Mijn lijst met blogs

zondag 20 mei 2012

275

We hadden ons prima ‘op de bank’ vermaakt, maar het is soms zo veel leuker om iets buiten de deur te doen. En zo ging ik vrijdagavond op zoek naar een zaterdagavondactiviteit. Bij de eerste website was het meteen raak: de cd-presentatie van William Seen’s Transport Music in Poppodium Romein was een bijzonder goede optie voor ons zaterdagavondvertier. De gevonden YouTube-filmpjes van de band klonken veelbelovend. De toegangsprijs was dermate laag dat niemand zich er een buil aan kon vallen – dus mocht het toch niet helemaal ‘ons ding’ zijn dan hadden we dat in ieder geval zelf geconstateerd en niet van horen zeggen, en was er financieel gezien geen man overboord. Derde goede reden om naar deze cd-presentatie te gaan: mijn lief speelt in een band en hij speelt graag voor een goedgevulde zaal. Het is echter ontzettend moeilijk om op te vallen binnen de enorme hoeveelheid aan activiteiten die aangeboden wordt. En het is ontzettend lastig om op te vallen in alle informatie en promotie die dagelijks over alle mensen uitgestrooid wordt. Met de komst van de moderne communicatiemiddelen is er ook zoveel meer informatie-uitwisseling ontstaan. Kom maar eens boven in die enorme stroom. Met andere woorden: als mijn lief graag voor publiek muziek maakt, zal dat bij andere muzikanten vast niet anders zijn en dus is het goed om ook eens naar andere, ons nog onbekende bands, te gaan. Om te genieten, om ze ‘een kans te geven’, om interesse te tonen, om de bandjescultuur te steunen et cetera.

Zaterdagmiddag twitterde ik naar poppodium Romein de vraag of er nog wel kaarten verkrijgbaar waren. Ja ,die waren nog te koop aan de kassa; om 20.00 uur ging de deur open, kreeg ik terug. Tegen 20.30 uur liepen we naar het poppodium, kochten munten en kaarten… en stapten de prachtige zaal binnen waarvan ik heel blij ben dat de basisindeling met kerkbanken is blijven bestaan. Ik telde circa 35 mensen. Het zou toch niet waar zijn! Toch geen cd-presentatie voor een handjevol mensen? Toch niet weer een avond waarbij de moed bij muzikanten in de schoenen zakt? We haalden herinneringen op over de vorige keer dat we samen in Romein stonden: James Burton trad op met in het voorprogramma Erwin Nyhoff (dat was ver ná de Prodigal Sons-tijd van Erwin en ver vóór TVOH). Zo ben je de gitarist van rock ’n roll-legende Elvis Presley (James) of sta je op een vol Pinkpopterrein (Erwin) en zo sta je voor 50 man te spelen in een voormalige kerk in Leeuwarden… Dan moet het weggebleven publiek zich toch eigenlijk schamen…

Maar gisteravond bleek gelukkig, dat wij nogal vroeg in de zaal zaten. Het bleef niet bij 35 man, de zaal liep voller en voller. Natuurlijk, er had best nog een aantal bij gekund, maar het was een mooie opkomst!

Een grote meneer betrad het podium, hing een akoestische gitaar om de nek, trok zijn mond open… en wow, wat een stem! Het voorprogramma verzorgd door Hans Hannemann was overdonderend. Ik kan deze singer-songwriter qua stem en uiterlijk (spijkerbroek, houthakkersshirt, bakkebaarden, stoppels) vergelijken met grote zangers, maar ieder is zichzelf. Dus ik ga niet vergelijken, en ieder moet gewoon maar eens een keer naar Hans Hannemann luisteren en kijken, live of op YouTube:  
http://www.youtube.com/watch?v=HEsrdjjxz-c&feature=BFa&list=ULP6vstht9gqw

Na het voorprogramma volgende de hoofdact (dat is een logische volgorde): William Seen’s Transport Music (zie onder andere: http://www.youtube.com/watch?v=RLD_J8AVOWM)
Ik ben geen muziekkenner, en ook geen recensent. Dat ik het voorprogramma overdonderend vond, zegt dus weinig. Het zegt eigenlijk alleen iets over mijn persoonlijke smaak. En die kan smaak kan ik niet onderbouwen met argumenten. Dat geldt ook voor de hoofdact William Seen’s Transport Music, en de cd die gepresenteerd werd en waarvan ik een exemplaar heb gekocht. Ik vond en vind het mooi, ‘leuk’. Of het technisch goed is, geen idee. Ik ga uit van wel.
Ik kijk er in ieder geval weer naar uit om morgen, wanneer ik een uur in de auto naar het werk rijd (en een uur terug), die cd in de speler te stoppen.
Ik houd van autorijmuziek.
Muziek – ik heb het vaker geschreven – waardoor je ongemerkt de gaspedaal ietsje meer naar beneden drukt. Muziek die een wordt met het rijden.
Ik wacht altijd gespannen op het moment waarop het rijden een wordt met de muziek.
Ik verwacht dat dat morgen gaat gebeuren.

Mocht dat niet het geval zijn: ik heb in ieder geval gisteravond een mooie avond gehad in Romein en die pakt niemand mij meer af.

vrijdag 18 mei 2012

274

Toen ik vandaag de AH uitstapte (waar dus de mini-actie alweer afgelopen is) moest ik even kalmpies-an. Er trok een soort van colonne aan mij voorbij die ik voor moest laten gaan. De stoet bestond uit een man en vrouw op leeftijd die niet zo snel voortbewogen. Hij was nog wel redelijk kwiek, denk ik, maar zij niet. En dat ondanks de rollator waar zij achter liep. Ik heb regelmatig gezien dat mensen achter de rollator als een kieviet lopen, en helemaal onzeker en stuntelig bewegen wanneer ze de rollator even niet onder handbereik hebben.
Achter de senioren met rollator liep een vlotte jongeman achter een kinderwagen.
Twee keer twee mensen met als overeenkomst dat een van tweeën wielen nodig had om zich voort te bewegen.

Over een aantal jaren, wanneer het kindje in de kinderwagen leert om de luier vaarwel te zeggen, wordt er een opstapje voor het toilet geplaatst en een verkleiner op de bril, zodat het kind als een ‘groot mens’ de behoeften op het toilet kan doen. De seniore vrouw van de rollator maakt misschien nu al gebruik van beugels aan de muur, wanneer ze zich op het toilet laat zakken, op een bril die verhoogd is met een zogeheten ‘verhoger’.

Over een aantal jaren is het kindje in de kinderwagen zo ver dat het (ik weet niet of het een jongetje of een meisje was dus ik blijf schrijven over een ‘kind’ en een ‘het’) kan leren fietsen op een driewieler. Een mooie dure business zo’n driewieler, want vrij snel is het de driewieler ontgroeit en kan het zadel niet een stukje omhoog... Dan wordt het tijd voor de kinderfiets met zijwielen. Doordat de wieltjes er af kunnen en het zadel nog een stukje omhoog, kan dat fietsje gelukkig iets langer mee.
De schuifelende mevrouw achter de rollator zou over een aantal jaren wel eens voor de grotere afstanden afhankelijk kunnen zijn van een scootmobiel. 

Zo heeft iedere leeftijd zijn ‘ongemakken’: bewegingen die nog niet ontwikkeld of verfijnd zijn, en bewegingen die niet meer lukken. Gelukkig zijn er voldoende hulpmiddelen, voor jong en oud.

Groot verschil: de ouders van het kind leveren het bonnetje van de hulpmiddelen niet ergens in, in de verwachting dat ‘de overheid’ wel even een deel vergoedt. De hulpmiddelen van de ouderen worden (grotendeels) vergoed uit AWBZ- en/of Wmo-gelden.

Met andere woorden: ik snap wel dat mensen die een rollator nodig hebben, deze straks uit eigen zak moeten betalen.  Houd alstublieft op over:  de rollator uit het pakket door het lenteakkoord.

273

Vrijdag 11 mei vertrok ik voor de zoveelste keer naar Terschelling, voor een schrijfweekend op de Folkshegeskoalle: schrijfles van Akky van der Veer(http://nl.wikipedia.org/wiki/Akky_van_der_Veer).
Zondag 13 mei keerde ik weer helemaal opgeladen en geïnspireerd terug op de vaste wal (dat is wat theatraler opgeschreven dan het in werkelijkheid is, hoor).

Tijdens het jaarlijkse schrijfweekend voer ik de opdrachten uit in het dialect: Bildts. Een van de opdrachten: schrijf zoveel mogelijk woorden met een ‘k’ op. Kies zes zelfstandig naamwoorden en zes werkwoorden. Gebruik naast deze 12 woorden met een ‘k’ nog twaalf woorden en maak een ‘onzingedicht’. Het gaat namelijk niet om de inhoud, maar om de klank!
Ik heb het volgende geschreven, dat wel degelijk ook een inhoud heeft…

Kavia
Kines klappe de kavia
met ’t koppy tun ’t kninehokky
late ‘m krepere, kleve.
Kuiere over ’t kuierpaad
naar ‘e kremasy
kletse, knokke en leve.

272

Vrijdag 11 mei vertrok ik voor de zoveelste keer naar Terschelling, voor een schrijfweekend op de Folkshegeskoalle: schrijfles van Akky van der Veer (http://nl.wikipedia.org/wiki/Akky_van_der_Veer).
Zondag 13 mei keerde ik weer helemaal opgeladen en geïnspireerd terug op de vaste wal (dat is wat theatraler opgeschreven dan het in werkelijkheid is, hoor).

Tijdens het jaarlijkse schrijfweekend voer ik de opdrachten uit in het dialect: Bildts. Een van de opdrachten: schrijf een Elf. Een elf bestaat uit elf woorden, in de volgende ‘compositie’:

----
----   ----
----  ----  ----
----  -----  ----  ----
----

Een soort kerstboompje.
Ik ben niet goed in ‘Elfen’ maken, dus dan wordt het al snel wat flauw aanklooien…

Roy
lang haar
smel, onhandig liif
fingers op ‘e basgitaar
pubertiid

--+--

Ruug
swart, wit
poaten fol drek
niet op ‘e bank
Sam

--+--

Pântsyfol
hyt, heerlik
al efys trekke
met ’n bitsy melk
babytee

--+--

Bril
road, swart
poatsys om glâzen
kyk in ’t rônd
Swaan

--+--

Boek
lêgend leze
foor ’t slapen
as os, marmot of roas
Welte!

--+--

Muus
stikky kees
lekker en sacht
faltsy in ‘e nacht
Pats

271

Vrijdag 11 mei vertrok ik voor de zoveelste keer naar Terschelling, voor een schrijfweekend op de Folkshegeskoalle: schrijfles van Akky van der Veer http://nl.wikipedia.org/wiki/Akky_van_der_Veer).
Zondag 13 mei keerde ik weer helemaal opgeladen en geïnspireerd terug op de vaste wal (dat is wat theatraler opgeschreven dan het in werkelijkheid is, hoor).

Tijdens het jaarlijkse schrijfweekend voer ik de opdrachten uit in het dialect: Bildts. Een van de opdrachten: schrijf een verhaal over je moeder. Het was tenslotte zondag 13 mei moederdag.

Dúmpy
De lêste ses jaar stonnen se spand en wat krom. De fingers fan mem. De fingers die’t krekt wat te hard in myn toanen knypten at se de toannagels knipte met ’t babyskeertsy met mintblauwe handfatten. Alle keren weer riepen wy “au”, maar blykber had se ’t gefoel dat se niet goed grip op ôns klaine toanen had. En toannagels knippe most gau ‘s. Ik weet niet krekt wat ik allegaar fan mem metkregen hè, maar in elk gefal de goeie groei fan nagels.
Se had mooie nagels op ‘e fingers, die’t altiten in ‘e selde form fyld waren. Ik kin niet útlê hoe krekt, maar ik sou ’t fort herkenne at my ’n hân toestoken wort met krekt sokke mooie nagels as mem. Nagels wer’t se niet ’n soad met ompielde en op omfylde. Krekt as ik. Wy kinne ôns hele leven met één nageletui en één fyl.

Boekleze hè ‘k ok fan mem! Fon ik ’t froeger feul te lang duren at sij in ‘e stâd ’n boekwinkel instapte, nou kin ik d’rself like lang omdangele. Groat ferskil: ik hè de tiid en ik nim de tiid om te lezen. Sij kreeg fan ôns niet die tiid. At mem ’s op ‘e bank sat met ’n boek, kreeg se ’n soort fan senuwtik in ‘e rechterdúm. Altemet bewoog die dúm ’n bitsy.
De dúm met ’n karakteristike nagel die’t ’n bitsy omhoog groeide. At wy as klaine kines dat senuwtrekky sâgen, stoaten wy hur an en saiden: “Mem hur dúm beweegt!”
Fort leeskonsintrasy…

Ses jaar het se in ‘e stoel sitten.
Tiid genog om te lezen, maar se kon ’t niet meer.
‘k Dink selfs dat ’t fasthouwen fan ’n boek al niet eens meer wou. De hannen en de fingers waren niet meer ’t selde. En die paar keer dat ‘e nagels bijfyld worre mosten, dee ik dat of hait.

Op 1 augustus kwam d’r weer ontspanning in ’t liif. In ‘e kist herkende ik d’r weer: “Hur dúmpy is weer werom!” ’t Senuwtikky is nooit weer weromkommen.

donderdag 17 mei 2012

270

Het was droog, een vrije dag en dat waren de twee voorwaarden voor een middagje snorren in de kop. Wat dat is? Snorren in de kop is het verhuurbedrijf in het stationsgebouw van Steenwijk. Bij Snorren in de kop huur je niet een gewone, ‘pruttelende’, zwarte snorfiets, maar een hippe gele elektrische, die met gemak 25 kilometer per uur haalt. Alleen dan zonder veel lawaai. Het enige dat je hoort is het draaien van de wielen en het suizen van de wind!
Naast een e-snorfiets zijn er bijvoorbeeld ook fietsen met trapondersteuning te huur bij Snorren in de kop, maar wij gingen voor het lollige, luie ‘werk’.
Oh, en dan zijn er ook nog allemaal verschillende arrangementen inclusief de e-snorfiets te kiezen, met bijvoorbeeld entree tot een museum of een culinair arrangement met het voorgerecht in restaurant a, het hoofdgerecht in restaurant b en het nagerecht in restaurant c, maar dat hebben we vandaag allemaal even niet gedaan. Wij kozen voor een tocht op de e-snorfiets van Steenwijk via Giethoorn naar Dwarsgracht en vervolgens via Giethoorn weer terug naar Steenwijk.

Was het héél mooi zonnig weer geweest dan waren we absoluut langer onderweg geweest. Hadden we eens een picknickbankje bezet – niet om uit te rusten want op de e-snorfiets hoef je helemaal niet te trappen – en zeker een terrasje gepakt. Heerlijk… rosétje in de zon, olijfje erbij. Of een witbiertje/rosébiertje met een cheesestick… een koude witte wijn met een stokbroodje met wat tapenade… een… ach ik kan allemaal lekkere dingen noemen die op een zomerse dag op een terras goddelijk smaken, maar het was vandaag gewoon niet zonnig en warm. Het was hooguit 15 graden Celsius. We zaten met de sjaal om en de handschoenen aan op de e-snorfiets! Waardoor het overigens prima te doen was. Vandaag was het een dag om ergens binnen een lunch te gebruiken met een kop hete thee of chocolademelk. En dat hebben we dan ook gehad bij Poppie’s in Giethoorn (niet die chocolademelk hoor, overdrijven is ook een vak).

Van toeren op de e-snorfiets zou je kunnen denken dat het suf is, iets voor AOW-ers, of voor groepen ingeslapen ambtenaren die voor hun jaarlijkse personeelsuitje een niet al te inspannende bezigheid moeten verzinnen. Maar dat is dan echt te beperkt gedacht. Natuurlijk is e-snorfietsen ook leuk voor AOW-ers en voor groepjes ambtenaren. Daar is niets verkeerd aan gedacht. Maar het éérste deel van de eerste zin van deze alinea klopt niet: e-snorfietsen is namelijk helemaal niet suf! Zelf had ik ook niet dat beeld hoor, anders was ik vandaag niet op het kekke, gele tweewielertje gestapt. Ik richt mij nu even tot de mensen die een ander idee, een andere verwachting of een ander beeld erbij hebben of hadden tot het lezen van deze blog.

Ik kan e-snorren van harte aanbevelen: aan eenzame ‘fietsers’ die anders kromgebogen over het stuur tegen de wind een recreatieve tocht hadden zullen maken. Aan tweetallen die eropuit willen. Aan groepjes vriendinnen die wel eens iets anders willen dan samen een borrel drinken. Aan gezinnen en families die de banden weer eens wat willen aanhalen. Aan personeelsverenigingen die iets nieuws moeten verzinnen. Aan… nou gewoon iedereen.
Kijk maar eens op: http://www.snorrenindekop.nl/

En Jitze en Tineke: bedankt!



