niet op een boerderij geboren en/of getogen. Wel sentiment naar de muziek die bij mijn geboortegrond hoort. Die is weliswaar wat anders dan de Drentse blues - wat rauwer, wat meer rock - maar het gevoel van een streekeigen sound ken ik.

Helemaal boven in Fryslân is een gebiedje dat nu dik 500 jaar bestaat en wat een andere geschiedenis kent dan de rest van Fryslân. Het Bildt heeft een eigen streektaal (Het Bildts, en ja het woordenboek Nederlands - Bildts bestaat evenals dichtbundels, verhalenbundels en geschiedenisboeken etc. in het Bildts) en de 'oorspronkelijke' bewoners (zij die geen import zijn, zal ik maar zeggen) zijn nogal rauw, recht voor z'n raap, stiif foor 'e kop en het zijn harde werkers.
 
Ik weet niet hoe het nu is, maar een dikke twintig jaar geleden waren er veel bandjes op het Bildt, en die speelden vooral stevige rhythm & blues met rock-invloeden. Wat heb ik (samen met zussie) een bandjes en regionale festivalletjes bezocht (Mukpop, Wytbeat, Drekrock, Wildwestfeest Ouwesyl etc.)...
Tijden die niet hoeven te herleven, want dat was toen, en dat was leuk. Als de tijden - en ikzelf - niet veranderd waren, was nu dat gevoel van sentiment er niet geweest. En dat gevoel is misschien nog wel mooier dan dat wat eens was.   

maandag 22 augustus 2011

205

Ik weet nog precies hoe ze smaakten: de groenten uit de diepvries!
Tot begin jaren '80 van de vorige eeuw - dat klinkt nog langer geleden dan circa 30 jaar geleden - hadden hait en mem een groentetuin. De taken waren - zonder keiharde afspraken - redelijk volgens een vast patroon verdeeld: hait deed het spit-, zaai-, schoffel- en oogstwerk en mem vroor de oogst in. Bergen boontjes werden gepunt - waarna wij kinderen ze in tweeën mochten knakken - en gekookt in de hogedrukpan. Na het afkoelen werden de boontjes in de welbekende blauwe diepvrieszakken verpakt. Ter vergemakkelijking van het stapelen in de vriezer werden de pakjes boontjes redelijk platgeslagen.
Naast het winterklaarmaken van de boontjes kan ik mij vooral het invriezen van rode bieten herinneren: in de keuken was het namelijk een groot 'bloedbad'. Alsof er een aantal dieren was geslacht voor de winter! 
 
Het inmaken van augurken uit eigen tuin deed mem trouwens precies één keer, want dat bleek geen succes... Nou ja, eigenlijk smaakten die augurken verschrikkelijk... Ik denk dat het overgrote deel van de potten augurken vroegtijdig geopend werd, en dat de inhoud in het jiskefet is verdwenen... Soms wenste ik dat er ook eens zo'n snel einde kwam aan die constante stroom ingevroren, ontdooide en opgewarmde boontjes. Na een paar weken van die boontjes, kon ik ze niet meer zien, laat staan eten. 
 
Een keer hielp ik hait bij het plukken van de boontjes in de eigen groentetuin (veel leuker dan ze opeten). Pas na flink wat planten leeggeplukt te hebben, vertelde hait dat ik de plant 'van onderop moest benaderen'. Ik was vanaf de bovenkant vol met mijn handen in die plant gedoken en had, als was het een oerwoud, de bladeren aan de kant geschoven. Toen ik achterom keek leek het inderdaad alsof er een kleine windhoos over 'mijn' regel bonenplanten was gegaan. De planten die hait had geplukt stonden nog steeds fris rechtop!
 
Vandaag moest ik ineens aan deze plukles denken. Vandaag aten we verse boontjes uit schoonmoeders tuin. En de planten staan er na mijn plukactie bij, zoals ze er voor het plukken stonden!
De boontjes smaakten overigens - zo zonder invriezen, ontdooien en opwarmen na het koken - heerlijk!

zondag 21 augustus 2011

204

Drentse bluesopera 1
 
Sommige dingen, nee beter gezegd, heel veel dingen begrijp ik niet. Neem nu vandaag: de dag waarop we - nog voor de verjaardag van mijn lief - naar de Drentse bluesopera gingen. De laatste voorstelling op het grasland aan de voet van de Drentse Hondsrug bij Gieten.
 
We waren mooi op tijd - eigenlijk best vroeg - maar absoluut niet de eersten. Nee, de allereersten stonden namelijk ruim een uur voordat de tribune open ging al in de rij voor de toegang tot die tribune. Terwijl zij in de rij stonden met het kussentje in de hand en de proviandtas onder de arm geklemd, kochten wij een bakkie bij de cateringtent en gingen wij nog even op een picknickbank zitten kijken naar alle binnenkomende bezoekers. Tijdens zo'n voorstelling worden namelijk géén kaartjes verkocht voor tribuneplaatsen waar vandaan de voorstelling niet te zien is of slecht te zien is. Met andere woorden: waarom een uur in een rij staan? Echt, iedereen krijgt een plek, iedereen krijgt ook een prima plek, dus dat haantje de voorste gedrag slaat helemaal nergens op.... Snap ik niet.
 
Het mooie was, dat toen de tribune bijna vol was - er moest misschien nog een kleine 40 man op (waaronder wij) - besloten werd dat iedereen van de tribune moest vanwege een snel opkomende onweersbui. Iedereen die met de auto was gekomen werd verzocht, in de auto te gaan zitten en de onweersbui af te wachten. Waar de mensen die op de fiets waren gekomen moesten schuilen weet ik eigenlijk niet... ik denk in de snacktent of zo. Terwijl wij al lang en breed droog in de auto zaten, liepen de eerder genoemde 'haantje de voorsten' in de stromende regen naar hun auto's. Was de uitspraak niet: de eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten de eersten? Vanmiddag was dat dus letterlijk zo. Best grappig...
 
De donder en de bliksem trokken recht over het voorstellingsterrein, regen kwam met bakken uit de lucht. Het eerste dat stopte was het regenen... en de eerste autodeuren zwaaiden alweer open. Mensen stapten uit... terwijl de volgende flits zich liet zien gevolgd door gebulder. Ze deinsden er niet eens van terug de auto in. Waarom, oh waarom bleef men niet gewoon in de auto zitten wachten tot het slechte weer voorbij was? Moest iemand van de organisatie zeggen dat ze terug moeten gaan naar hun auto's! We hebben het over volwassen mensen! En dat gebeurde niet een keer, dat gebeurde minstens drie keer. Bizar!
Was het ongeduld? Was het dommigheid? Was het kuddegedrag? Was het alledrie?
Of waren het de mensen die eerder die middag al meer dan een uur voor de toegang tot de tribune hadden gestaan?
Bang dat er voor hen niet meer een plekje zou zijn? Bang dat de voorstelling zomaar zou beginnen voor een halfgevulde tribune, zonder hen?
 
