Mijn lijst met blogs

zondag 2 januari 2011

002

Een paar dagen geleden viel ‘ie weer op de mat: de aanslag grafrechten. Sinds hait en mem (vader en moeder voor de niet-Bildtstaligen) er niet meer zijn, sta ik als contactpersoon geregistreerd bij de gemeente Het Bildt en krijg ik jaarlijks de acceptgiro in de bus. En ieder jaar vergeet ik tegen mijn zussen te zeggen dat het bedrag weer is overgemaakt… en om daar dan maanden nadien nog eens op terug te komen.
Kortom, door mijn eigen laksheid wisten mijn zussen überhaupt niet dat ik jaarlijks een bedrag betaal(de) voor de graven van onze ouders. Maarja, om dat nog een dikke 30 jaar zo te blijven doen… dat leek mij onlangs toch wat té. Dus deze week maar eens verteld, dat er zoiets bestaat als een aanslag grafrechten. Nou prima natuurlijk dat we die lasten met ’n drieën dragen! Geen probleem.

En zo kwam het gesprek op de vragen:
-          hoe lang houden we die graven nog aan? Hmm… lastige vraag…
-          hoe vaak komen we eigenlijk nog op de begraafplaats?
-          waarom gaan we naar de begraafplaats?

Mijn zus zei heel eerlijk, dat ze eens per jaar op de begraafplaats komt om te kijken hoe het met de hortensia gaat, die ze op het graf heeft geplant. Als ik het bij mezelf houd: het eerste jaar na het overlijden van mijn vader ging ik regelmatig naar het graf. Plukte ik wat onkruid uit de grond, stak ik een waxinelichtje aan en plantte ik af en toe wat bloemetjes. Na deze ‘tuinierderij’ rookte ik een sigaret en vertrok ik weer. En dat voelde toen goed. Ik heb nog steeds een Gardena-tuinschepje in de kofferbak liggen voor mijn bezoekjes aan de begraafplaats. Maar de laatste keer dat het schepje uit de kofferbak is geweest, kan ik mij niet meer herinneren. En roken doe ik al bijna twee jaar niet meer.

Oudejaarsdag ben ik nog op de begraafplaats geweest. Ik wist niet wat ik er moest doen, of ik er iets zocht, zo ja wat dan, en wist  ik dat ik er in ieder gaval niets had gevonden en zou vinden.
En natuurlijk werd ik verdrietig toen ik na dat bezoek in de auto stapte en ‘Father and Friend’ van Alain Clarke op de radio hoorde. Maar ik word altijd verdrietig wanneer ik dat nummer hoor.

Als ik héél eerlijk ben, was ik Oudejaarsdag bij het graf omdat a. de acceptgiro weer vers binnen was en b. ik het met mijn lief over een héél ander graf had gehad op een héél andere begraafplaats, dat er wat verwaarloosd bij lag deze zomer. Toen dacht ik: “Dan mag ik óók wel weer eens bij hait en mem kijken, want geen idee of het daar inmiddels een wildernis is geworden…” Hait mis ik namelijk op andere momenten en op andere plekken.

Mijn zus zei vanmiddag: “Hait en mem hebben een plekje in mij; ik vind hen niet op de begraafplaats.”
Ik ben het daar volledig mee eens.

Dus om op de eerste vraag – hoe lang houden we de graven nog aan – antwoord te geven: waarschijnlijk nog een aantal maanden en dan gaan we over naar de volgende fase. Omdat hait en mem gecremeerd zijn en de urnen begraven zijn, kunnen we hen bijvoorbeeld - heel symbolisch - een stukje meer loslaten, door de as van hen beiden uit te strooien. We moeten het er nog maar eens even over hebben met z'n drieën.

Zo kreeg het gesprek ineens een geheel andere wending, een heel goede wending.
De tijd was er rijp voor.

1 opmerking: