Mijn lijst met blogs

vrijdag 30 maart 2012

262

In blog 009 schreef ik over de scheurkalender die ik in 2010 had: de kalender van Onze Taal. Iedere dag een taalweetje, dat soms alleen maar leuk was en veel vaker gewoonweg leerzaam.
Dit jaar heb ik een poëziekalender. Is dat hetzelfde als een kalender met gedichten? Ik weet eigenlijk niet of ‘gedichten’ en ‘poëzie’ synoniemen van elkaar genoemd kunnen worden…
Ik heb even op wikipedia opgezocht wat er over ‘poëzie’ wordt geschreven. Ja, ik weet dat niet alles op wikipedia meteen waar en de waarheid is, maar in dit geval heb ik er gewoon wel vertrouwen in de tekst:

Poëzie of dichtkunst (van het Griekse 'poiesis'/ποίησις: maken, scheppen, vormen) is een literaire kunstvorm waarin de taal wordt gebruikt om esthetische (bijv. muzikale) en evocatieve (bijv. beeldende) effecten te bereiken die de eigenlijke betekenis verhevigen, ontkrachten, omlijsten, mede bepalen of in een onverwachte richting sturen. De genoegens die de poëzie aan lezer of luisteraar verschaft, worden teweeggebracht door de bijzondere combinatie van vorm, klank en betekenis die eigen is aan het vers, en deze genoegens kunnen van emotionele (bijv. ontroering of bezwering), intellectuele (bijv. inzicht of nuancering) of humoristische aard zijn. Ontvankelijkheid voor poëzie of versgevoeligheid is mede afhankelijk van de mate waarin deze wordt gecultiveerd.

Pfff, die tekst heb ik in een keer begrepen, maar ik moest mij wel heel erg concentreren bij het lezen…

Verder staat op geschreven:
Stijlmiddelen die vooral de klank betreffen, zoals assonantie, herhaling, metrum, klanknabootsing, alliteratie, rijm en ritme, worden vaak gebruikt om een muzikaal of scanderend effect te bereiken of om overtuigingskracht aan de dichterlijke mededeling te verlenen. Stijlmiddelen die vooral de betekenis betreffen, zoals ambiguïteit, symboliek, ironie, contrast en parallellie, worden vaak gebruikt om alternatieve interpretatiemogelijkheden te scheppen. Beeldspraak, vergelijkingen en metonymie suggereren verbanden en overeenkomsten tussen ongelijksoortige verschijnselen, voorzien een vers van meerdere betekenislagen of zorgen voor een verrassingseffect.

Euh... assonantie? Metrum? Ambiguïteit? Parallellie? Ik zal het vast allemaal op het vwo gehad hebben. Mevrouw Damen of meneer Sikkema hebben het zonder twijfel uitgelegd, maar ik kan de betekenissen gewoon niet terugvinden in mijn hoofd.

Tot zover overigens mijn gekopieer van de wikipediapagina over poëzie. Wie meer wil lezen kan zelf naar de bewuste pagina surfen.
De uitleg over poëzie op de betreffende pagina heb ik ervaren als de poëzie in mijn scheurkalender: best wel moeilijk… Eerlijk gezegd was het gedichtje op dag 81, op 21 maart, de eerste die gemakkelijk ‘weglas’ en waarbij ik beelden kreeg. Eindelijk!

Merels
Twee oude mannen praten wat,
het is vroeg in het jaar,
de eerste warme lentenacht.

Jij staat in je tuin in Leiden,
ik sta in mijn tuin in Bergen,
we praten door de telefoon.

Een zwaluw strijkt de hemel glad,
De merel zingt op het dak
van het huis waarin ik woon.

Ik zeg: Hoor je de merel?
Jij zegt: Hoor je de mijne?
We houden onze telefoons omhoog.

Zo staan we in de lentenacht,
de eerste van het jaar,
en onze merels zingen voor elkaar

(van Sjoerd Kuyper, uit de bundel September, 2009)

De kalender bevat 365 gedichten en wanneer ik dan om de 81 dagen een gedicht begrijp, als om de 81 dagen een tekst iets bij mij teweeg brengt… dan krijg ik slechts 4,5 keer beelden dit jaar door de kalender.

Volgend jaar toch maar weer de scheurkalender van Onze Taal.