269

Vrijdag 11 mei vertrok ik voor de zoveelste keer naar Terschelling, voor een schrijfweekend op de Folkshegeskoalle: schrijfles van Akky van der Veer (http://nl.wikipedia.org/wiki/Akky_van_der_Veer).
Zondag 13 mei keerde ik weer helemaal opgeladen en geïnspireerd terug op de vaste wal (dat is wat theatraler opgeschreven dan het in werkelijkheid is, hoor).

Tijdens het jaarlijkse schrijfweekend voer ik de opdrachten uit in het dialect: Bildts. Een van de opdrachten: schrijf een korte toneeldialoog tussen twee personen niet exen van elkaar zijn, en waarvan de wegen vijf jaar geleden scheidden. Ze komen elkaar tegen in een winkel.
We kregen ongeveer een kwartier om de dialoog te schrijven.

Merel:   Andries?
Andries:   Hé hoi, feugeltsy!
Merel:   Merel bedoelst dink?
Andries:   Sorry. Merel.
Merel:   Ja, ik sêg ’t nou dochs. Ik hè altyd ’n bloedhekel had an dat feugeltsy-foor en feugeltsy-na. Waar ’t soa moeilik om my gewoan as myself, as Merel te sien?
Andries:   Euh, mot dut nou hier? Ik wil d’r best nag ’s met dy over prate at dij dat goed doet, maar niet hier bij de fotobaly in ‘e Hema, with all due respekt.
Merel:   Respekt? Dat is nou niet fortendaliks ’t woord dat mij bij dij in ’t sin komt. En seker niet bij de fotobaly.
Andries:   Ik kin dy loof ‘k niet helendal folge…
Merel:   Kinst my niet folge, kinst my niet méér folge of hest my nooit folge willen? Neffens mij is d’r altiten maar een ding weest datstou folgst en dat is dyn
Andries:   Ho! Ik weet watst sêge silst, maar wy binne wel útpraat. ’t Beste!... Freemd feugeltsy…

268

Vrijdag 11 mei vertrok ik voor de zoveelste keer naar Terschelling, voor een schrijfweekend op de Folkshegeskoalle: schrijfles van Akky van der Veer (http://nl.wikipedia.org/wiki/Akky_van_der_Veer).
Zondag 13 mei keerde ik weer helemaal opgeladen en geïnspireerd terug op de vaste wal (dat is wat theatraler opgeschreven dan het in werkelijkheid is, hoor).

Tijdens het jaarlijkse schrijfweekend voer ik de opdrachten uit in het dialect: Bildts. Een van de opdrachten: zoek een krantenkop uit die op twee manieren gelezen kan worden. Op de manier waarop deze is bedoeld én op een letterlijke, kolderieke manier. Schrijf vervolgens een artikel waarbij de kop dus verkeerd ‘geïnterpreteerd’ wordt. Dit is wat ik heb geschreven naar aanleiding van een krantenkop in de Leeuwarder Courant:

Magere opkomst bij fusieavond Harlingen
Harlingen – Op ’n informasyaven fan ‘e lokale ferening foor mînsen met ’n eetprobleem binne guster ’n hondert leden ôfkommen. De aven, organiseert deur ‘e ôfdeling Noordwest-Frysland gong over ‘e fusy fan ‘e lokale klups tot ’n regionale, Frise ferening. “Deur ons krachten te bunnelen dinke wy meer gewicht in ‘e skaal te legen en ’n ferening te krijen met meer body,” saai de beoogd foorsitter. Opfallend waar ‘e ônderferteugenwoordiging fan ‘e leden met Obesitas op ‘e informasyaven. Foorsitter Damstra: “Dat fiel my al wat of”.

267

Vrijdag 11 mei vertrok ik voor de zoveelste keer naar Terschelling, voor een schrijfweekend op de Folkshegeskoalle: schrijfles van Akky van der Veer (http://nl.wikipedia.org/wiki/Akky_van_der_Veer).
Zondag 13 mei keerde ik weer helemaal opgeladen en geïnspireerd terug op de vaste wal (dat is wat theatraler opgeschreven dan het in werkelijkheid is, hoor).

Tijdens het jaarlijkse schrijfweekend voer ik de opdrachten uit in het dialect: Bildts. Een van de opdrachten: schrijf een rondeel over een verwachting. De opbouw van deze rondeel:
Regel 1, 4 en 7 zijn hetzelfde, en hierin moet de verwachting staan.
Regel 2 en 8 zijn hetzelfde, en hierin moet het woordje ‘ik’ staan.
Regel 3 moet een vergelijking bevatten.
Regel 5 en 6: naar eigen inzicht.

En dit is wat ik ervan gebakken heb (rondeel is niet mijn favoriet, moet ik er meteen even bijzetten):

Sou-y d’r weze,
at ik d’r ok bin,
anspoelend as bút an ‘e dyk.
Sou-y d’r weze,
at ik útkyk,
naar ’n nij begin.
Sou-y d’r weze,
at ik d’r ok bin.

woensdag 16 mei 2012

266

Op het moment dat ik de koffer bijna gepakt had en nog even snel de laatste dingen moest doen voor mijn vertrek, ging de deurbel. Daar had ik dus héél even geen zin in en tijd voor. En ik had met niemand afgesproken dus wat dat betreft zou ik niemand écht teleurstellen wanneer ik niet open zou doen. Bij het naar buiten lopen met mijn gepakte koffertje voor een weekend schrijfcursus op Terschelling, opende ik nog even ‘in de loop’ de brievenbus. Er lag een briefje in van PostNL… het was dus de postbode geweest die iets wilde bezorgen. Op het briefje stond een 06-nummer dat ik tot 13.00 uur dezelfde dag kon bellen. “Ik kan er met een half uur weer zijn”, zei de medewerker van PostNL. Een veerboot wacht niet op nieuwsgierige vrouwen die graag willen weten wat de PostNL-medewerker te bezorgen heeft dus ik zei dat hij het pakketje bij het postagentschap kon afleveren en dat ik het over drie dagen zelf zou afhalen.

Maandagochtend 08.45 uur: ik lever het afhaalbewijs van het pakketje in bij het postagentschap. Geen idee hebbend van wat het zou kunnen zijn, kijk ik nieuwsgierig naar het kleine, platte pakje dat bij het postagentschap tevoorschijn komt. Zo plat dat het gemakkelijk door een brievenbus past. Het ging niet om de grootte waarvoor de PostNL-medewerker aangebeld had, maar er moest voor getekend worden!

Pas toen ik ‘Energizer’ op de bubbeltjesenvelop zag staan ging er een lampje branden… Zeker een maand geleden bedacht ik in de supermarkt dat ik scheermesjes moest hebben. Voor mezelf, voor de benen en de oksels. De keuze was niet reuze dus ik kocht een pakket met 10 Wilkinson wegwerpmesjes + vijf gratis. Nou ja, dat ‘gratis’ geloof ik niet zo, maar ach. Het geheel was niet duur… en toen had er eigenlijk een klein lampje moeten gaan branden.
De eerste keer dat ik een mesje wilde gebruiken bleken er twee helemaal ‘verwrongen’ te zijn. Alsof ze gesmolten waren. Duidelijk een gevalletje: productiefoutje.
Ik zocht op internet een adres van de klantenservice van Wilkinson, want op de verpakking stonden wel heel ‘exotische’ oorden. Op school heb ik namelijk ooit bij ‘kwaliteitszorg’ geleerd: een klacht is een kans op verbetering! Ik schreef in een briefje dat ik mij ervan bewust was dat ik wegwerpscheermesjes had gekocht maar dat ik er vanuit ging dat dat wegwerpen na gebruik was en niet vóór.

Er gingen weken voorbij waarin ik niets hoorde van Wilkinson… Ik was het al helemaal vergeten tot afgelopen vrijdag dus, toen de PostNL-medewerker op de stoep had gestaan met wat bleek: vijf nieuwe scheermesjes! Ontzettend netjes van Wilkinson / Energizer natuurlijk, alleen… dat lampje dat niet bij mij was gaan branden was het lampje: goedkope scheermesjes zijn niet zo goed! Het lampje: met goedkope scheermesjes haal je je benen en oksels open… Achttien scheermesjes die ik alsnog vóór gebruik ga wegwerpen.

Maar wel héél tevreden over de klantenservice van Wilkinson!

265

Soms kom je iemand op precies het juiste moment tegen, wordt het telefoonnummer op het perfecte moment gekozen, of had de timing van een e-mail niet beter kunnen zijn…

Schreef ik ongeveer een maand geleden in blog 264 nog dat ik op zoek was naar een leuke, extra vrijwilligersklus… gisteren had ik ‘m al!
Wat is het geval: in mijn zoektocht naar vrijwilligerswerk zag ik op de site van It Fryske Boek dat er gesproken boeken in het Fries en in andere streektalen in Fryslân bestaan. Boeken die ingesproken, voorgelezen zijn door vrijwilligers. Of mijn stem en ‘voorleestechniek’ goed zijn, weet en wist ik niet, maar het leek mij een prima vrijwilligersklus! Ik kan tenslotte Fries en Bildts lezen en voorlezen; Stallingwarfs zal ‘m niet worden… 
Ik stuurde een e-mailbericht en kreeg direct op de eerste werkdag bericht terug. Daar houd ik van!
Even tussendoor: ooit had ik bedacht dat het goed voor mij was om meer te wandelen en het leek mij twee vliegen in een klap om dan iedere keer even een asielhond mee te nemen op een wandeling. Een e-mail naar het dierenasiel in Leeuwarden hierover is na ruim twee jaar nog altijd niet beantwoord…
In de snelle, enthousiaste retourmail van iemand die ik bleek te kennen, las ik dat door bezuinigingen nu even niet duidelijk is of er nog wel boeken ingesproken kunnen worden. Maar mijn aanbod zou goed bewaard worden voor het moment er wél duidelijkheid over zou komen.
(Ik ga duimen dat het linksom of rechtsom wel door kan gaan, want in het Frysk voorgelezen krijgen is anders dan in het Nederlands!)
Na de reactie op mijn aanbod kreeg het e-mailbericht een zeer verrassende wending in de vorm van een vraag aan mij. Of ik zitting wilde nemen in de jury van de Rink van der Velde priis!!!

Voor degenen bij wie nu geen lampje gaat branden, een aantal regels van de website van gemeente Smallingerland:
In 2003 werd door de gemeente Smallingerland in samenwerking met de Friese Pers  Boekerij de 'Rink van der Velde priis' ingesteld. Iedere twee jaar wordt deze uitgereikt aan het beste boek, dat geschreven is voor een breed lezerspubliek, in de geest van Rink van der Velde en oorspronkelijk proza in het Fries of in één van de Friese streektalen is geschreven.

De wisselende, onafhankelijke jury wordt geïnstalleerd door de Stichting It Fryske Boek. 

De winnaars gaan naar huis met een bijzonder beeld, geïnspireerd op de boeken van Rink van der Velde, van kunstenaar Anne Woudwijk en een geldprijs van €1.250,00.
In 2014 wordt de prijs opnieuw uitgereikt.

Over de vraag hoefde ik maar een milliseconde na te denken.
Natuurlijk!
Wat een eer!
Bijna twee jaar Fryske boeken lezen als vrijwilligerswerk!
Beter vrijwilligerswerk had ik niet kunnen wensen. Deze klus had ik sowieso niet kunnen bedenken…
Is het vrijwilligerswerk in de zin van ‘iets maatschappelijks doen waaraan ik geen geld verdien’ zoals ik dat in mijn vorige blog beschreef? Ik vind van wel. De Rink van der Velde priis is een manier om het Fryske boek te promoten, en dat is sympathiek en oké. En aan die ‘okéje’ manier mag ik een bijdrage leveren. En reken maar dat er flink wat vrije tijd in gaat zitten. Ik las in een krantenartikel dat een oud-jurylid ruim 30 boeken had gelezen in circa twee jaar, voor de Rink van der Velde priis.
Het is vrijwillig en het is ‘werk’ waar geen geld tegenover kan staan.
Dus gebeurt het niet vrijwillig, dan gebeurt het niet.
Ik doe het graag!

En even waren ze weer in mijn gedachten: wat zouden mem – waarvan ik het gen ‘boeken lezen’ heb gekregen – en hait – doorgever van het gen ‘Fryske boeken’ – blij voor mij geweest zijn.