Mijn lijst met blogs

vrijdag 11 maart 2011

071

Ja warempel! Het was ‘m, lopend op de stoep met de fiets aan de hand op de Schrans. Ik fietste in tegenovergestelde richting, ging vol in de remmen  en fietste terug op de stoep: “Pietersen?” Hij draaide zich om: meneer Lieuwe Pietersen! Taalsocioloog, oud-gymnastiekleraar (zo’n bijzondere jobhop) en nog steeds schrijver van Friestalige boeken.

Wie mijn blogs op mijn hyves wel eens heeft gelezen weet inmiddels mijn ‘relatie’ met Pietersen. Voor de nieuwe lezers even een snelle samenvatting.
Op het VWO hadden we eind jaren ’80 nog gescheiden gymnastiek: de jongens kregen les van onder andere meneer Pietersen en de meiden van onder andere mevrouw Peerbolte en mevrouw Douma. Héél af en toe wanneer we buiten gym hadden, werden de groepen samengevoegd. Ondanks dat ik dus geen les had van meneer Pietersen, sprak ik hem wel eens. Nou ja spreken, we zaten soms dom te ouwehoeren.
Pietersen schreef eind jaren ’80 zijn Friestalige boek ‘Draaiers’ mythe’, dat ik uiteraard van hem kocht op school. Ik kreeg er een handtekening van de schrijver bij op de eerste pagina. Geweldig!

Zo’n zeven-acht jaar geleden ging ik op een avond naar een lezing in de bibliotheek over ‘Leeuwarden in de literatuur’. In boeken van bijvoorbeeld Havank en Simon Vestdijk zijn beschrijvingen van deze stad te herkennen. ’s Middags ‘moest’ ik weten of een beschrijving van een school in Draaiers’ mythe, mijn ‘oude’ RSG was. In het telefoonboek zocht ik het adres van ene Pietersen op. Toen ik die middag de fiets op de oprit zette zwaaide de voordeur al open en hoorde ik “Van der Zee!”
Het werd een hele leuke middag aan de keukentafel bij meneer Pietersen.

Een paar maanden later hoorde ik op mijn werk iemand in de gang aan de secretaresse vragen, of Forina van der Zee er ook was. Meneer Pietsersen kwam zijn nieuwe boek brengen, de Flam, met handtekening. Ik werkte destijds bij NoordNed onder andere als woordvoerder en hij had mij op televisie gezien. Zo spontaan als ik bij hem thuis op de stoep had gestaan, zo kwam hij mij nu verrassen op het werk.

En zo gingen er weer jaren voorbij, waarin we elkaar niet tegen kwamen of bezochten. Wel kocht ik een aantal boeken van hem in boekenwinkels.

In de zomer van 2008 hoorde ik bij de pinautomaat op de Schrans ineens: “Forina?” zoals ik vanmiddag “Pietersen?” zei. Hij had alwéér een boek uit – It Griene Hûs – en daar had hij een aantal van in de fietstas als een goed vertegenwoordiger van zijn eigen werk. In plaats van een kofferbakverkoop werd het een fietstasverkoop. “Geen literatuur, hoor”  zei hij er weer bij. Misschien niet, maar wel leuk om te lezen, vooral op vakantie. De volgende dag vertrok ik met mijn lief naar La Palma en ‘It Griene Hûs’ ging mee in de koffer. De boeken van Pietersen en mijn vakanties zijn sindsdien onlosmakelijk met elkaar verbonden. In de zomer van 2010 liep ik dan ook vlak voor de vakantie even binnen bij een winkel met alleen maar Friestalige boeken en jawel: twee boeken van Pietersen die ik nog niet had gelezen! De vakantie kon nu echt beginnen. Ik schreef het in een kaartje naar Pietersen, waarop ik een prachtig briefje terug kreeg, geschreven met een ouderwetse typemachine! Pietersen brengt eens in de twee jaar een boek uit, en die schrijft hij op een oude typemachine. “Met typex en Velpon worden stukken veranderd, en aan elkaar geknipt en geplakt” vertelde hij vanmiddag. De zomervakantie van 2011 moet ik het doen zonder boek van Pietersen, want hij zit nog middenin het volgende boek. In oktober hoopt ‘ie het manuscript af te leveren, dus voor de zomer van 2012 kan ik weer een boek uit zijn fietstas kopen.


Foto: Jan Kalma

Het was vanmiddag een mooi ‘samenkomen’ op de stoep in de winkelstraat. Toen we beide weer in tegenovergestelde richting verder zouden fietsen zei hij: “Tot slot een flauw mopje” en hij vertelde over twee mensen die elkaar tegenkomen. Zegt de een… etc. etc. Ik moest lachen.
Niet zozeer om het mopje, maar om de manier waarop hij het vertelde. Ik kreeg een toegift: het mopje over de oude, lelijke prostitué met een papagaai op de schouder. Ik moest weer lachen, omdat hij zelf de absurditeit van het vertellen van twee mopjes op straat inzag en die absurditeit zelf aankondigde.

Een bijzondere man mét bijzondere humor.

2 opmerkingen:

  1. Ik heb 'm ook gehad voor gym op de RSG! Fietste ooit langs de Dokkumer Ee en hoorde ineens: "hee! Sint Anne!"... :))) Groet, Peter Bootsma (peterbootsma@hotmail.com)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bij toeval stuit ik op je bericht, wat leuk om dit te lezen over mijn vader!
    Ik weet niet of je het weet maar hij is in maart jl. helaas overleden. Met vriendelijke groet, Welmoed Pietersen

    BeantwoordenVerwijderen