Mijn lijst met blogs

zaterdag 11 februari 2012

255

Wy bin nou in St.-Anne,
de lêste stimpelpost.
Wy hè de toertocht reden,
’t waar niet om ‘e nocht.

Fris fort, moe thús,
’t krússy in ‘e bús.
Blij út, blij thús,
en nou maar gau na hús.

Ik kan ‘m nog dromen… de songtekst van een van de liedjes uit de schoolmusical van bijna 30 jaar geleden. En een van de weinige zinnen (die ik moest uitspreken): “Klaasje is teugen ‘e brûg anreden”.

In klas vijf of klas zes (ik weet het exacte jaar écht niet meer) speelden we op de lagere school een geweldige musical over de Bildtse tocht: de schaatstocht over de sloten en vaarten in gemeente Het Bildt. Een streek in het uiterste noordwesten van Fryslân, op de Elfstedenroute tussen Franeker en Bartlehiem.

De allereerste keer dat ik ‘m reed – waarschijnlijk de 10 kilometer – was nog voor die schoolmusical. Dus toen was ik écht nog een kleintje. En ik reed ‘m met mijn twee jaar jongere zusje. Van de tocht zelf herinner ik mij niet heel veel, behalve dat mem met ons mee was gefietst naar de start en ons de houtjes had ondergebonden. En dat zij er halverwege de tocht weer was, bij Swarte Haan. Ze fietste als het ware met ons mee. Het was voor mij de eerste georganiseerde tocht en ik was ontzettend trots op de medaille die net als de Elfstedenmedaille de vorm van een kruisje had: ’n krússy. Die heeft jaren boven mijn bed gehangen.  

Vandaag is de tocht weer uitgeschreven, en ik twijfel of ik ‘m weer zal schaatsen…
Omdat ik nog niet veel op de schaats heb gestaan, kan ik op dit moment de 30 km met moeite volbrengen. Ik zou – als ik verstandig ben – moeten terugvallen op de 10 km die ik ruim 30 jaar geleden als kind deed. Als volwassene een kinderafstand afleggen is best pijnlijk. Het volgende bewijs, dat ook ik al achteruit ga en dingen niet meer gemakkelijk – met twee vingers in de neus – kan.
Zus en zusje schaatsen niet meer.
Mem staat niet meer bij de start, bij Swarte Haan en bij de finish.
En hait slijpt mijn schaatsen niet meer…

Wanneer het vroeger een paar nachten had gevroren, groeide thuis het aantal schaatsen in de gang. In ieder schaatspaar zat een briefje met de naam van de eigenaar er op geschreven. Niet alleen hait, maar ook velen in het dorp hadden ontdekt, dat hait héél goed schaatsen kon slijpen. Uren zat hij achter elkaar in het steenkoude hok – zonder kachel – en sleep daar handmatig schaatsen van dorpsgenoten. Op die manier probeerde hij het bijstandsinkomen van het gezin een beetje aan te vullen. Zwart. Dat kan ik nu wel zeggen, want het is al verjaard en hait is al meer dan vijf jaar dood. Zo’n slijpsteen kostte volgens mij rond de 80 gulden dus de eerste 16 paar schaatsen leverden nog niets op omdat aan het eind van het schaatsseizoen de slijpsteen versleten was.
Wat heeft die beste man een kou geleden, uren achtereen in dat onverwarmde hok. En ik begrijp nog steeds niet waarom hij niet gewoon in de kamer zat bij de gaskachel… Ja, het geluid van die slijpsteen over de schaatsen was niet echt heel fijn, maar hé, hij probeerde beleg op de boterham te verdienen.

Eigenlijk stemt zo’n vorstperiode alleen maar heel erg verdrietig.
Die Bildtse tocht ga ik gewoon helemaal niet rijden!
Die tijd is geweest. Tijd om ‘m af te sluiten.

Hoe zware tijden, jaren later, ineens als zo mooi herinnerd kunnen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten