Mijn lijst met blogs

maandag 12 september 2011

223

Vanavond heb ik het nog een keer teruggekeken op Uitzending Gemist, nadat ik het al twee keer had gezien op televisie: een keer als ‘eerste uitzending’ en een keer ‘in de herhaling’. Ik heb het over de herhalingsuitzending van ‘de Reünie’ van 3 april jongstleden. De man die ik nog eens zijn levensverhaal wilde horen vertellen, was Peter. Zijn verhaal in het kort (van de website):  
Nadat Peter Derks van drie scholen is gestuurd, geeft de Stedelijke mavo hem nog een laatste kans. Peter is de drukste van de klas en schreeuwt om aandacht die hij thuis niet krijgt. Zijn ouders weten geen raad met hun geadopteerde zoon. Dat wordt erger naarmate Peter last krijgt van psychoses en zijn ouders hem niet meer begrijpen. Hij wordt onhandelbaar en eindigt op straat. Het duurt niet lang voordat hij in aanraking komt met drugs. Peter raakt verslaafd en zwerft als junk tot zijn 31ste jaar over de Amsterdamse Wallen. Inmiddels is Peter clean, getrouwd en Nederlands kampioen luchtgeweerschieten.

De passage waar het mij om ging, is het moment dat Rob Kamphues (de presentator van De Reünie) een brief voorleest aan Peter. Het is een brief van Peter zijn oud-buurman, die in de periode dat Peter verslaafd was en in Amsterdam ronddoolde, pastoor in Amsterdam was. Ze kwamen elkaar in Amsterdam tegen en bleven contact houden, en dat lukte omdat ze een afspraak hadden: Peter zou nóóit geld vragen aan de oud-buurman, en de oud-buurman zou hem nóóit geld geven!

Ik moest het verhaal van Peter even terugzien omdat in mijn herinnering die oud-buurman, die pastoor hem de kracht had gegeven om af te kicken, om die andere weg in te slaan. In mijn herinnering had die oud-buurman het verschil gemaakt… Maar dat bleek toch niet zo te zijn. Op de vraag aan Peter, hoe het hem gelukt was af te kicken, was het antwoord, dat hij aan het doodgaan was… En hij had het geluk gehad dat het lukte. Hij had ook de pech kunnen hebben, dat het muntje net op de andere kant was gevallen.

Ik moest het terugzien, omdat ik het gisteren met mijn lief had gehad over mensen waarmee het zienderogen niet goed gaat. Mensen die je zou willen helpen uit de shit te komen, en waarvan je anderzijds weet dat je hen niet kunt helpen. Om allerlei (verschillende) redenen, gaat dat niet. En wat doe je dan? Helemaal niets?

Afgelopen vrijdagmiddag stond er een straatkrantverkoper voor de AH. Ik ging boodschappen doen en betaalde contant zodat het papiergeld werd ‘gebroken’ en ik een krant bij hem kon kopen. Ook kocht ik twee berliner bollen voor hem. Dat was niet de eerste keer dat ik iets eetbaars voor een straatkrantverkoper kocht. Ik heb trouwens nogal de neiging, wat rare dingen te kopen… een chocoladeletter vlak voor 5 december, kerstkransjes op 24 december, een gezinspak Kitkat en nu dan twee berliner bollen. De straatkrantverkopers hebben altijd nog ‘dank je wel’ gezegd maar of ze nu echt zaten te wachten op deze producten.

Anyways, ik kocht twee berliner bollen maar eigenlijk flitste het door mij hoofd om de straatkrantverkoper gewoon voor te stellen ergens in een uitspanning een bakkie koffie te gaan drinken met wat lekkers (op mijn kosten uiteraard). Gewoon omdat ik geïnteresseerd ben in zijn verhaal en om te laten merken dat hij niet ongezien voor de AH staat. “Stel ik ben diegene die dat verschil kan maken, zoals bij Peter,” dacht ik… Maar ook bij Peter was het dus niet een ander persoon, maar was het Peter zelf die het verschil maakte.

2 opmerkingen:

  1. Zo is het en ik kan het weten.

    Neemt niet weg dat het uitermate prettig is om gezien te worden. Een berlinerbol of een bakkie koffie of een goede morgen. Mooi gezegd Forina.

    Zoen Jeroen

    BeantwoordenVerwijderen