261

Dat ik regelmatig het straattijdschrift de Riepe koop, lees én er van leer, heb ik vaker beschreven. Zaterdag stond mijn favoriete Riepeverkoper op een heel nieuwe verkoopplek en kochten mijn lief en ik elk een exemplaar van het maartnummer, en ook dit keer ben ik weer wijzer geworden van het tijdschrift!

114 dagen geleden twitterde ik het volgende:  Gisteren nog ingepakt en nu onthuld... maar wat is het? En waarom? #Kunstwerk op kunstwerk (brug)? #leeuwarden
En ik plaatste een foto bij het twitterbericht:

Nu had ik zelf al wel bedacht dat de bruggen over de grachten in Leeuwarden ‘pijpen’ heten en dat dit dus een pijp op een pijp was, maar verder was ik niet gekomen met denken. Uiteraard had ik op het worldwideweb kunnen zoeken… maar dat deed ik niet (tot vandaag).
Op pagina 18 van de maartriepe staat namelijk het kunstwerk beschreven en doordat ik de naam van het kunstwerk en de kunstenares alsnog leerde kennen, kon ik gericht op zoek naar meer informatie.

Het is inderdaad een gestileerde Goudse pijp op de brug de Vischmarktpijp. Het beeld is gemaakt door de kunstenares Ineke Ekkers die haar atelier in Nes (Dongeradeel) heeft. Aan het kiezen van dit kunstwerk ging een prijsvraag vooraf, uitgeschreven door het wijkpanel van de binnenstad… in 2005. Dan duurt het nog best lang voordat zo’n idee leidt tot de onthulling.

Maar het is er nu en tsja, wat vind ik ervan…
Ik zag ‘m meteen en ik zie ‘m nog iedere keer wanneer ik er langs fiets of loop. Ik zie het beeld zonder dat het al te overheersend aanwezig is.
Het volgt heel mooi de vorm van de brug. Het geleidt degene die over de brug van de ene kant naar de andere kant van de gracht wil, zonder omweg.
De kleur is (nu nog) fris, sprankelend wit.
Ik zag er meteen een pijp en een vis in en ik vind het prettig wanneer ik iets zie of herken in een beeld.
Ja, eigenlijk vind ik het best een leuk beeld. Het is een verfraaiing, het heeft voor mij wel een meerwaarde in het straatbeeld.

Wat het ding heeft gekost weet ik niet. Het zou zomaar kunnen dat wanneer ik de prijs hoor, ik denk: “Dat hadden we ook niet kunnen doen”. Dus vertel me de prijs alsjeblieft niet!

donderdag 29 maart 2012

260

Mijn eerste blog van 365 ging over oma die mijn oma niet is maar die ik wel zo noem. Sinds die eerste blog schreef ik nog een aantal keren over de oma van mijn lief. Over de patat met een kroket die ze zo lang niet had gegeten en die we voor haar ophaalden bij het cafetaria (055), over de dip waar ze in zat na de heupoperatie (197), over het Fries dat ze ineens sprak toen haar zusje (van dik 80) belde (208) en over haar fascinatie voor ‘letters’ (234).

Ik kan nu niet meer zeggen ‘oma die mijn oma niet is maar die ik wel zo noem’. Ik moet haar nu omschrijven met: ‘oma die mijn oma niet was maar die ik wel zo noemde’, want op 4 maart is ze op 95-jarige leeftijd overleden. Een mooie leeftijd natuurlijk, maar toch. Het liefst zou je bepaalde mensen voor altijd bij je willen houden ook al weet je dat dat niet kan.

Oma was weduwe, alleenwonend, dus de spullen in haar flat moesten na de uitvaart opgeruimd worden: verdeeld,  weggegeven, weggegooid enzo. Als ‘kouwe kant’ vond ik dat ik niet bij het opruimen hoefde te zijn. Niet omdat ik niet de handen uit de mouwen zou willen steken, maar om maar niet de indruk te wekken dat ik ook iets zou denken te mogen meenemen. Na de verdeelsessie waren er nog heel veel spullen aanwezig in de flat en kreeg ik alsnog de vraag of er iets was dat ik graag als herinnering zou willen hebben. Twee dingen schoten direct in mijn hoofd.

Op de dag van blog 55 toen ik ’s middags bij oma op de thee was (en mijn lief later aanschoof) vertelde ze over een jas die ze onder uit een dekenkist had gehaald. Hij hing aan de kast in de slaapkamer en ik moest écht even kijken naar de mantel.
Geen idee welke dieren verwerkt waren in de halflange zwarte mantel met lichtblonde kraag – geen kalf, koe of varken wat je vandaag de dag veel op straat ziet als leren jas – maar het waren écht heel mooie dieren geweest. Die zinnen klinken misschien raar uit de pen (mond, tikkende vingers) van iemand die geen dieren (behalve vissen) eet en ooit lid was van alle diervriendelijke verenigingen en stichtingen… maar het was en is zo. Ik vond en vind het een mooie jas. En hij is warm, wat de functie van een jas primair is.

Het tweede aandenken zag ik altijd in de kast staan maar ik durfde er nooit iets over te zeggen in de vrees dat oma bij leven al zou zeggen: “Neem maar mee!” Maar nu het na de verdeelronde nog steeds in de kast stond, ja toen wilde ik het alsnog wel erven.
Ooit zag ik de serie op televisie met in de hoofdrollen Richard Chamberlain en Raquel Welch en ik vond de serie prachtig. Hoewel ik die volgorde later nóóit meer heb aangehouden, las ik na het zien van de televisieserie het boek. Ik leende het in de bibliotheek.
Jaren geleden zag ik het beroemde boek direct staan in de kamer van oma: ‘De doornvogels’ van Colleen Mac Cullough. En nu ligt het op mijn nachtkastje, want ik ga ‘m gewoon weer lezen!

Een grande dame die van lezen hield: dat zijn nog maar twee typeringen voor de oma die niet mijn oma was, maar die ik wel zo noemde. Ik ga haar jas, ondanks de bontdiscussies, met grandeur dragen.

maandag 26 maart 2012

259

Vorig jaar ging het niet helemaal vlekkeloos met het boeken van de vakantie. Ik was het min of meer vergeten, maar nu ik er over teruglees weet ik het weer. Toch best handig zo’n blogsite.
In nummertje 085 beschreef ik vorig jaar dat we een leuk vakantiepakketje hadden gevonden op internet – huisje in the middle of nowhere op Mallorca met huurauto en privézwembad – maar dat het online boeken lastig ging omdat de boekingssite er uit lag. Na wat telefoontjes en een chatsessie kwam alles op zijn pootjes terecht. D-reizen regelde alles en een week voor vertrek lagen de tickets en vouchers netjes klaar in de D-reizenwinkel ‘om de hoek’.

Dit voorjaar startten we weer tijdig een sneuptocht op het internet naar een soortgelijk vakantiepakket: een huisje in the middle of nowhere met huurauto en privézwembad op een zonnig eiland. En… we vonden niets. Griekse eilanden vallen wat mij betreft voorlopig even af (straks weer een staking), op de Canarische eilanden staan de huisjes vaak niet in the middle of nowhere maar op een park (troosteloos), Mallorca en Gozo hebben we al gehad, en andere bestemmingen worden niet in een kant en klaar pakket aangeboden.
Dat betekent dat alle onderdelen – vlucht, zomerhuis met zwembad en huurauto – apart gezocht en geboekt moeten worden.
Dat kan.
Maar dat kan niet iedereen!
En: dat wil zeker niet iedereen… Ik heb er totaal geen lol in om eindeloos op internet te zoeken, prijzen te vergelijken, data, tijden en beschikbaarheid te noteren, onderdelen met elkaar proberen te matchen etc. etc.
Gelukkig zijn er mensen die dat wél kunnen, willen en leuk vinden, namelijk medewerkers in de D-reizenwinkel ‘om de hoek’!

Vanmiddag togen we rond het middaguur naar de reiswinkel waar het bijzonder rustig was. Eigenlijk zat er maar een medewerkster achter de balie en was er geen enkele klant.
Vaardig klikte en tikte de medewerkster van D-reizen op allerlei websites en we reisden in gedachten van de Kroatische eilanden naar de Balearen en vonden een mooie stek op Menorca. We hadden het al bijna geboekt toen mijn lief zo slim was om uit te zoomen op google maps… en hij zag dat het huisje naast het vliegveld staat. Soms moet een mens concessies doen, maar een vakantie naast een start- en landingsbaan van een intensief in gebruik zijnd vliegveld… dat gaat te ver.
We vlogen verder over de Canarische eilanden terug naar de Middellandse zee en kwamen uit op Sicilië! In- en uitzoomend op google maps leken er geen adders onder het gras te zonnen.
Ruim twee en een half uur nadat we D-reizen binnenstapten en we met een hele vaardige medewerkster aan de zoektocht waren begonnen, hadden we onze vakantiebestemming gevonden! Woehoe!