Ook de tweede keer dat de tribune werd opengesteld, gingen wij als bijna laatsten de tribune op. We zaten op de twee na bovenste rij: er zat niemand voor ons, de rij achter ons was half leeg.
Plek zat! Logisch. De organisatie heeft namelijk al heel vaak voorstellingen georganiseerd, en er zijn nog nooit mensen weggestuurd omdat er geen plek was.

Tot circa twee jaar geleden zat ik een aantal jaren in het bestuur van een openluchttheatergezelschap. Liep ik tijdens voorstellingen in een t-shirt van 'de organisatie'. Was ik uren voor de voorstelling aanwezig voor bijvoorbeeld het uitdelen van programmaboekjes, het controleren van kaartjes, het ontdoornen van de rozen voor de spelers én was ik samen met andere bestuursleden en vrijwilligers vroeg aanwezig omdat ruim voor aanvang de eerste bezoekers zich meldden, met kussentje en proviandtas.
Ik ken het fenomeen dus; ik zag het vanmiddag niet voor de eerste keer.
Maar ik was nog net zo verbaasd als de allereerste keer...

zaterdag 20 augustus 2011

203

Inline skaten vind ik dus de fijnste manier van bewegen, wanneer ik moet kiezen tussen inline skaten, lopen en fietsen. Ik schreef het een aantal weken geleden al. Maar inline skaten kent als nadeel dat het niet te hard moet waaien (voor mij). Met de wind in de rug gaat het natuurlijk razendsnel op die wieltjes… maarja ik moet dan ook weer eens terug. Jaren geleden rolde ik eens vol goede moed naar hait; ritje van een kleine 20 kilometer. Toen ik aan het eind van de middag terug wilde kwam ik er net buiten het dorp achter dat er een stevige oostenwind stond. Dat terugskaten naar huis ging écht niet lukken. En zo ging ik verslagen door de wind terug naar hait, die mij vervolgens in de auto naar huis bracht. Wat ik ‘in het verleden’ ook wel eens deed om tegenwind te ontlopen was met wind mee of met zijwind naar Harlingen, Franeker of Hurdegaryp skaten, om daar de trein terug naar Leeuwarden te nemen. Sinds de invoering van de OV-chipkaart, waarin ik mij totaal niet heb verdiept en waar ik dus helemaal niets van snap, ga ik niet meer met de trein…

Vandaag waaide het helaas weer te hard voor inline skaten, en dus knoopte ik de veters van mijn loopschoenen vast. Nu kan ik naar dat lopen – vandaag ruim drie uren! – kijken met mijn ‘glas half leeg blik’ en met mijn ‘glas half vol blik’.
Laat ik de tweede blik nemen.

Tijdens lopen zie ik, vergeleken met fietsen en inline skaten, verreweg de meeste details in de dingen om mij heen. Zo zag ik gisteren voor het allereerst midden in de stad, in een parkachtig openbaar gebied ineens een boom staan die vol hing met peren! Echt al zo vaak over dat fietspad gefietst en nooit eerder die perenboom naast het fietspad gezien. Tot gisteren toen ik over het fietspad liep. En het is, gezien de grootte van de boom, niet zo dat hij er eerder nog niet was.
Vandaag zag ik naast drie dartelende konijnen in een weiland – renden een beetje achter elkaar aan en dat zag er bijzonder lollig uit – in Leeuwarden ineens heel bijzondere bakstenen.

Ik wilde er maar een quiz van maken: wie weet waar deze bijzondere bakstenen in de muur zijn gemetseld? Het is dus in Leeuwarden, in de binnenstad. Over een eventuele prijs ga ik nog even nadenken…

vrijdag 19 augustus 2011

202

Met enige scepsis keek ik een aantal weken geleden voor het eerst naar het programma… en deze week miste ik het programma vanwege een verjaardagsfeestje en zocht ik het zowaar op, op de website uitzending gemist. Ja, die site heb ik al vaker genoemd in blogs, maar toch zit ik echt niet constant tv te kijken hoor. Wanneer ik een programma opzoek op uitzending gemist, dan is het (voor mij) een bijzonder programma!

Van scepsis naar schreien zou ik het kunnen noemen, want tijdens de begintune lopen bij wijze van spreken de tranen al over mijn wangen. De eerste keer kijken was meteen raak: ik was tot tranen toe geroerd. Dat is vervolgens iedere aflevering nog het geval geweest. Maar nooit meer zo intens en diep van binnen als tijdens mijn eerste uitzending. Het was het jongetje van het Singelland in Drachten, die mij enorm raakte. Hij was verreweg de kleinste in de groep, hij had grappige blonde gel-stekels en droeg een wit t-shirt en een groen-zwart trainingsjack.
De eerste keer dat hij overstak was na de ‘vraag’: “Please cross the line, if you ‘ve ever not slept at night because you were worried about the safety of someone you love.”
Het hij liep voor de tweede keer naar de overkant na: ”Please cross the line when a family member or a close friend has died.”
Hij brak, hij moest zo ontzettend huilen. Een klasgenoot hield hem stevig vast.
En ach, toen moest hij nog een keer oversteken, want het volgende verzoek was: “Please cross the line if one of more of your parents have died.”
Even stond hij alleen en twijfelde of hij links of rechts steun zou zoeken. Het werd de meneer rechts van hem die een arm om zijn schouders sloeg.

Ik kijk niet om te kunnen huilen en mij te kunnen onderdompelen in eigen verdriet.
Ik wil zien wat het jongelui doet, wanneer ze horen met welke problemen, emoties, zorgen en nare ervaringen klasgenoten rondlopen.
Ik wil zien dat ze beseffen dat ze niet te snel een oordeel over anderen moeten vellen.
Van mij mag iedere middelbare schoolgroep naar Challenge Day gestuurd worden.

Alleen… dat teken dat de jongelui met hun hand moeten maken en waarmee ze laten zien dat ze de ander respecteren, steunen of zelfs liefhebben… dat is en blijft wel een beetje vreemd...

201

Ik ben mij er van bewust, dat ik niet zo milieubewust ben. Ik rijd zo’n 50.000 km per jaar in een niet zo heel zuinige dieselauto, ik ben nogal een koukleum en draai vrij snel de thermostaat van de cv omhoog, de afgelopen jaren ben ik iedere zomer op vliegvakantie geweest naar een huis met privézwembad, dit jaar zelfs twee keer op vliegvakantie, ik eet vis… en zo kan ik nog wel even doorgaan. Mijn zogeheten ecologische voetafdruk is denk ik nogal groot. Maarja, ik lees (volgens mij) anderen dan ook niet de les over milieubewustzijn, dier- en natuurvriendelijkheid, duurzaamheid etc. Ja, dat is een regelrechte aanval op ‘activisten’ die die termen vooraan in de mond hebben en vervolgens op een vliegtuig stappen, een of twee auto’s naast de deur hebben staan en af en toe (biologisch) vlees aan het vorkje prikken. Schijnheiligheid. Geen moraalridders maar dubbele moraalridders (een moraal voor de ander en een moraal voor zichzelf).
Zo, dat moest er even uit.
Ik dwaal af.

Enige redelijk goede dat ik doe: de campagne ‘wees wijs met water’ op de lagere school heeft behoorlijke indruk gemaakt dus ik ben redelijk bewust van en zuinig met water, ik eet geen vlees, ik breng glas naar de glasbak en papier naar de papierbak, en ik heb een ja-neesticker op de brievenbus. Deze week was ik hooglijk verbaasd dat ondanks die sticker een dikke telefoongids in mijn brievenbus lag. Die wil(de) ik niet, die valt niet onder huis-aan-huisblad, die had er niet in mogen liggen.

Op de website van De Telefoongids BV heb ik opgezocht hoe het toch mogelijk is, dat ik ondanks de sticker zo’n dik pak papier in de brievenbus heb gevonden. De Telefoongids & Gouden Gids valt niet onder ongeadresseerd reclamedrukwerk en is ook geen huis-aan-huisblad. De papieren gids wordt bovendien veelvuldig gebruikt (maandelijks ruim 6 miljoen unieke gebruikers bron: TNS-NIPO monitor 2009). Dat is de reden waarom wij deze ook blijven verspreiden.
Mijn gedachte dat de telefoongids geen huis-aan-huisblad is, wordt gedeeld door De Telefoongids BV. Waar we het overduidelijk niet over eens zijn, is de gedachte dat ‘heel veel mensen de gids gebruiken’ en dus de sticker wel gewoon genegeerd kan worden. Ik vind dat niet de meest voor de hand liggende ‘conclusie’ en ‘oplossing’. Maarja… dezelfde site biedt ook de mogelijkheid om aan te geven dat je de gids niet meer wenst te ontvangen! Dat formuliertje heb ik maar even ingevuld.
Heel benieuwd of ik volgend jaar word overgeslagen.

Voor wie zijn ecologische voetafdruk ook iets wil verkleinen, de link naar het afmeldformulier telefoongids: https://klantenservice.detelefoongids.nl/klantenservice/geen-gids-meer-ontvangen/830/

donderdag 18 augustus 2011

200

Ruim acht jaar geleden werkte ik bij een COA-cluster waar een azc werd gesloten. Dat was binnen dat cluster de eerste locatie, er volgden nog meer. De bewoners werden bijeen geroepen voor een informatiebijeenkomst. Die ochtend stond Martin Bril ook ineens op de stoep van de recreatiezaal waar de bijeenkomst plaats vond… of hij de bijeenkomst bij mocht wonen! Hij was ‘toevallig’ in de buurt. De vraag werd voorgelegd aan de mediavoorlichter op het hoofdkantoor in Rijswijk, maar het hoofd Wonen van het cluster en ik wachtten hun reactie niet af. Martin Bril was van harte welkom! Ik bedoel maar: het was dé Martin Bril hè!
Hij zat aan de bar, maakte wat aantekeningen, gaf na afloop een hand en weg was ie weer.
De volgende ochtend ging zijn column in de Volkskrant over de bijeenkomst.
Op de een of andere manier ben ik het knipsel kwijt geraakt, maar de tekst staat ook in het boek ‘Het ronde land’ en die heb ik! Ook is de tekst te vinden op de website van de Volkskrant:

Ik hoop dat ik hiermee voldoende de bron(nen) heb aangegeven van de nu volgende tekst van Martin Bril. Mocht iemand er alsnog een probleem mee hebben: schrijf ff een reactie onder de blog!

Kollum
Martin Bril − 13/02/03, 00:00
Het was elf uur. Een dunne mist hing tussen de witte stacaravans van het AZC Kollum, vlakbij het gelijknamige dorp in Friesland....

Sybrig Sytsma is hoofd wonen van de cluster Oostergo van het COA, een lange vrouw met zwart, springerig haar en kuiltjes in haar wangen. Aan haar de taak de bewoners uit te leggen dat dit centrum binnenkort gesloten zal worden.

De bijeenkomst vond plaats in de ontspanningsruimte, een kleine zaal in een boerderij aan de rand van het complex. De stoelen waren van rotan, en er was een biljart en een barretje waaraan koffie werd geschonken in plastic bekers.

Het zaaltje zat vol, met vooral mannen: sommigen pikzwart en ontspannen, anderen zorgelijk, grauw en al wat ouder, weer anderen jong en strijdbaar - Koerden, Irakezen, mensen van de Balkan, sommigen met een baby op de arm, een man met een Unoxmuts op het hoofd.

Sybrig Sytsma zat achter een tafel en had een microfoon in haar hand. Ze werd geflankeerd door twee andere dames van het COA die aantekeningen maakten.

'Er wonen te weinig mensen in de AZC's', vertelde Sybrig op rustige toon, 'er vertrekken meer mensen dan er bijkomen. Dat betekent dat er overal in de centra van het COA plekken vrijkomen. Ook hier, dat heeft u al gezien. Maar dat is niet de bedoeling. In totaal zijn er wel twintigduizend plekken te veel. Daarom heeft het COA heel diep nagedacht. En er zullen centra gesloten worden. Kollum gaat ook dicht. Dit jaar. Dat was altijd al de afspraak. Maar wij weten niet of het COA Kollum volgende maand gaat sluiten, of in juli. Of pas aan het einde van het jaar. U zult dus moeten verhuizen. Twintigduizend mensen moeten verhuizen. Wij weten niet waarom het ene AZC wel gaat sluiten en het andere niet. Wij weten ook niet waar u heen gaat. Heeft u daar zelf invloed op? Nee, maar wij van het cluster ook niet.'

In de zaal klonk wat gemor.

'U gaat naar een AZC dat langer openblijft, misschien in Apeldoorn, misschien in Limburg, misschien in Amsterdam. Maar of het net zo lang openblijft als uw procedure duurt, weten wij niet. Misschien gaat u naar een ander caravancomplex, misschien naar een appartementenopvang. Er bestaat een kans dat u nog een keer moet verhuizen. Twintigduizend verhuizingen, dat is een enorme operatie. Wij van het cluster hebben er geen invloed op. Alles wordt in Rijswijk beslist. Uiterlijk twee dagen voor u vertrekt, hoort u waar u heen gaat. Twee weken voor de sluting van het centrum begint de uitstroom. U moet uw woonruimte netjes achterlaten. Het COA regelt uw vervoer. U kunt handbagage meenemen. Het vervoer van meubels en fietsen moet u zelf verzorgen. U krijgt de kosten ook niet vergoed.'

Zo ging Sybrig nog een tijdje door, almaar herhalend wat ze al eerder had gezegd, tot uiteindelijk het moment van vragen stellen was aangebroken. En bijna alle vragen gingen over hetzelfde.

De fietsen.

Waarom het COA het vervoer van hun fietsen naar Apeldoorn of Limburg of Amsterdam niet kon regelen, of op z'n minst kon betalen?

Sytsma die graag het antwoord zou willen geven, kon niets anders doen dan beloven dat zij en haar mensen de fietsenkwestie onder de aandacht van Rijswijk zouden brengen. Een zekere gelatenheid maakte zich daarna al snel van de aanwezigen meester. Ze kenden Rijswijk, en ze wisten dat Sybrig ook niet meer kon doen dan wachten op de dingen die van daaruit komen gingen. Hartverscheurend was het.

<einde tekst Martin Bril>

Even voor de goede verstaander: ‘ze werd geflankeerd door twee andere dames…’ Ik was dus een van die twee hè ;-)

Een lange introductie om te komen tot mijn eigen verhaaltje.

Afgelopen twee avonden was ik bij bijeenkomsten over twee tijdelijke masten die in mijn werkgemeente staan. Ze werden onlangs geplaatst na het omvallen van de spriet op de toren bij Hoogersmilde. De dekking van GSM en UMTS was dermate slecht dat er snel – noodsituatie – masten  geplaatst moesten worden, en dat betekent dat de officiële procedure achteraf wordt doorlopen en niet zoals gebruikelijk vooraf. Het gemeentebestuur wilde samen met KPN tijdens de bijeenkomsten uitleggen en toelichten waarom afgeweken is van de normale procedure.

De belangstelling voor de bijeenkomsten was minimaal: in totaal circa 20 belangstellenden. En wat bleek: circa 80 procent van de aanwezigen was helemaal niet gekomen om te praten over de tijdelijke masten en de procedure. Nee, zij hadden problemen met digitenne en dachten: “Er zijn mensen van KPN aanwezig dus dan kunnen we dit probleem mooi even aankaarten!”
En zo kwam het gesprek steeds weer op de problemen met digitenne.
Ik moest denken aan de fietsen waar Martin Bril over schreef. Dat bleek ook ineens hét item te zijn, en niet de sluiting van het centrum an sich.
En zo had ik weer een Martin Bril-moment.

woensdag 17 augustus 2011

199

Trouwe lezers zijn natuurlijk bere-nieuwsgierig naar hetgeen ik bijna niet voor me kon houden in blog 166. Voor wie de blog niet heeft gelezen, dan wel om het geheugen op te frissen, een passage uit die blog:
Dit jaar heb ik ineens weer enorme last van onrust rond een verjaardagscadeautje. Nee, niet een cadeautje dat ik zou kunnen krijgen. Ik vier ook dit jaar niet mijn verjaardag dus van cadeautjes is in principe geen sprake en dat is wederom prima (hoewel ik ieder jaar van bepaalde mensen wel een cadeautje ontvang hoor, wat ik bijzonder lief vind).
De onrust is er vanwege een cadeautje dat ik ga geven. En wel aan mijn lief.

Gisteren was het dan eindelijk zo ver. Mijn lief was jarig en ik mocht en kon mijn cadeautje geven! En nu kan ik dus wereldkundig maken wat het was!
De grootouders van mijn lief hadden ooit een heel mooi hotel. Het bestaat helaas niet meer, omdat het door brand verwoest is. Op de plek waar het ooit stond, is nu nog altijd een braakliggend terrein. Toch is het niet helemaal weg: mijn lief kocht ooit via een veilingsite een ansichtkaart waar het hotel op staat. Een ansicht die ook is uitgegeven door zijn voorouders.

Zo’n jaar geleden was ik ook eens aan het zoeken op veilingsites en vond ook een ansicht met het hotel er op, en nog een van het hotel alleen dan wel een andere foto… En zo ontstond het idee om tot zijn verjaardag zoveel mogelijk en vooral zoveel mogelijk verschillende oude ansichtkaarten te vinden met daarop het hotel. Ik ben in een jaar tot circa zeven verschillende oude ansichten gekomen. Van sommige zelfs meerdere exemplaren. Tot bij Gent vond ik ze.
Ik hoopte dat op de achterzijde lieve verhaaltjes zouden staan als: prima, rustig hotel gevonden met heerlijk eten en aardige mensen! Want dat zou dan op mijn lief zijn voorouders slaan. Maar helaas die heb ik niet gevonden.

Naast de ansichtzoekactie startte ik een suikerzakje-van-het-hotel-zoekactie. Die zoekactie heeft maanden geduurd… en toen werd er eindelijk een exemplaar op Marktplaats aangeboden! Ik deed een bod en durfde de aanbieder niet te mailen met een verhaaltje over hoe belangrijk dat suikerzakje voor mij was. Ik dacht: “Die wordt dan onbetaalbaar”. Ik wachtte rustig een bericht af, en vlak voor ik blog 166 schreef was het suikerzakje bezorgd! Ik was helemaal gelukkig.

En mijn lief was blij met het verjaardagscadeautje. Ook leuk meegenomen ;-)

198

Voor wie al heel lang lid is van ECI en dat ook nog een poos wil blijven, heb ik een tip voor gratis ECI-producten ter waarde van € 35,-. Zoals verteld in blog 170 wilde ik graag van mijn ECI-lidmaatschap af, en dat ging wonderwel best gemakkelijk. Telefoontje naar de klantenservice, slechts drie minuten in de wacht, en het was geregeld. Zusje schreef dat het opzeggen van het lidmaatschap weliswaar heel gemakkelijk gaat, maar dat er nog wel minstens tien brieven op de mat zouden vallen met pogingen om mij weer binnen te hengelen. En inderdaad, een week later ontving ik aanbod numero uno (blog 175).

Onlangs werd aanbod twee bij mij bezorgd: wanneer ik nu alsnog ‘tot inkeer kom’ en hernieuwd lid word voor minstens een jaar, dan ontvang ik een waardebon van €35,- te besteden bij ECI. Uiteraard tellen die aankopen niet mee, voor het aantal verplichte producten dat een lid moet afnemen per jaar. Nu heb ik zeer weloverwogen, na veertien jaar afscheid genomen van de boekenclub, dus geen haar op mijn hoofd die overweegt op dit aanbod in te gaan… maar voor wie bij ECI zit en daar bij wil blijven… Het lidmaatschap opzeggen in de wetenschap dat je ten tijde van smeekbede twee weer gewoon door kunt gaan waar je was gebleven alleen dan met een waardebon van € 35,- is misschien een serieuze overweging waard.

Oh, wat gemeen bedankt van mij…

zondag 14 augustus 2011

197

Oma die mijn oma niet is maar die ik wel zo noem (zie ook blog 001 en 055) is laatst gevallen, en zoals dat vaak het geval is bij wat oudere mensen (oma die mijn oma niet is, is 94) ging daarbij de heup kapot. Heel erg naar. In plaats van in de serviceflat is ze al twee weken in het ziekenhuis, waar ze een nieuwe heup heeft gekregen. Morgen gaat ze weer naar haar eigen stekkie. Naar de eigen kamer waar zelfgekozen gordijnen voor de ramen hangen, persoonlijk uitgezochte en gekochte meubeltjes staan, gevuld met herinneringen, boeken en prularia. Terug naar de plek waar de televisie en de radio staan.

