Mijn lijst met blogs

zondag 19 februari 2012

257

Mijn lief vertelde over het achterliggende weekend waarin hij met de band had opgetreden in Berlijn, en over de cd waarnaar ze onder andere geluisterd hadden in de auto tijdens de roadtrip…
Mijn hart maakte een sprongetje!
Ineens was ik terug in het ouderlijk huis aan de Geert Veenhuizenstraat, waar het op zaterdagochtend een drukte van belang was. Zus bezorgde de tijdschriften in het dorp en fietste af en aan om stapels Libelles, Margrieten, Tina’s en Donald Ducks op te halen en weg te brengen.
Mem was aan het poetsen in huis, hait was aan het klussen in het hok en om het huis, en zussie en ik deden dan denk ik ook iets, maar ik weet niet zo goed meer wat…

In de keuken stond een radio op de afzuigkap, met een geluidsbox in de keuken én een geluidsbox (met een hele lange draad) in het hok. Na het avondeten moesten mijn zussies en ik om beurten in tweetallen afwassen, en volgens mij hadden we daarbij de radio meestal aan. Dat denk ik, maar weet ik niet zeker. Wat ik wel absoluut zeker weet is dat de radio vaak op Omrop Fryslân stond, behalve op zaterdagochtend. Dan moest ‘ie voor een bepaalde tijd op Radio Noord. Dan zat er een aantal Grunnigers aan een stamtoavel moppen te tappen en lag mijn vader constant in een deuk.
Ik kan zo de lach weer horen, in mijn hoofd, in mijn herinnering.

Ik had hait nu graag de cd ‘Doezend stamtoavels’ gegeven zodat hij nog weer een keer enorm om de Grunniger moppen had kunnen lachen, maar dat kan niet meer. De cd is nog steeds te koop (onder andere bij bol.com) dus daar ligt het niet aan, maar hait is er niet meer.

Voor wie even lekker wil lachen: een aantal tracks van de cd ‘Doezend stamtoavels’ waarop moppen en reportages staan, is te vinden op YouTube.

Veel plezier!

Bijvoorbeeld:

zondag 12 februari 2012

256

Sorry, maar ik moet u éérst verzoeken, de blogs 056 en 083 ter introductie (nogmaals) te lezen.

Er is iets veranderd.
Vorig jaar viel in februari de bekende envelop in de brievenbus met daarin de uitnodiging voor de opfriscursus ‘Bildts schrijven’ van Meester Kas. Ik was blij. Ik dacht met weemoed aan mijn geboortegrond, aan mijn moedertaal, aan alles dat ooit was en mooie gevoelens had achtergelaten… tot het moment ik daadwerkelijk in het terugkomklasje zat. Ik omschreef het in blog 083 als terugkomen in een koud, kil, eenzaam huis. Niks geen warm bad, warme deken, warme jas of warm weerzien.

Gisteren deed het gewoon pijn toen ik de brievenbus opende en het welbekende handschrift op de envelop zag staan. Het trauma van vorig jaar dacht ik redelijk verwerkt te hebben, maar van het een op het andere moment kwam de teleurstellende ervaring van vorig jaar weer boven. De deceptie.

Hoe vertel ik Meester Kas na jaren dat ik niet zal deelnemen aan de opfrisavond? Moet ik het laten bij alleen ‘ik sil d’r niet bijweze fan ’t jaar’ waarop ik vast en zeker volgend jaar wéér gewoon een uitnodiging van hem krijg? Uitleggen waarom ik niet zal deelnemen, en waarschijnlijk volgend jaar en de jaren erna ook niet, kan ik niet…
De reactietermijn is tot 10 maart dus ik kan nog even nadenken over de tekst die ik op de jaarlijkse ansichtkaart aan Meester Kas schrijf. Altijd een ansicht met een bloem erop.

Ik kijk nog eens naar de uitnodiging en de envelop.
Ik zie het hoofd van Koningin Beatrix met een stempel erover.
Ik lees mijn naam en adres: de tweede letter van mijn postcode klopt niet.
En ik mis iets op de voorzijde: Meester Kas heeft voor het eerst zijn naam en adres op de achterzijde van de envelop geschreven!