Inmiddels was het kwart voor drie en ver na onze lunchtijd én die van de mevrouw van D-reizen. We stelden voor dat wij even een broodje gingen eten op een terras en zij ook even haar verlate lunchpauze zou gaan houden. Om vier uur waren we terug en had ze haar lunchpauze gehad en was ze alweer druk allerlei zaken aan het uitzoeken en vastleggen voor onze vakantie.

Soms is het bestellen van producten en diensten via internet heel handig, snel en verleidelijk. Toch probeer ik het tot een minimum te beperken. Ik gun de zelfstandige detaillist een boterham en haal mijn cd’s dus het liefst bij Wobbe en mijn boeken bij Van der Velde. Maar ik moet toegeven dat ook ik wel eens iets bestel bij bol.com omdat die ook ’s avonds open is en ik dan niet de regen in hoef. Vandaag besefte ik meer dan eens dat het persoonlijke contact, het overleg met een vakmens, het langsgaan in een winkel in de stad zoveel handiger, leuker en beter is.

Nogmaals bedankt, D-reizenmedewerkster!

zaterdag 24 maart 2012

258

Even terugkomend op mijn blog over postcrossing. Wie niet weet waar ik het over heb: lees eerst even blog 241.

99 Dagen geleden, op 16 december 2011, meldde ik mij aan als postcrosser en verstuurde mijn eerste ansichtkaart. Bestemming: Russia, een mevrouw die zich op de postcrossingwebsite point_lucky noemt. Pas 27 dagen later kwam de kaart aan. Toch leuk (denk ik). Terwijl de kaart naar Russia onderweg was stuurde ik ook alvast kaarten naar Finland, Duitsland, de Verenigde Staten, Brazilië en Belarus.
Op 4 januari werd ik ‘beloond’: na het sturen van zeven kaarten ontving ik er een! De afzender was ‘BanDana’ die in Belarus woont.

De SvZ (stand van zaken) na 99 dagen postcrossing:
Aantal verzonden ansichtkaarten: 36 waarvan er 33 zijn aangekomen en drie nog onderweg zijn (al zeven, negen en dertien dagen).
Aantal ontvangen ansichtkaarten: 32.

Dit zijn de statistieken… de koude cijfers. Maar hoe zit het met het gevoel? In blog 241 schreef ik het volgende:
Ik weet niet wie dit hele stuur-elkaar-een-kaartje-systeem heeft bedacht – ik denk een ansichtkaartenuitgever of een bezorgdienst – maar ik vind het leuk.
Niet meer en niet minder dan ‘leuk’.
Ik vind het leuk om een kaartje te sturen en een kaartje te ontvangen. En dan vind ik het vooral leuk wanneer het bekenden betreft (zus G en vriendin A zijn nogal van het kaarten sturen, dank daarvoor!), maar ook onbekenden (denk ik).
Mocht het toch niet zo leuk blijken te zijn, dan kap ik er gewoon weer mee.
Dat dat gemakkelijk kan is dan ook wel weer leuk.

Dat was een nogal onderkoelde instelling vergeleken met een postcrosser als ’Nordbaer’. Hij schrijft onder andere op zijn postcrossingpagina: My fiancé (which is also active on postcrossing) has been penpalling for more than 25 years. One of her penpals, the Turkish postcrosser nihan, sent her the link to this postcard paradise. I tried it first and was infected by the postcrossing virus in the same second... :-)))

Ik ga er geen doekjes om winden: ik vind postcrossing bij nader inzien helemaal niet leuk. Ik ben niet gegrepen, geïnfecteerd, door het zogeheten postcrossingvirus. Ik vind het zelfs een beetje zielig…
Wie er een eigen mening over wil vormen raad ik aan, net als ik, gewoon zelf een poosje mee te doen. Het is zo ‘makkelijk’ om iets vooraf, zonder enige ervaring, af te zeiken. En wie het dan ondergaat en het geweldig vindt: vooral lekker mee doorgaan en er heel veel plezier aan beleven.
Ik ben uitgeschreven.