Vorige week ging ik bij oma op visite en kocht ik nog even snel in het ziekenhuiswinkeltje (wie de complete winkelstraat in het MCL gewend is, moet écht even wennen aan de twee kastjes met puzzelboekjes, tijdschriften en snoep in het streekziekenhuis waar oma ligt) een doosje bonbons. Toen ik in het nachtkastje een ongeopend doosje Merci zag liggen en oma hoorde vertellen dat ze bijna niets eet omdat niets haar smaakt, liet ik de bonbons in de tas. Inmiddels heeft zus het doosje gekregen. Oma (die mijn… etc. etc) vertelde ook dat ze eigenlijk alleen de toetjes lekker vond. Vandaag had ik dan ook drie toetjes meegenomen: rijstepap, milde yoghurt met straciatella en ambachtelijke yoghurt met aardbeiensaus. Een mens moet toch iets eten! Mijn moeder zei altijd: “Je moet wel blijven eten anders blijf je er niet”.
Ook had ik voor de zekerheid plastic lepels mee.
Maar een kleine week later, eet oma alleen nog bouillon en ook wel toetjes… maar helemaal niets is lekker. Dus de drie toetjes werden niet met heel veel vreugde ontvangen.  
  
Nu heb ik de stille hoop dat het niet alleen de ouderdom en de nasleep van de operatie is, maar ook een klein beetje heimwee. Want dan is de smaak morgen wanneer ze thuis is, misschien weer een beetje terug.
We zullen zien.
Er moet toch iets zijn waarvan oma nog kan smikkelen?

196

Lief keek naar de ketchupfles op tafel en las twee dingen voor vanaf het etiket. Voor wie bang is dat wij aan tafel niets meer te vertellen hebben aan elkaar: don’t worry, dat is niet het geval.
“Zonder kunstmatige kleurstoffen en dan tussen haakjes conform wet”.
Tsja, dat was wel een beetje raar, die toevoeging tussen haakjes: conform wet.
Naar mijn idee kon dat op twee manieren uitgelegd worden.
1. In de wet staat dat geen enkele kunstmatige kleurstof aan voedsel toegevoegd mag zijn…
Dan is het een volkomen overbodige toevoeging op de fles. Waarschijnlijk zit in ketchup heel veel meer dingen niet, die er ook vooral niet in horen te zitten. Er staat ook niet op de fles: zonder resten van het schoonmaakmiddel waarmee we de fabriek schoonmaken. Op de fles van de ketchup moet vooral staan wat er wél in zit en hoeft niet vermeld te staan wat er allemaal niet in zit.
2. De kunstmatige kleurstoffen die er volgens de wet niet in mogen zitten, zitten er ook niet in… maar alle kleurstoffen waarover de wet niets zegt zitten er wel in!
Mijn conclusie was – zonder de wet te kennen – dat er waarschijnlijk sprake is van optie 1.

Lief las verder: “Ingrediënten, tomaten 132 g per 100 g ketchup”
Dat kan niet.
Lief las het nog een keer voor, maar het stond er echt!
In 100 gram ketchup zit 132 gram tomaten. Knappe gast die 132 gram in 100 gram weet te proppen… en daarbij ook nog azijn, suiker, zout en specerijen.

“Er staat een telefoonnummer op” zei mijn lief.
Het leek mij een héél goed idee dat hij eens naar Heinz zou bellen. Als een medewerker van de Keuringsdienst van Waarde zou hij dan deze twee kwesties voorleggen aan een klantenservicemedewerker… en ik zou met pen en papier het gesprek volgen, want: “Ik voel een mooie blog aankomen!”
Arme klantenservicemedewerker.
Die zou natuurlijk meteen een zucht slaken bij de woorden: “Ik lees hier op het etiket…”
Wéér iemand die te vaak naar dat bewuste televisieprogramma heeft gekeken.

Mijn lief belde niet.
Weg leuke blog.

195

Het kan soms zo lekker zijn: even lachen om helemaal niets. Nou ja niets… om iets dat eigenlijk weinig om de hakken heeft. Laat ik het zo zeggen.
Eergisteren toonde mijn lief een gedownloade app op zijn phone. Een die al een behoorlijke bekendheid geniet (blijkt) maar die wij tot voor kort helemaal nog niet kenden: Talking Tom.
Wie met zijn telefoon apps kan downloaden zou ik willen adviseren: zoek ‘m eens op, download ‘m en vind je het niks verwijder je ‘m gewoon weer. Talking Tom is gratis.
En dan wel Talking Tom en niet Talking Tom 2 of Talking Chicken of Talking Alien. Want Talking Tom is de aller, allerleukste!

Wat kan en doet Talking Tom:
- hij kan een aangeboden glas melk leegdrinken (een virtueel glas melk hè)
- hij kan spinnen wanneer hij geaaid wordt (bij het aaien op de kop gaat ‘ie zijn armpjes ook nog bewegen. Armpjes? Voorpoten, maar deze Tom cat staat op twee benen, vandaar…)
- hij kan reageren op klappen (hoofd, buik)  of het trekken aan de staart (voor de sadistische smartphonehouders)
- hij gaat geeuwen wanneer er te lang niets gebeurt
- hij kan krassen maken op het glas van de smartphone met zijn nagels (niet echte krassen natuurlijk)
En bovenal: Tom herhaalt wat tegen hem wordt gezegd. Dat doet hij met een vervormde stem. Klinkt een beetje als de vervormde stem van iemand op tv die niet herkend wil worden. De stem is nogal hoog.
En dat laatste kunstje van Talking Tom – praten – is hilarisch!
Ik kan niet verklaren wat er zo hilarisch is aan de herhalende Talking Tom. Het is gewoon zo.

Tipje voor wie een slechte dag heeft of een depri moment: alle frustraties aan Talking Tom vertellen en de zinnen klinken uit zijn poezensnoet ineens heel grappig. Het leven is zo simpel soms ;-).

194

Terwijl ik de rugzak met boodschappen over mijn schouders vastsjorde, kwam hij in mijn gezichtsveld. Hij hield de nieuwe editie van de straatkrant omhoog en ik draaide mij om: “Even geld wisselen!” En had meteen spijt van wat ik er per ongeluk aan toevoegde – iets in de trant van: “van 20 terug wordt denk ik lastig”. Die toevoeging was niet naar bedoeld, maar kan wel denigrerend overkomen of een slag in het gezicht zijn. Ik wisselde het biljet bij de servicebalie van de supermarkt, kocht de Riepe en gaf ‘m wat extra om het nare gevoel van de stomme opmerking af te kopen.

Ik heb al vaker geschreven dat het vervolgens de bedoeling is, dat de koper de krant (het tijdschrift) ook leest.  Het uitgeven van de straatkrant is niet alleen een manier om dak- en thuislozen een zakcentje te laten verdienen.  Het is óók een manier om te vertellen over het leven van dak- en thuislozen: het geeft een kijkje in een situatie, in de achtergronden, in ‘dingen’ die dak- en thuislozen bezighouden en waarom. Dat tweede doel wordt niet bereikt wanneer ik het tijdschrift niet lees.

In het augustusnummer las ik een artikel over Schuldhulpmaatjes. Enkele citaten uit het artikel in de Riepe: Aan schulden kleven veelal makkelijke vooroordelen. Eigen schuld, dikke bult. In de praktijk zijn het echt niet enkel verslaafden van alle soorten die in geldnood raken. 38% van de populatie met schulden verdient een modaal inkomen, 14% zelf anderhalf keer modaal. (…) Te hoge kosten, maar je wilt je huis niet kwijt. Dan wordt het tijd voor een meer bescheiden aanpak, en daarvoor moet je knippen in je uitgaven. Dit is een van de vele taken van een Schuldhulpmaatje.

Op dat moment dacht ik: dat is iets voor mij, als vrijwilliger aan de slag als Schuldhulpmaatje. Al zeg ik het zelf: ik kan erg goed met geld omgaan. Heb nog nooit schulden of een lening gehad, heb de financiële administratie op orde, weet precies wat er in en uitgaat etc. Waarom die vaardigheden en kennis niet delen met mensen die door omstandigheden het zicht en de controle over de centen wel kwijt zijn? De Schuldhulpmaatjes krijgen een driedaagse training en dan gaan ze mensen met schulden ondersteunen bij het oplossen van het schuldenprobleem. Citaat: Je gaat naar de supermarkt en leert mensen waar je de goedkoopste producten treft, of hoe je kan rondkomen van tien euro in de week. Stel, iemand heeft per direct 500 euro nodig om de huurt te betalen. Je mag als maatje absoluut geen geld uitlenen! Dus bel je met de huurder en vraag je om uitstel. Samen met de cliënt ga je er vervolgens voor zorgen dat ze zo snel mogelijk zelf aan die 500 euro komen. Het blijkt dat een maatje wel een dikke huid moet hebben. Met wat voor puppyogen je ook wordt aangekeken, je mag niet helpen in de zin dat je een wandelende pinautomaat wordt.

Tsja, dat zou wel eens een probleem kunnen worden: puppyogen weerstaan. Niet dat ik zo’n enorme weldoener ben, en ik weet ook zeker dat ik geen geld zou gaan lenen… maar zo nu en dan een klein boodschappenpakketje met basisproducten. Of wanneer diegene kinderen heeft, een sinterklaascadeautje voor hen… Voor kerst iets lekkers in de vorm van bijvoorbeeld een lekkere kerststol. Misschien een klein kerstboompje voor de sfeer.  Wanneer de cliënt geen auto heeft of geld voor brandstof ben ik in staat om hem/haar even ergens naartoe te rijden (als het echt belangrijk is, zoals bijvoorbeeld een ouder bezoeken). Dat is allemaal niet de bedoeling, als ik het goed begrijp… Anderzijds, die ‘neiging’ komt vast en zeker in die driedaagse training aan bod en er zal ook een vorm van begeleiding van de Schuldhulpmaatjes zijn om dit soort dingen te voorkomen.

Ik ga deze Riepe maar even goed bewaren. Na mijn vakantie – hoe decadent in dit kader – zal ik er nog eens over nadenken. Een eventueel informerend gesprek met de organisatie achter de Schuldhulpmaatjes kan natuurlijk altijd…

zaterdag 13 augustus 2011

193

De vrijdagmiddagactiviteit bij de lieve mevrouw in de woonzorginstelling bestaat al een aantal weken uit: kruiswoordpuzzelen. Wie deze eerste zin niet snapt moet maar even een aantal eerdere blogs lezen in de opgegeven volgorde, want dan wordt alles wel duidelijk: 010, 033, 036, 037, 046, 078, 088, 092, 119, 125, 128, 129, 138, 171 en 176.

De hersenen van iemand die al behoorlijk in de war is – of het werkelijk alzheimer is weet ik niet, maar het lijkt er in ieder geval wel op – werken heel wonderlijk. Een kruiswoordpuzzel maken met de lieve mevrouw gaat dan ook heel anders, dan met iemand die geen dementieverschijnselen vertoont. Ik lees de omschrijving voor, langzaamaan geef ik meer letters cadeau, ik breid de omschrijving uit met eigen aanwijzingen en dan na zo’n vijf minuten komt er een antwoord dat dan nét niet in de puzzel past.

Een aantal weken geleden:
Ik: “Metaal met drie letters” <lange stilte>
Ik: “Het begint met een t” <lange stilte>
De mevrouw: “Het is geen nikkel hè?”
Ik: Nee, het is geen nikkel. Dat past niet. Nikkel is wel een metaal, maar ze bedoelen een metaal met drie letters en het begint met en t” <lange stilte>
De mevrouw: “Dus geen nikkel?”
Uiteindelijk vroeg ze de oplossing, want ze kon er niet opkomen.

Gisteren:
Ik: “Een ander woord voor precies, met vijf letters en het begint met een s” <korte stilte>
De mevrouw: “Secuur”
Ik: “Dat is heel goed gedacht, maar dat past niet in de puzzel. Het is met vijf letters. Wanneer iemand precies op tijd is, dan is hij… op tijd” <lange stilte>
Al met al, het werd ‘m niet. De mevrouw kon niet meer op het woord stipt komen nadat haar gedachten al een lijntje hadden gelegd naar het woord secuur. Wat op zichzelf natuurlijk heel goed bedacht was!

En toen was daar ineens het besef bij mij… ik moet anders met deze mevrouw kruiswoordpuzzelen.

De volgende omschrijving was ‘deel van een jaargetijde’ en dat moest een woord opleveren met zeven letters. Ik wist dat het niet zou lukken om de gedachten van de mevrouw op het woord ‘nazomer’ te brengen. Dus ik zei “een jaargetijde met vijf letter en het begint met de z”.
“Zomer!”
Ze was helemaal blij dat ze het zo snel wist. En ik vulde nazomer in, in de vakjes.

Ze is er helemaal niet bij gebaat om steeds te horen dat het niet past of klopt. En nadat ze iets heeft bedacht is het niet mogelijk om haar van die gedachte(lijn) te brengen. Het doel is ook niet om de puzzel zo snel en zo perfect mogelijk in te vullen. Het gaat er om, de hersenen wat te activeren, de middag leuk en gezellig door te komen samen, en het gaat er om dat we iets doen dat bij haar past.
Het lijkt misschien dat ik haar met deze ‘nieuwe’ methode een beetje voor de gek houd, maar dat is niet zo. Haar hersens werken nu anders. Ik bied haar gewoon ‘kruispuzzelen op maat’!

woensdag 10 augustus 2011

192

Ja, ik ben er inmiddels toch wel een beetje aan verslingerd geraakt. Vind het moeilijk om toe te geven, want ja, ik heb het over een programma op televisie. In beginsel wil ik niet dat een programma op een of andere manier bepalend of ‘dwingend’ wordt. Nu is er vandaag de dag een groot voordeel ten opzichte van een aantal jaren geleden: door Uitzending gemist bepaalt de televisie niet meer het ritme, het tijdstip, de dag- of avondindeling. Ik durf mijn hand er bijna voor in het vuur te steken dat ik het nooit heb gedaan, maar ik heb wel eens te horen gekregen aan de telefoon dat de ander wilde kappen met bellen omdat een televisieprogramma startte. Ik was zwaar beledigd: de tv was belangrijker dan ik! Doe even normaal!

Anyways, ruim twee weken geleden is de tweede serie In therapie gestart. Van de vorige serie heb ik precies 0 seconden gezien, maar dit jaar was ik bij de start nèt geopereerd en lag ik toch maar wat op de bank. Bleek de uitzending van de avond ervoor herhaald te worden rond 12.30 uur. En zo zag ik de eerste uitzendingen steeds zo mooi rond het middaguur. Voor mij is 22.45 uur namelijk echt iets te laat. Inmiddels ben ik weer aan het werk en lukt het dus niet de originele uitzending te zien en ook niet de herhaling van 12.30 uur, maar dan is er altijd nog Uitzending gemist op internet. De afgelopen dagen heb ik In therapie gezien op door mij gekozen tijdstippen.

Wat een sublieme serie! Het idee van ieder zijn vaste dag, waardoor je weer uit kunt zien naar de volgende afspraak van Paul, Sascha, Olivier en zijn ouders, Wouter en Marit met hun therapeut Jonathan. De gesprekken: wat een ontzettend goede scenarioschrijfster! Misschien nu toch ook maar eens een boek van Marion Pauw lezen… Wat een spanning: hoe ontwikkelen de gesprekken zich? Wat is er aan de hand met de cliënten, waardoor, waarom, hoezo? Wat een geweldige acteurs. Ja, ik noem ze wel acteurs maar ik word iedere keer weer zo in de aflevering gezogen, dat ik hen al bijna niet meer als karakters zie maar als echt.

Wie dat wil kan ook daadwerkelijk ‘blokken’ dat het om karakters gaat. Wie dat wil kan verder gaan in het zich laten meeslepen door de serie. Wie dat wil kan namelijk de karakters Paul, Sascha, Olivier, Wouter en Marit volgen via Twitter, Facebook en Hyves. Daarnaast is met een app de telefoon van de therapeut toegankelijk (voicemailberichten, e-mails, smsjes etc.)
Even voor de zekerheid, dat iedereen het goed begrijpt: het gaat om karakters hè. Dus de mensen achter de Twitter-, Facebook-, en Hyvesaccounts zijn niet echt… Het zijn accounts van fantasiefiguren. De app geeft dus ook toegang tot een niet-echte telefoon van een niet-echt persoon…

Hoe leuk bedacht ook, dat gaat wel een beetje ver. Zij die vroeger nooit fantasievrienden hebben gehad, krijgen als volwassen mensen de fantasiefiguren alsnog aangereikt.
Ik zeg: tijd voor een therapietje ;-)

dinsdag 9 augustus 2011

191

In 1999 reisde ik voor de eerste keer naar het vakantieverblijf van zus, zwager en de toen nog wel hele kleine neven (kleuters). Ze stonden met de caravan in Hattem en ik verbleef precies een nacht bij hen op de camping, in mijn eigen tent naast hen. Ik weet nog goed dat ik de lenzenvloeistof was vergeten. Heel veel meer is mij van die korte logeerpartij niet bijgebleven…
De jaren daarna kwam het niet van een vakantiebezoek, of bedachten we het gewoon niet. Tot 2002. Ze stonden op een camping in Arnhem en ik verbleef toen zeker twee nachten in de eigen tent bij hen op de camping. En toen was het spreekwoordelijke hek van de dam, in positieve zin. Ieder jaar reisde ik minstens een weekend af naar de camping waar zus en zwager stonden met de steeds groter wordende neven. En omdat de jongens groter en ouder werden, konden ze ook wel wat verder reizen. Een weekend ‘Arnhem’ werd bijvoorbeeld een weekend Zuid-Limburg, Luxemburg, Eiffel en Cochem. Het was allemaal prima te bereizen.
En toen… gingen ze op vakantie naar Italië. Bij het boeken had neef K nog gezegd (hoewel hij het nu waarschijnlijk niet meer weet): “Maar dan kan tante niet langskomen”.  Nah, dat is toch ontzettend lief! Maar hij had wel gelijk: even in de auto stappen voor een weekend buurten bij hen op de vakantiebestemming zat er dat jaar niet in… en de jaren erna ook niet meer doordat ze niet meer (echt) op vakantie gingen.

Vandaag smste ik - voordat ik in de auto stapte om van werk naar huis te rijden - naar de oudste neef om te vragen of hij en zijn vriendin ‘thuis’ in de caravan waren en theevisite konden ‘gebruiken’. Een t-drinker, dus. Ze verblijven precies halverwege mijn route (zie ook blog 190). Ik kon langs komen en op mijn vraag of ik nog iets voor hen mee moest nemen uit de winkel kreeg ik een ‘nee, bedankt’. Maar kon het toch niet laten… dus het werd een fles Coca Cola, twee zakken chips, een cake met chocolade, Sultana’s en snoepmix. Heel gezond! Nu bleek dat zus ook een hele doos eten had meegegeven, dus ze zouden er zo nog een paar dagen aan vast kunnen plakken wat betreft de proviand…

Anyways, de pot thee stond klaar, drie kopjes en lekkere koeken! Ze hadden het prima voor elkaar en ik vond het hartstikke leuk bij hen op de thee in de voortent. Na een half uur liet ik hen weer alleen.

Ik heb al eens opgezocht wanneer er sprake is van een traditie, en een van de definities is dat iets van de ene op de andere generatie wordt overgedragen. Zou nu ik niet ontvangen werd op de camping door mijn zus maar door haar zoon, ook sprake zijn van een traditie?
Ik vind 'm nu al mooi! ;-)

maandag 8 augustus 2011

190

Ooit ging ik ook een zomer naar Terschelling. Met een vriendin op de fiets van de boot naar camping Mast in Formerum, terwijl onze veel te zware bagage met een busje werd vervoerd. Gelukkig maar, want we hadden een niet te huffen driepersoons canvastent met voortent bij ons, een grote fles campinggas, elk een ouderwets luchtbed mee, en dat naast onze kledingtassen. Al die spullen waren dus niet op onze fietsen te houden. Vervolgens zaten we een dikke week op de camping, waar we bijna niet vanaf kwamen. We aten iedere dag heel veel stokbrood met huzarensalade, en het campinggas gebruikten we  alleen de eerste avond voor een pan pasta. We dronken wel bier en bessen, maar niet heel veel. Van comazuipen hadden we nog nooit gehoord, en we maakten geen windschermen van bierkratten en zo. Best een onschuldige vakantie van twee onschuldige pubermeiden.

Vandaag is een van mijn neven op vakantie gegaan met zijn vriendin. Ongeveer dezelfde leeftijd als ten tijde van mijn eerste en enige vakantie op een pubercamping op Terschelling. Omdat ze het meenemen van alle spullen op de fiets niet zagen zitten en omdat het weer al weken niet heel denderend is, heeft neef contact opgenomen met zijn pake en beppe die een seizoensplek hebben. Natuurlijk mogen ze een aantal dagen in de caravan bivakkeren! En zo houdt dit verliefde paar vakantie op een kleine camping met 15 plaatsen in een rustige Friese streek met weilanden, beetje bos en beetje heide.

Vanavond even via sms vernomen hoe het kamperen bevalt. Tussen de buien door hebben ze even gefietst. “En we zitten nu aan een t’tje”.
En ik weet zeker dat dat nog waar is ook.
Het is helemaal niet zo gek gesteld met de jeugd van tegenwoordig!   

zondag 7 augustus 2011

189

Uiteindelijk was het vandaag – zondag 7 augustus 2011 – best heel mooi weer. Die paar buien stelden niet zoveel voor. Afgelopen week waren de verwachtingen voor het weekend echter ‘erbarmelijk’ en ‘herfstachtig’ dus we hadden ons ‘musealijstje’ er alweer bij gepakt. Het gevangenismuseum in Veenhuizen stond er onder andere nog op, en daar reden we dan ook naartoe! Dat werd niet ‘in een streep’ want eerst werden we omgeleid vanwege wegwerkzaamheden en vervolgens was het eerste bordje naar het gevangenismuseum wel héél bescheiden, dus we reden finaal langs de juiste afslag en het dorp voorbij.
In het museum kochten we de toegangskaartjes, een bezoekersgidsje en kaartjes voor een bezoek aan ‘rode pannen’ onder leiding van een gids. Géén idee wat we ons bij dat laatste moesten voorstellen, maar we wilden het allemaal beleven!

Mijn oordeel over het museum in een notendop: het gevangenismuseum is in een prachtig gebouw gehuisvest en het tentoonstellingsmateriaal is mooi en verzorgd. Veel hout en roestvrij staal. Bij een aantal onderdelen was men weer doorgeschoten in de techniek. Dat is mij al vaker opgevallen in musea. Zo konden bepaalde filmpjes worden gestart door de toegangskaart met barcode in een lezer te steken… dat kan natuurlijk ook met een doodeenvoudige startknop. Het viel in dit museum nog mee, maar we zijn wel eens ergens helemaal tureluurs geworden van de ‘techniek’, de ‘interactiviteit’ en de ‘spelletjes’. Dat je denkt: had maar gewoon een foto opgehangen met een bondige tekst er naast. Al die lichtjes, bliepjes, filmpjes, knopjes, beeldschermen, koptelefoons en touchscreens hoeven niet. Het middel was toen belangrijker geworden dan de boodschap. Nou zó erg was het dus niet in Veenhuizen… hier was iets anders mis met de boodschap. En wel: er was niet één boodschap, maar er waren er circa acht.
Het gevangenismuseum gaat in ongeveer acht ruimtes in op de volgende zaken:
- straffen tot begin 19e eeuw
- ontwikkelingen in Veenhuizen
- cellulair systeem
- het Nederlandse strafrecht
- straffen in de 20e en 21e eeuw
- hedendaagse detentie
En dan was er nog een tentoonstelling met oude foto’s van Veenhuizen en was gevangenis ‘de rode pannen’ onder leiding van een gids te bezichtigen.

Van alle onderdelen kreeg ik ‘iets’ voorgeschoteld… en daardoor eigenlijk net niets.
Beetje jammer.
Kiezen is natuurlijk heel erg moeilijk. Snap ik wel. Maar ben bang dat het voor het gevangenismuseum beter is, om over minder items méér te vertellen.
En die andere items, tsja, die moeten dan misschien elders – onder een andere naam – uitgewerkt worden.
Tot zover mijn mening en gratis advies ;-)

zaterdag 6 augustus 2011

188

Tijdens het schrijfweekend op Terschelling afgelopen mei (zie ook de blogs 114 tot en met 117) was een van de opdrachten ‘schrijf een brief aan iemand die belangrijk voor je is (geweest)’. Een prachtige opdracht, die voor vele cursisten behoorlijk emotioneel was. Het leverde brieven op aan bijvoorbeeld oma, moeder en ‘uitwisselingskinderen’. Ik wilde het niet té emotioneel maken voor mezelf, en dus koos ik niet voor een brief aan bijvoorbeeld mijn overleden ouders, maar voor een brief aan Martin Bril. Want zoals voor velen geldt, heeft Martin Bril veel voor mij betekent omdat hij mij heeft aangezet tot schrijven en heeft leren kijken. Enerzijds bijzonder, maar aan de andere kant - omdat ik daarin absoluut niet de enige ben - heel gewoon.

Gisteravond moest ik denken aan de brief aan meneer Bril toen ik op youtube filmpjes aan het kijken was en verschillende odes, hommages aan Martin Bril tegen kwam. Drie hadden dezelfde insteek, omdat ze alle drie de uitwerking zijn van een opdracht aan de Willem de Kooning academie.

Ik laat ze eerst even ‘zien’:


Ik vind ze alle drie mooi en ze geven ook helemaal die essentie weer van ‘meneer Bril heeft mij leren kijken’. Als ik dan écht moet zeggen welke ik het aller-, allermooist vind, dan is dat het filmpje van Wendy Kuiper. De ijsetende meneer, de ballonnen, de gepimpte fietsen.
Ik kan niet schrijven als Martin Bril, maar ik kan zijn tekst al wel bijna vastgrijpen… en dan ontglipt ie me helaas toch weer.

187

Ik denk dat ik zo realistisch moet zijn - hoewel het nog geen 31 december 2011 is - dat ik mijn doel van 365 blogs schrijven in het jaar 2011, waarschijnlijk niet ga halen. Ik ben nu zo’n 30 achter op schema en dat betekent dat ik tot het einde van het jaar gemiddeld 1,2 blog per dag moet schrijven. Dat is op zichzelf nog wel te doen, maar juist omdat ik in de afgelopen maanden gemiddeld 0,86 blog per dag heb geschreven, is het niet heel waarschijnlijk dat ik dat ga doen. Nu moet ik zeggen dat ik het geen ramp vind, wanneer ik het niet helemaal haal. Ik ben ook tevreden wanneer ik ergens in februari 2012 op 365 blogs zit. Maar heel veel later moet het ook niet worden.

Waarom trouwens dit idiote streven in beginsel? Omdat ik weet dat ik heel graag schrijf en mij meer happy voel met schrijven dan met zonder schrijven (dat is een bijzondere zin), maar dat ik een stok achter de deur nodig heb om regelmatig te schrijven. En ook al vind ik het dan niet erg dat ik het niet helemaal haal, blijft die zogeheten stok werken. Best wel gek: als opdrachtgever van mezelf zou ik de opdracht heel gemakkelijk drastisch kunnen wijzigen of kunnen intrekken. Maar dat doe ik dan weer niet.

Anyways, ergens in februari is het klaar. En dan?
Dan geef ik mezelf een nieuwe opdracht!
Ik weet al wel dat het een ander aantal wordt. Ik denk aan 100 blogs in 2012.
En ook weet ik dat ik dan blogs ga schrijven die allemaal binnen een bepaald thema passen.
Maar welk thema?

Van de inmiddels geschreven 186 blogs gaan minstens:
- vier over een bezoek aan een museum of tentoonstelling
- vier over taal
- acht over reclame
- tien over eten en/of drinken
- vijftien over een vakantie of weekend weg
- vijftien over het vrijwilligerswerk (ouderen bezoeken)
En spelen minstens 50 zich af in Leeuwarden.

Dat laatste onderwerp biedt absoluut mogelijkheden. Het onderwerp ‘eten & drinken’ vind ik ook best wel interessant en zorgt absoluut voor een - verschrikkelijke woord - uitdaging!
Ik kan er nog even over nadenken.
Suggesties zijn welkom!