Is er dan echt niets dat gewoon lekker bij het oude kan blijven!

zaterdag 11 februari 2012

255

Wy bin nou in St.-Anne,
de lêste stimpelpost.
Wy hè de toertocht reden,
’t waar niet om ‘e nocht.

Fris fort, moe thús,
’t krússy in ‘e bús.
Blij út, blij thús,
en nou maar gau na hús.

Ik kan ‘m nog dromen… de songtekst van een van de liedjes uit de schoolmusical van bijna 30 jaar geleden. En een van de weinige zinnen (die ik moest uitspreken): “Klaasje is teugen ‘e brûg anreden”.

In klas vijf of klas zes (ik weet het exacte jaar écht niet meer) speelden we op de lagere school een geweldige musical over de Bildtse tocht: de schaatstocht over de sloten en vaarten in gemeente Het Bildt. Een streek in het uiterste noordwesten van Fryslân, op de Elfstedenroute tussen Franeker en Bartlehiem.

De allereerste keer dat ik ‘m reed – waarschijnlijk de 10 kilometer – was nog voor die schoolmusical. Dus toen was ik écht nog een kleintje. En ik reed ‘m met mijn twee jaar jongere zusje. Van de tocht zelf herinner ik mij niet heel veel, behalve dat mem met ons mee was gefietst naar de start en ons de houtjes had ondergebonden. En dat zij er halverwege de tocht weer was, bij Swarte Haan. Ze fietste als het ware met ons mee. Het was voor mij de eerste georganiseerde tocht en ik was ontzettend trots op de medaille die net als de Elfstedenmedaille de vorm van een kruisje had: ’n krússy. Die heeft jaren boven mijn bed gehangen.  

Vandaag is de tocht weer uitgeschreven, en ik twijfel of ik ‘m weer zal schaatsen…
Omdat ik nog niet veel op de schaats heb gestaan, kan ik op dit moment de 30 km met moeite volbrengen. Ik zou – als ik verstandig ben – moeten terugvallen op de 10 km die ik ruim 30 jaar geleden als kind deed. Als volwassene een kinderafstand afleggen is best pijnlijk. Het volgende bewijs, dat ook ik al achteruit ga en dingen niet meer gemakkelijk – met twee vingers in de neus – kan.
Zus en zusje schaatsen niet meer.
Mem staat niet meer bij de start, bij Swarte Haan en bij de finish.
En hait slijpt mijn schaatsen niet meer…

Wanneer het vroeger een paar nachten had gevroren, groeide thuis het aantal schaatsen in de gang. In ieder schaatspaar zat een briefje met de naam van de eigenaar er op geschreven. Niet alleen hait, maar ook velen in het dorp hadden ontdekt, dat hait héél goed schaatsen kon slijpen. Uren zat hij achter elkaar in het steenkoude hok – zonder kachel – en sleep daar handmatig schaatsen van dorpsgenoten. Op die manier probeerde hij het bijstandsinkomen van het gezin een beetje aan te vullen. Zwart. Dat kan ik nu wel zeggen, want het is al verjaard en hait is al meer dan vijf jaar dood. Zo’n slijpsteen kostte volgens mij rond de 80 gulden dus de eerste 16 paar schaatsen leverden nog niets op omdat aan het eind van het schaatsseizoen de slijpsteen versleten was.
Wat heeft die beste man een kou geleden, uren achtereen in dat onverwarmde hok. En ik begrijp nog steeds niet waarom hij niet gewoon in de kamer zat bij de gaskachel… Ja, het geluid van die slijpsteen over de schaatsen was niet echt heel fijn, maar hé, hij probeerde beleg op de boterham te verdienen.

Eigenlijk stemt zo’n vorstperiode alleen maar heel erg verdrietig.
Die Bildtse tocht ga ik gewoon helemaal niet rijden!
Die tijd is geweest. Tijd om ‘m af te sluiten.

Hoe zware tijden, jaren later, ineens als zo mooi herinnerd kunnen worden.